Portsmouth

We zijn een paar dagen in Haslar Marina gebleven. Aan de overkant heb je de Historic Dockyards. Dat is

een groot maritiem museum, vooral gericht op de historie van de Britse marine. Er zijn drie bijzondere

schepen te bezichtigen. De Mary Rose is gezonken in 1545 en na een jarenlange inspanning gelicht,

geconserveerd en in een recent geopend museum te bezichtigen. De Victory is het bewaard gebleven schip

waarop admiraal Nelson in 1805 is overleden in de slag bij Trafalgar. De Warrior is het eerste ijzeren

oorlogsschip met stoommachine, te water gelaten in 1860. Het kon destijds door geen enkel ander schip

worden verslagen, omdat er geen kanonnen bestonden die kogels door zijn bepantsering konden schieten.








Er zijn ook nog allerlei hallen met tentoonstellingen en je kan nog een harbour tour doen op een

rondvaartboot. Er is zo veel te zien en te doen dat we er twee dagen voor hebben uitgetrokken. Het is

bijzonder om te beseffen dat we hier niet met replica’s te maken hebben, maar met echt bewaard gebleven

schepen uit die tijd.

De Mary Rose is weliswaar nog maar een half schip, omdat het gedeelte dat boven de modderlagen uit stak

in de loop van de tijd is vergaan. Toch geeft het overgebleven deel een bijzonder inzicht in hoe een

schip in 1545 eruit moet hebben gezien. Het schip van koning Hendrik VIII kwam in actie tegen een

aanvallende Franse vloot. Men weet niet precies waarom het schip zonk, in ieder geval niet als gevolg

van vijandelijk vuur. Het is vermoedelijk in een een windvlaag overgeheld en gezonken omdat de

geschutspoorten open stonden. Het grootste deel van de bemanning zat onder netten om te voorkomen dat

aanvallers aan boord konden komen en juist om die reden zaten ze gevangen en verdwenen met het schip in

de diepte. Ook zijn er natuurlijk duizenden voorwerpen gevonden: kleding, kisten met persoonlijke

bezittingen, wapens, eetgerei, instrumenten van de scheepsarts, navigatieinstrumenten, de oven, etc.

Alles is ondergebracht in een tentoonstelling naast het schip, tegenover de plek waar de voorwerpen

destijds aan boord waren ondergebracht. Het geeft een bijzonder indringend beeld van het leven aan boord

in die tijd.

























De Victory ligt in het droogdok waar het, na de tewaterlating in 1765, is afgebouwd. Het schip heeft in

vele zeeslagen gediend en was voor die tijd een snel en goed bewapend schip. In de tijd van Napoleon was

er vrees dat Engeland vanuit het zuiden door een gecombineerde Franse en Spaanse vloot zou worden

aangevallen. Napoleon had een slimme truc bedacht. Hij wilde de Frans/Spaanse vloot uit beeld laten

verdwijnen en de Britten afleiden. Hij zond ze naar het Caribisch gebied om vervolgens weer over te

steken naar het Engels kanaal en de Britse zuidkust bij verrassing aan te vallen. De Britten hadden het

door en achtervolgden hun tegenstanders over de Atlantische oceaan. De Fransen werden richting Cadiz

verdreven. In 1805 viel Nelson met de Victory en zijn bijbehorende vloot aan. De opdracht was om de veel

sterkere vloot van zijn tegenstanders zo veel mogelijk te vernietigen, om voor eens en voor altijd af te

rekenen met het risico van een invasie. Via een bijzondere manoeuvre is hem dat gelukt. Het kostte hem

wel het leven. Al na 20 minuten werd Nelson dodelijk getroffen en overleed aan boord. De Britse vloot

haalde hun doelstelling echter wel. De tuigage van de Victory was echter grotendeels aan flarden

geschoten en ze moest onder noodtuig aan de resterende maststompen naar Gibraltar uitwijken voor een

eerste reparatie. Het volledig herstel vergde meer dan de oorspronkelijke bouwkosten. In Londen

herinneren het bekende Trafalgar Square met het standbeeld van Nelson aan deze episode.
De Victory is bewaard gebleven en nu open voor het publiek. Het is nog altijd het formele vlaggenschip

van de Britse marine.



















