We gaan vroeg uit de veren en tanken eerst nog diesel, voordat we weer op de motor onze weg vervolgen. De vaartocht gaat verder over het Noord-Oostzee kanaal naar de sluizen bij Holtenau. We tuffen rustig voort en worden ingehaald door de vele grote zeeschepen, die net als wij gebruik maken van het kanaal. Tim spot onderweg nog een hertje, dat rustig langs de oever staat te grazen.
Als we in Holtenau aankomen blijken de kleine sluizen al heel lang buiten gebruik te zijn. We moeten door een van de twee grote sluizen, waar ook de zeeschepen schutten. We hebben geluk, al na een minuut of 40 wordt de zuidelijke sluis speciaal voor alle wachtende jachten geopend. Wat een verschil met de puinhoop die we in de Lorentzsluis meemaakten. Op een enkeling na varen alle jachten keurig op een rijtje links en rechts de sluis in.
Twee oudere mensen vragen of ze bij ons langszij mogen. Johan knoopt een gesprek aan en het blijkt dat zij al 12 keer naar Zweden zijn geweest. Dat levert een aantal goede tips op. Ook interessant (en naar onze mening nogal bizar) is dat één van de twee grote sluizen bij Holtenau volgende week ook dicht gaat voor renovatie. Onze buren denken dat de wachttijden voor jachten kan oplopen tot minstens een dag. Aan de kanaalzijde is hier echter een steigertje waar hooguit een stuk of 15 jachten kunnen liggen. Nogal onbegrijpelijk is dat in Brunsbüttel aan de andere kant van het kanaal ook een van de grote sluizen dicht gaat, maar om de capaciteit op peil te houden eerst een nieuwe grote sluis wordt gebouwd. Wat er in Brunsbüttel in gaat moet er in Holtenau weer uit. We zijn benieuwd hoe dit er in het hoogseizoen aan toe zal gaan, nog afgezien van de zeeschepen die van deze zeer druk bevaren waterweg gebruik maken.
We varen de sluis uit en schuin aan de overkant, op een mijl of drie, ligt de badplaats Laboe, met maar liefst drie havens om uit te kiezen. In de middelste vinden we na enig rondvaren een plekje dat passend is voor Beluga.
We eten aan boord een prima maaltje met onze nieuw ontdekte “brat kartoffelen” uit de Duitse supermarkt. Johan kookt, Joke wast af en Tim droogt af. Tim schroeft de dop van een deksel omdat er vuil onder zit. Als hij het vast schroeft zet hij te veel kracht en met een fikse knal valt de dop uit elkaar in drie stukken.
Later blijkt dat Joke de toiletkranen open heeft laten staan, waardoor er een kleine overstroming heeft plaatsgevonden. Daardoor kan ze na de afwas meteen aan de slag om de voorste bilg leeg te pompen en schoon te maken, gelukkig met behulp van de mannen.
Grijnzend constateert Johan dat de stand in onze stommiteiten-wedstrijd nu Johan-Tim-Joke 1-1-1 is.