Tintamarre en laatste voorbereidingen

We varen eerst naar de baai van Grand Case om het onderwaterschip schoon te maken, het water is daar

helder genoeg om het te kunnen zien. Met geimproviseerde middelen, keukenspatels aan een stok, schuiven we

dikke plakken onderwaterleven van de boot. Om de schroef en de kiel schoon te maken gaat Tim vele malen

naar beneden duiken.











Ons voornemen om naar Tintamarre te gaan is gelukt. Onderweg constateren we dat de boot ruim een knoop

harder vaart, de schoonmaakactie was dus succesvol. De swell was sterk afgenomen en we varen een uurtje

van Grand Case naar Tintamarre. Er liggen daar tegenwoordig moorings, we treffen er nog een vrij. We

snorkelen aan de noordkant van het strand. In eerste instantie lijkt het een beetje tegen te vallen, maar

zoals we eerder al zagen, werd het steeds leuker naarmate we langer het onderwater leven in ogenschouw

namen. Johan spot een nurse shark die we een poosje kunnen volgen. Ook zien we weer vissen die we nog

niet eerder hadden geidentificeerd. Onder andere de “spotted goatfish” die van kleur verandert. Joke

slaagt erin om er een te fotograferen in twee achtereenvolgende kleuren, eerst rood dan wit.















Tintamarre is een eiland voor de kust van Sint Maarten. In het verleden zouden er veel geiten zijn

geweest. Een geit schieten en op het spit braden zou daar ooit een bron van vermaak zijn geweest. We zien

nu nauwelijks geiten. Het is een barre wildernis. Op veel plaatsen zien we lange muren van gestapelde

koraal rotsen.

We blijven een nacht over op Tintamarre, het weer is erg rustig (conform de verwachtingen). We genieten

nog een keer van de rust op dit onbewoonde eiland. Op de terugweg naar Marigot oefenen we wat met het

licht weer zeil. Dat blijft een geimproviseerd iets op onze boot. Het lukt ons maar deels om het

acceptabel gezet te krijgen, ware het niet dat er bovenin een twist inzit die we niet kunnen verklaren.

We stoppen ermee, in Marigot lossen we dit later weer op. Het weer is nog steeds van slag. De wind (voor

zover je daar van kan spreken met een knoop of 5) komt uit het zuidwesten. Op zich een heel aardige

richting maar voor ons veel te zwak. De windvoorspellingen blijven voor ons dinsdag de 7e als een gunstig

vertrekmoment aanwijzen. We houden daar dus maar aan vast.















Zaterdag 4 mei gaan Tim en Bas nog één keer duiken met Ocean Explorers. Ze brengen de boeken terug die

Bas mocht lenen voor zijn Maatschappijleer-project. We hebben daar heel wat bladzijden uit gescand. De

duiken zijn wederom een groot succes. Jeff, de duikschoolbaas die ook de shark dives leidt doet ze nog

een aanbod: als ze wat vervolgcursussen doen tot aan divemaster, dan mogen ze bij hem komen werken. Dit

is iets dat hij zeker niet tegen elke duikklant zegt. Iets om over na te denken en op zijn minst een

groot compliment.








Onderwijl doen Joke en Johan de laatste boodschappen en ruimen de boot al wat op. Morgen (zondag) gaan we

de marina hiernaast in voor de laatste voorbereidingen. We zijn er klaar voor. Het valt ons zwaar om

afscheid te gaan nemen van de Carieb. De weersontwikkelingen zijn echter een voorbode van wat er gaat

komen. Het is tijd om weg te gaan. Momenteel is het wederom bijna windstil en 34 graden in de boot. Een

record, zelfs hier in de tropen. Tim vaart de benzine uit de vlotter van de buitenboordmotor. Die mag

weer een poosje buiten dienst worden gesteld. De motor heeft, dankzij de goede zorgen van Harry van Wijk,

het hele seizoen storingvrij gefunctioneerd. Niet slecht voor een motortje van een kwart eeuw oud.

Het blijft een dubbel gevoel om afscheid te gaan nemen van een plekje op de aarde waar we niet echt weg

willen, maar nieuwe ervaringen en ontdekkingen liggen voor ons.