De Warrior ligt nog altjd gewoon in het water. Het was het snelste oorlogsschip ter wereld. Het kon

onder zeil 13 knopen halen, onder stoom 14,5 en gecombineerd is er 17,5 knopen geklokt. Het was destijds

de aanleiding voor de verschillende wereldmachten om in een snelle ontwikkeling bepantserde ijzeren

stoomschepen te ontwikkelen voor de marinevloten, een wapenwedloop die heel snel ging. De Warrior heeft

daarom relatief kort gediend en was al na een paar jaar verouderd. De sterke romp heeft later als opslag voor

torpedo’s gediend en is gebruikt voor olieopslag. Het heeft 100 jaar verwaarlozing overleefd en is

uiteindelijk herkend als waardevol erfgoed, het enig overgebleven ijzeren oorlogsschip uit die tijd. Na

een acht jaar durende restauratie is het schip naar Portmouth gesleept en kan worden bezichtigd.


























De Japanse marine was toevallig met drie schepen op een goodwill bezoek. Een van de schepen, de Isoyuki,

was opengesteld voor het publiek. Het is interessant hoe een modern oorlogsschip eruit ziet in

vergelijking met de historische schepen. Iedereen werd met een saluut begroet en bij de bewapening stond

uitleg over de werking ervan.
Tegewoordig kan je alle informatie gewoon op internet vinden, dus je mocht gewoon fotograferen aan

boord.



















We houden onderwijl de weerberichten in de gaten. Er komt een einde aan het mooie weer, dus denken we

erover om maar weer eens wat verder te gaan varen. Eerst blijven we hier nog een dag voor wat klussen.

Een genualier piept en loopt stroef na alle zoute douches van de laatste oceaanoversteek. Ook moeten we

weer eens water tanken, diesel bijvullen en wat boodschappen doen.

Medina River en dobberen naar Portsmouth

Als we op weg gaan naar Folly Inn en net buiten de haven zijn horen we een enorm gekraak. Aan de andere

kant van de rivier probeerde een boot weg te varen terwijl hij stroom mee had en door de wind naar de

steiger werd geblazen. De boegspriet van de boot waar hij naast lag werd met geweld ingeschoven en de

windgenerator van de ene boot bleef achter het anker van de andere boot hangen.





Bij de Folly Inn liggen we langszij mensen uit Wales, zij willen over twee jaar een grote reis gaan

maken en vinden het leuk om onze verhalen te horen. We worden uitgenodigd bij hun aan boord en drinken

gezellig een biertje en wijntje. De dames hebben na zes uur borrelen drie flessen wijn soldaat gemaakt

en Joke voelt zicht toch ietwat tipsie. Terug op Beluga ligt ze al snel in haar bed en valt meteen in

een diepe slaap.
De volgende middag zwaaien we Tony en Frances uit, het is prachtig om te zien dat mensen een droom

hebben en die ook willen waarmaken.






’s Middags volgen we het Public Footpath stroomopwaarts richting Newport. Het is eb en we zien veel

vogels rondscharrelen op de drooggevallen delen. Het is een prachtige wandeling en onderweg zien we een

oud vervallen raderschip. Later zien we in de Folly Inn op een tekening waarop het schip is afgebeeld.

We vieren daar met een uitstekende maaltijd dat Bas nu helemaal klaar is met school. Hij heeft goede

cijfers gehaald en we zijn trots dat het hem gelukt is de discipline op te brengen om zijn schoolwerk

onderweg te doen.

































Maandag varen we naar Portsmouth, er staat een heel klein beetje wind. We hijsen de zeilen en kunnen

net aan de tegenstroom dood varen. We hebben de tijd en dobberen in het zonnetje op de Solent.
Iets na zeven uur ’s avonds liggen we in Haslar Marina. De afwas hebben we onderweg al gedaan en we

zitten al gauw met een kopje koffie in de kuip en maken een praatje met een Nederlandse zeilers.






Morgen gaan we met de ferry naar de overkant en de museumschepen en de stad Portsmouth bekijken.

