Het is 130 mijl van Dover naar Scheveningen. Als we de getijden checken blijkt dat we ’s ochtends kunnen
vertrekken voor een optimale stroom mee. We controleren de weerberichten zeer gedetailleerd en uit veel
bronnen. Zeegebied Thames heeft als een van de weinige geen “strong wind warning”. Het ziet ernaar uit dat,
als we zondagochtend vertrekken we maandagochtend bij Hoek van Holland kunnen zijn en dan is het niet ver meer
naar Scheveningen. Dit correspondeert mooi met de weerberichten. Als het zich minder goed ontwikkelt, hebben
we diverse uitwijkmogelijkheden langs de Franse, Belgische en Zeeuwse kust.
Voortvarend vliegen we voor stroom langs de White Cliffs of Dover. Tim spot onderweg nog een bruinvis. Om
zeven uur ’s avonds zijn we de TSS al overgestoken. De TSS (Trafic Separation Scheme) is een soort snelweg
voor de scheepvaart, die je als jachtje haaks moet oversteken. Wij treffen het, onderweg zagen we steeds
meerdere schepen in de TSS, maar toen wij overstaken was er maar één schip in onze buurt. We keken uit naar
een rustig nachtje langs Noord Hinder en het Goeree licht. We hebben deze route al meerdere keren gevaren en
we zagen toen nauwelijks scheepvaart.
Dat viel een beetje tegen. We zagen op de radar een schier ondoordringbare berg echo’s en voor ons was de hele
horizon verlicht. Men werkt daar aan enorme windparken om stroom op te wekken. Zorgvuldig puzzelen we ons door
de meest logische route. Dat deed niet iedereen. Een jacht dat op een mijl of twee naast ons voer wilde er
stug dwars doorheen. Een patrouilleboot ging erachteraan en riep ze een half uur lang steeds bozer op via de
marifoon. Uiteindelijk kwam als enige reactie of ze langzamer wilden praten, ze verstonden nauwelijks Engels.
De zin “you are bringing your ship, yourself and other people in danger” was te ingewikkeld. Wij roepen de
patrouille voor de zekerheid ook op, maar krijgen te horen dat wij goed varen. Deze puzzel hebben we dus goed
opgelost. Een leuke complicerende factor was een baggerschip dat heen en weer voer. Zo eentje met een
verlichting uit het examenboekje “Vaarbewijs 1”. Welk type vaartuig is dit? Aan welke zijde passeert u het
vaartuig? Dat laatste was een beetje lastig omdat ze steeds heen en weer voeren, maar ok.
We halen opgelucht adem als de horizon voor ons weer bijna leeg is. De radar is het daar niet helemaal mee
eens. Op maximale range komt er weer een hele brede zone met echo’s in beeld. We zien langzaam aan ook weer
een hele kermisverlichting aan de horizon verschijnen. Aan bakboord zien we weer een rij werkplatforms die tot
aan de TSS lijkt te lopen. We slalommen langs het meest oostlijke werkplatform, een heen en weer varend
baggerschip en het ankergebied waar een heleboel schepen liggen. Je kan niet lukraak door zo’n ankergebied
heen. De schepen die daar liggen te wachten op afhandeling in de haven kunnen zonder waarschuwing ineens gaan
varen. Na een lange tijd goed opletten loopt ook dit goed af.
Al met al zijn we er tot het ochtendgloren zoet mee geweest. Johan is de hele nacht wakker gebleven (had ie
maar geen schipper moeten worden) en Joke, Tim en Bas draaiden ook overuren. Maandagochtend vroeg melden we
ons bij de Sector Maasmond, de verkeersbegeleidings centrale. Gigantische containerbakken en andere
vrachtschepen varen aan de lopende band in en uit de Maasgeul. We worden door de centrale achter twee schepen
langs gestuurd. Het containerschip dat voorlangs loopt trekt enorme hekgolven en onze boegspriet duikt onder
water. Er opent zich een momentje om de geul over te steken. Altijd weer enerverend, maar zeker ook leuk om te
doen.
Even na het middaguur lopen we Scheveningen binnen. We zijn weer in Nederland! De eerste kennismaking is niet
zo aardig. We varen met 5,5 knoop de buitenhaven in. Een vissersschip vaart onderwijl in de binnenhaven.
Ruimte genoeg voor iedereen, totdat twee jachten in A10-modus vol gas ons gaan inhalen. Zij meren
triomfantelijk aan de steiger voor passanten af. Wij vragen een box, wegens de in Brighton opgelopen schade
aan de boot. Langszij vinden we een beetje link, dus troeven wij de stresskippen af met een prima rustige
ligplaats. Johan gaat mailen over de afhandeling van de schade en Joke en Tim gaan naar de supermarkt op een
leenfiets. Ze komen helemaal opgetogen terug met slaatjes, kokosbrood, anijshagel, chips en … chocolade
hagelslag. Dat is allemaal wel weer leuk!
Nederland? Is de reis dan al over? Nee, er resteert nog één laatste tocht over zee naar IJmuiden. We willen
daar het zoute water achter ons laten, omdat dit het dichtst bij de jachthaven aan de Westeinder is. We willen
daar graag weer liggen totdat de reparatie gaat gebeuren. We mikken er nog steeds op om op 10 augustus aan te
komen in IJmuiden.