Windstilte, stroming en deining

Dinsdag vertrekken we vroeg uit Assens met bestemming Strib. Dat is een heel klein haventje. Als we bijtijds in zo’n haventje aankomen is de kans groter dat er nog een plek is. Zoals verwacht was er vrijwel geen wind. Joke zit op de uitkijk voor bruinvissen. Met succes, want vooral in het begin zien we er heel wat zwemmen. Helaas te ver weg om een goede foto van te maken. Het is altijd weer bijzonder om ze aan de oppervlakte te zien komen. Meestal duiken ze drie keer op. De derde keer verdwijnen ze weer voor langere tijd onder water. Eenmaal bij de bruggen over de Kleine Belt aangekomen zien we geen bruinvissen, in tegenstelling tot vorig jaar. Het verschil is dat er vandaag nauwelijks stroom staat, dus wellicht is het te tam voor ze.






Strib heeft eigenlijk twee kleine havens. Alleen de noordelijke heeft een paar ligplaatsen die groot genoeg voor onze boot zijn. Ze hanteren hier ook weer het systeem met rode en groene bordjes in de boxen. Als de eigenaar op vakantie is, dan hangt hij het groene bordje op, als teken dat gasten er kunnen afmeren. Strib zelf is een soort villawijk. Er zijn nauwelijks winkels en een supermarkt is nergens te bekennen.



Strib ligt tegenover Fredericia, het verste punt van de tocht van vorig jaar. Verder naar het noorden willen we het wat rustiger aan doen, omdat we dan weer in een nieuwe omgeving varen. Daarom varen we woensdag weer uit naar Snaptun, een klein plaatsje aan de ingang van de fjord naar Horsens. In tegenstelling tot gisteren staat er nu wel heel veel stroom in de Kleine Belt. We hebben de stroom mee, maar vanuit het noorden komt een deining aanrollen tegen de stroom in. Dat zorgt ervoor dat de golven hoog en steil worden. Met klapperende zeilen proberen we met een zwakke wind in de rug de Kleine Belt uit te stuiteren. Door de wilde bewegingen lukt dat niet, zodat we de motor bijzetten. Regelmatig duikt de boegspriet onder water en valt de boot bijna stil. Alleen de sterke stroom zorgt ervoor dat we nog voortgang maken. Als het water breder wordt, nemen deze effecten af en langzaam herstelt de normale situatie zich weer. We beschouwen het maar als een wake up call: welkom in het Kattegat!








Uiteindelijk steekt er wat wind op en kunnen we het laatste stuk nog lekker zeilen. Snaptun heeft een vissershaven, een ferriehaven en een jachthaven. Dat klinkt nogal heftig, maar het zijn alledrie piekleine miniatuurhaventjes. In de jachthaven zijn welgeteld drie vrije plaatsen om onze Beluga af te meren. We kiezen voor een prima plekje, in een hoek van de haven die naar onze mening ook de meeste beschutting biedt voor eventuele zeegang vanuit het oosten.