Cowes

Eergisteren zijn we naar Cowes gevaren, nadat we nog een extra dagje zijn blijven liggen in Newtown

River vanwege Johans verkoudheid. We hebben heerlijk liggen niksen, lezen en genoten van de rust van het

water en de vogels. Nu achteraf blijkt dat we niet eens een foto hebben gemaakt. We hebben inmiddels een

dag of tien geleefd op de bootvoorraden en vers brood zelf gebakken. Goed om in Nederland niet met te

veel oude voorraad opgezadeld te zitten.
Onderweg naar Cowes kwamen we een zeilwedstrijd tegen van Swan 60’s. Zij zeilden al kruisend op de

Solent tegen de weinige wind sneller dan wij op de motor voeren. Op gegeven moment heeft Johan maar even

ingehouden om de boten voor te laten gaan, bij een groene boei gingen ze overstag om vervolgens in

minder dan 30 seconden hun spinaker te hijsen. Een mooi gezicht hoe alle poppetjes snel in actie komen

en daarna weer aan de hoge kant gaan zitten om tegengewicht te bieden aan de schuin liggende zeilboot.









We meren af in East Cowes Marina. West Cowes is volledig volgeboekt wegens allerlei zeilevenementen die

hier gaande zijn. Cowes is een soort zeilersmekka. Je ziet hier dan ook van alles varen, van 100 jaar

oude zeilboten tot de modernste hightech racers.

De volgende dag gaan we Cowes in.
De vorige keer dat we hier waren is al weer 9 jaar geleden, de jongens herinneren zich er nog wel wat van. We hebben uit die tijd 2 foto’s uit de oude doos gehaald.








Met de chainferry (een zich aan kettingen voortbewegende veerpont) kan je als voetganger gratis naar

West Cowes. De kettingen zijn nodig omdat de ferry dwars op de getijdenstroom moet oversteken en aan de

oevers moet blijven liggen. Met de verschillende waterstanden door de eb en vloed is het een eenvoudige

oplossing. Je moet wel oppassen als hij gaat varen dan worden de kettingen strak getrokken, dat is geen

goed moment om met je eigen boot nog even voorlangs te gaan.




In West Cowes zitten veel historische winkels en restaurantjes. Je vind hier natuurlijk ook Beken of

Cowes, de beroemde scheepvaart-fotograaf. We wandelen naar de Parade, de weg langs de Solent, en we

schrikken ons een hoedje. Net als we de bocht om komen gaat er een kanon af. Er wordt daarmee een finish

van een zeilwedstrijd aangegeven. Er staat daar een hele rij glimmend gepoetste kanonnetjes voor dat

doel. Boven in een terras van een kasteeltje zitten streng kijkende mannen met verrekijkers alles te

noteren. We horen de door de finishlijn varende zeilnummers afroepen.
De oude pier die is gereserveerd voor de koninklijke familie is inmiddels verdwenen. Er is een nieuw

haventje voor het Royal Yacht Squadron gebouwd.



















We lunchen in een oud restaurantje. Ze hebben veel lekkere taartjes. Joke gaat vervolgens, tot groot

genoegen van Tim en Bas, winkeltje in winkeltje uit en scoort twee leuke tasjes met nautisch tintje. Met

de chainferry gaan we weer terug naar de oostoever en via de supermarkt gaan we weer naar de boot. Er

liggen veel Nederlanders in de haven en we hebben Belgische buren gekregen. Morgen gaan we even

stroomopwaarts naar Folly Inn. Als dat vol is, dan gaan we vermoedelijk naar Portsmouth.















Het is nog steeds mooi weer, volgens de Britse nieuwsdienst is het zeven jaar geleden dat het zo lang zo

warm is geweest. Ook berichten ze over bosbranden wegens de droogte. We zien op de weerkaarten en de

gribfiles dat het vanaf woensdag hier gaat veranderen. Een paar storingen zullen voor neerslag gaan

zorgen en de wind gaat naar het westen. Dat is de goede kant op voor Nederland …

Kon Tiki

— verstuurd via Iridium 16/07/2013 14.30 UTC Newtown River, Wight.

We zijn nog een paar dagen extra blijven liggen bij Brownsea Island. Het blijft alle dagen vrijwel windstil en de verkoudheid heeft nu ook Johan te pakken, Joke is weer opgeknapt. De Jan van Gent kwam weer langs en de jongens mochten een paar dagen met een radiografisch bestuurde modelzeilboot spelen. Dit heeft ze geinspireerd om een vlot te maken dat halve wind kan varen. Hele middagen zitten ze op het strand met takken en grassprieten te rommelen. Gistermiddag is er een kiel van leisteen aangemaakt en een roer aangehangen, omdat bij proefvaarten het vlot bij te veel wind omviel en erg verlijerde. De kiel heeft dit verholpen. Het vlot heeft inmiddels de naam Kon Tiki gekregen.





















We hebben nog rode eekhoorns gespot in de avond. Het is dan heerlijk rustig op het eiland en je hoort alleen de vogels en het geritsel van de eekhoorns. Ze zitten hoog in de bomen en je komt er achter dat er eentje zit, doordat er steeds snippers naar beneden vallen als hij een denneappel zit te slopen.




Vanmiddag zijn we aangekomen op Newtown River op het eiland Wight. We ankeren op het oostelijk deel dat Clamerkin Lake heet. We beginnen nu steeds meer vakantiegangers tegen te komen. We hebben net opnieuw geankerd toen er een plekje vrijkwam, we lagen volgens ons gevoel en de dieptemeter toch te ondiep en we weten niet of er stenen op de bodem liggen of alleen modder.
Morgen gaan we weer naar de bewoonde wereld om boodschappen te doen en een leuk restaurantje op te zoeken om te vieren dat Bas gister zijn laatste toets heeft gemaakt.

— verstuurd via Iridium

Rustig aan doen in Poole

We verlaten de (record-dure) Poole Quay Yacht Haven en gaan via een paar geultjes naar de westkant

van Brownsea Island. Daar ankeren we bij de oude Pottery Pier. We zijn precies een jaar onderweg en

dat vieren we met een barbeque op onze Cobb. Als we alles hebben opgeruimd, zien we de Jan van Gent

aankomen. We nodigen ze uit om langszij te komen. Het wordt een gezellige avond, met veel verhalen

over en weer.

Gedurende de nacht steekt de wind een beetje op, maar ons anker houdt de beide boten goed op de

plaats.






Nadat we afscheid van de Jan van Gent hebben genomen, pompen we de bijboot op. In Poole hadden we

nog twee nieuwe roeispanen gescoord. Een van de oude was in Guadeloupe gebroken en de andere

inmiddels zwaar aangetast door het zoute water. We roeien naar het strand en besluiten om Brownsea

Island rond te wandelen.

Volgens informatiebordjes is het eiland een van de weinige plaatsen in de UK waar nog rode eekhoorns

zitten. Wij hebben ze niet gespot, maar we zien wel veel soorten vogels. Gedurende de oorlog is

Brownsea eiland gebombardeerd. Van het oude St. Mary is niet veel meer over.


















Joke is behoorlijk verkouden, dus we blijven nog twee dagen voor anker liggen. Het is mooi weer,

alhoewel we het wel koud vinden. De jongens gaan naar het strand om een bootje te bouwen, die laten

ze op de terugweg los. Het bootje zeilt vooruit maar wordt door de stroom steeds verder weggezet. Ze

zijn nog een poosje zoet met de verrekijker om het ver weg te zien drijven.

We denken nog eens terug aan het jaar van bijna 10.000 mijl zeilen over de oceaan. Alles is voor ons

zo goed verlopen, dat het bijna vanzelfsprekend lijkt. Het is echter niet zo vanzelfsprekend. We

hadden nog niet eerder op de site vermeld dat tussen Sint Maarten en de Azoren drie boten vermist

zijn, waaronder een 75 voeter. Een is veel later nog in de Azoren aangekomen, van een zijn

brokstukken gevonden en van de andere is niets meer vernomen. Dit bleek uit posters in de

havenkantoren. Ze waren alledrie in april vertrokken, dus volgens de “boeken” één maand te vroeg.

Op het stuk van de Azoren naar het vasteland hoorden we in Falmouth dat de Serena, die in Horta en

Terceira naast ons lag, in windkracht 10 is verlaten nadat van alles, inclusief het reddingsvlot,

van dek was geslagen. Ze vertrokken uit Terceira met een niet zo heel best weerbericht richting La

Coruna. De bemanning is met een helicopter van boord gehaald. We hebben via email contact met ze, de

bemanning is er gelukkig heelhuids vanaf gekomen.

Oceaanzeilen is prachtig, maar het blijft nog altijd nodig om de veiligheid voorop te stellen. We

hebben geluk gehad, maar ook steeds het weer zo goed mogelijk ingeschat, de te zeilen trajecten zo

goed mogelijk voorbereid en soms onderweg de route bijgesteld aan de hand van de

weersontwikkelingen. We hebben de hele reis op de lange oversteken niet meer dan 35 knopen wind

gehad (windkracht 7). Op open water was dit, met de juiste zeilvoering, geen probleem en lag de boot

er altijd goed bij. De enige storm was in de haven van La Palma, dat vonden we al avontuurlijk

genoeg.

We hebben een fantastisch jaar gehad en genieten nu van de rust aan de Engelse zuidkust.

Waarschijnlijk gaan we morgen naar de Solent.

Poole

Zondag rond het middaguur varen we weg uit Weymouth. Er staat een rustig windje, dus gaan we zeilen. We

halen alle reven uit het grootzeil, voor het eerst in 10 maanden. De kreukels blijven de hele dag

zichtbaar en we zien kleine roestplekjes in het zeil.
Helaas verdwijnt het beetje wind al snel en gaat de motor aan. We hebben stroom tegen, om de beurt

sturen we met de hand. De automatische piloot zou teveel slingeren en in het zonnetje en met zicht

op de krijtrotsen is het goed vertoeven achter het roer. We hebben het zo uitgekiend dat we St. Albans Head net na de slack met stroom mee kunnen ronden. Er kan hier een hele heftige “race” staan (stroomrafelingen) met gevaarlijke brekers. Het is nu rustig weer, dus totaal niet gevaarlijk.














Bij de ingang van Poole is het nog flink opletten. Tim heeft diverse ferry’s, speedboten, jetski’s

en zeilbootjes om zich heen terwijl het ook nog behoorlijk stroomt. Via het Northchannel varen we

langs de vele moorings en ondieptes richting de stad. Jachten moeten dit gebruiken om de grote ferries in hoofdgeul te vermijden.








De volgende dag gaan we naar het hoofdkantoor van de RNLI (Royal National Lifeboat Institution) waar we samen met twee

mensen van de Finse reddingsbrigade een rondleiding krijgen. Een vrijwilligster vertelt van alles

over het instituut, de reddingsboten en de reddingsmedewerkers. Bij het zwembad waar trainingen

worden gegeven is toevallig een groep bezig. Ze springen met volledige uitrusting vanaf 4 meter

hoogte in het water. Tim en Bas krijgen een beetje glucose noodrantsoen met proteine te proeven. Het smaakt als fijn poedersuiker.















Het hoogtepunt is de reddingsboot simulator, een reëel nagebootste cockpit van de reddingsboot. Het

is een technisch hoogstandje dat alleen door de Russen en Amerikanen wordt gebouwd. De jongens

krijgen de opdracht om naar een brandend schip te varen en de overlevenden uit zee op te pikken. Het

lijkt wel of de kamer beweegt, er zijn zelfs mensen die hierbinnen zeeziek worden. Als je je ogen

dichtdoet dan zit je gewoon stil op je stoel, een aparte ervaring. Veel te vlug is de oefening

voorbij, de jongens hadden nog uren willen blijven “spelen”.








We zijn diep onder de indruk van het instituut, ze draaien net als de KNRM (de Nederlandse

Reddingsmaatschappij) volledig op donaties en giften. We kopen voor Beluga nog een beertje als

mascotte.





We wandelen weer terug naar de boot via het historisch centrum. We zien de vorig jaar geopende Twin

Sails brug. Een opmerkelijk exemplaar, vooral als ie open staat. De weggedeeltes zijn in de vorm van

driehoeken en zien er in geopende vorm als zeilen uit.














Morgen gaan we een paar dagen voor anker in Poole Harbour genieten van de rust en het mooie weer.

Het is de op een na grootste natuurlijke haven van de wereld, de grootste is Sydney. Inmiddels is Bas

bezig met de bekende laatste loodjes van zijn schoolwerk, die behoorlijk zwaar wegen. Joke is

snipverkouden en we zijn langzaam bezig met de geestelijke terugkeer naar het leven dat we vandaag

precies een jaar geleden achter ons lieten.

Weymouth

Na een rustige nachttocht zijn we vanmorgen langs Portland Bill gevaren, een van de beruchte

kapen. We hadden het goed uitgerekend en met de motor erbij kwamen we mooi op tijd aan. De wind was

inmiddels behoorlijk ingezakt en met nog een beetje stroom mee hadden we een zeer rustige ronding om

de kaap.
Even later kwamen we aan bij Weymouth, waar we Beluga afmeerden langs de stadskade. We liggen bij

typische Engelse huizen, waarbij elke huis minstens 5 schoorstenen heeft en de afwatering van de

badkamers aan de buitengevel zichtbaar is.















Na de lunch hebben we een wandeling gemaakt en kwamen bij de reddingsbrigade terecht. Een aardige

mevrouw vertelde over de reddingsboot die voor de deur ligt en over het Lifeguard College in Poole.

Er is daar een reddingsbootsimulator en toen ze hoorde van onze reis en wij enthousiast reageerden,

maakte ze meteen een afspraak voor ons op maandagmiddag. Poole stond al op ons lijstje als volgende

bestemming, dus dat komt goed uit. We zijn erg benieuwd wat ons te wachten staat.








Al verder wandelend kwamen we mensen tegen die de eekhoorntjes aan het voeren waren en wij mochten

dat ook doen. Het doet ons al weer bijna aan de herfst denken. De jongens vinden het hier in het zonnetje en met 18 graden nog steeds koud. Met lange

broeken en truien vallen ze toch een beetje uit de toon hier. Even verderop zien we mensen baden in

zee en ze huiveren al bij het idee. De temperatuur gaat volgende week hier stijgen, dus misschien

ontdooien ze nog en zien we ze weer in t-shirt en korte broek.








Vanavond vieren we Tim zijn verjaardag met een etentje, we hebben al genoeg restaurantjes gezien dus dat gaat wel lukken.

Verjaardag op zee

— verstuurd via Iridium 04/07/2013 12.40 UTC 50.08.7N 4.26.4W.

De weerberichten laten voor de komende tijd geen wind of oostenwind zien. Daarom proberen wij nog te profiteren van de laatste westenwind. We willen op die manier in een keer door naar Weymouth. Vanaf Falmouth is dat een tocht van ruim 100 mijl, dus weer een nachttocht.





Om 6 uur ’s ochtends ging de wekker. Bas en Joke gaan naar de supermarkt om iets lekkers te scoren voor Tim zijn 19e verjaardag. We komen terug met chocolade muffins en verse chocolate chip caramel cookies. Uitgebreid taart eten doen we wel als we weer zijn aangekomen.
In Falmouth zijn we de Tangaroa tegengekomen, zij staan aan het begin van een rondje Atlantic. We konden ze wat tips geven tijdens een paar gezellige middagen. Als dank kregen we een fles wijn, daar gaan we volgende week ergens in het zonnetje van genieten.
Twee dagen geleden kwam de Jan van Gent naast ons liggen, zij zijn ook op terugweg naar Nederland van eenzelfde rondreis. Gisteren hebben we nog gezellig met ze staan kletsen.
Om 8 uur vanmorgen gooiden we los en werden uitgezwaaid door de bemanningen van de Jan van Gent, Tangaroa en Whisper of Deben.

— verstuurd via Iridium

Falmouth

We hebben helemaal toegeleefd naar de aankomst in Falmouth. Nu we daar zijn merken we dat we even

een paar dagen rust willen om weer energie op te laden voor het vervolgtraject en te wennen aan het

idee dat de reis nu in de eindfase komt. We zullen de oceaan missen! Falmouth is een heel leuk

stadje om rond te scharrelen. We zijn onder andere naar het maritiem museum geweest, waar we een hele middag hebben rondgelopen. Het heeft een uitgebreide tentoonstelling en was erg interessant.















Er is een

speciale tentoonstelling gewijd aan de Britse reddingsbrigade.
Aan de wand hangt onder andere een uiteenzetting met foto’s over de Fastnet race van 1979. Een

heftige storm eiste destijds vele levens en 26 boten moesten toen worden verlaten. We zien de foto’s

van de zeegang en de beschrijvingen van de bemanning van de reddingshelicopters. En dan te bedenken

dat Noel van de Whisper of Deben destijds in een Contessa 32 hier ook in heeft gezeten.













We gaan nog een keer op een terrasje thee drinken. Aan de zijkant van het terras staat een kist met

geruite dekens. Die mag je lenen als het buiten een beetje koud is. Dit is zo typisch Engels,

kenmerkend voor wat het hier zo leuk maakt.





Inmiddels vullen we diesel bij, maken de watertanks weer eens schoon en rommelen nog wat aan boord.

De komende twee dagen (dinsdag en woensdag) wordt het minder goed weer, daarna knapt het op. We

denken dat we donderdag weer eens verder varen naar Fowey, een mijl of 20 verderop langs de kust.

Men spreekt het uit als “Foy”.







Aankomst Falmouth

Het is gelukt! We zijn 26 juni na elf etmalen aangekomen in Falmouth. Dat betekent afscheid van het

oceaanzeilen. De laatste twee dagen ging dat stukje bij beetje. Eerst ontvangen we weer Navtex

berichten als een soort “elektronisch land in zicht”, dan varen we het continentaal plat op. Het

water krijgt een andere kleur en gaat ook anders ruiken. De golven veranderen ook. Dan komt een

eerste insect aanvliegen. ’s Morgens om 07.30 uur zien we voor het eerst land. Lands End en Lizard

Point komen in zicht. Je kan de aankomst niet zo goed timen na zo’n lange tijd, dus we passeren

Lizard Point met stroom tegen. We zien in de verte, ondanks het vrijwel windstille weer waarom je

dit soort kapen op gepaste afstand moet passeren. De uitgaande getijstroom functioneert als een

soort rif waarop de oceaangolven (momenteel heel laag) met veel geweld breken. Wij hebben er op 10

mijl ten zuiden van Lizard Point geen last van en varen 20 mijl later kalmpjes Falmouth binnen.















We herkennen alles nog en realiseren ons dat de cirkel nu gesloten is. Elf maanden geleden

vertrokken we uit Falmouth voor de eerste grote oversteek naar La Coruna, nu komen we aan in

Falmouth na de laatste grote oversteek vanuit Terceira.








Het was gedurende een aantal dagen veruit de meest ruige oversteek, terwijl het de meeste andere

dagen juist behoorlijk rustig was. We voelen veel voldoening, we hebben het geflikt, zonder

noemenswaardige problemen met de boot.



















We beginnen met een borrel in de The Chain Locker pub samen met de bemanningen van de Job, de Ostrea

en de Flying Circus en even later ook de Cula, die 2 uur later binnenkwam. De volgende dag vieren we de

aankomst samen met Sandie en Noel van de Whisper of Deben. We hebben een hele gezellige avond vol

verhalen en de tijd vliegt voorbij.








We kunnen het nog een poosje rustig aan doen. In gezamenlijk overleg hebben we besloten dat we gaan

mikken op 10 augustus als aankomstdatum in IJmuiden (zoals altijd ijs en weder dienende). Tot die

tijd gaan we nog de zomervakantie besteden in Zuid Engeland, de plaatsen aandoen die we op de

heenweg hebben overgeslagen. Noel heeft ons een heleboel tips gegeven over leuke bestemmingen.

Noel stelde voor om op Oggy Expedition te gaan. We hadden geen idee wat dat was. Het bleek dat we een etentje kregen aangeboden van Sandie en Noel. We aten Cornish Oggy’s en Noel

vertelt meteen de historie. Mannen en kinderen die vroeger in de tinmijnen moesten werken kregen dit gerecht

mee als lunch. Het is een gekruid gerecht van in deeg gewikkeld vlees (indien dat beschikbaar was)

en groenten. Het smaakt heerlijk!