Port

We bezoeken in Porto een van de vele portwijnkelders, we kiezen voor een kleine kelder. Vasconcellos bottelt slechts 40.000 flessen per jaar, in tegenstelling tot de miljoenen van de meer bekendere merken zoals Sandeman, Calem, Graham en Offley.
Port is een versterkte wijn uit Portugal, met een alcoholgehalte tussen 18 en 20 procent. Het is een zoete wijn die vaak geserveerd wordt als aperitief.
De druiven zijn afkomstig van de bovenloop van het Portugese deel van de Douro, 120 kilometer vanaf Porto.








De Quinta’s (wijngaarden) waar de druiven voor de Port groeien hebben elk hun eigen naam. De rode druiven die gebruikt worden voor de port zijn uniek voor de Douro-vallei.
Slechts 26.000 hectare wijngaarden in de Dourovallei mogen ports produceren. Ze zijn terrasvormig aangelegd op de flanken van de vallei. Vaak worden de wijngaarden omringd door muurtjes. De wijnstreek is een werelderfgoed, mede vanwege de 5000 kilometer lange muurtjes die de wijngaarden omringen.








Vroeger voer men met portboten (rabelo’s) beladen met vaten port naar Porto. Heen met de wind mee op zeil en terug drijvend op de afwaartse stroom.








Met z’n vieren proeven we de verschillende soorten port, we besluiten twee flessen te kopen. Leuk dat de jongens meedrinken, zelfs Tim die nooit alcohol drinkt vindt de zachte variant lekker.







Dagje Porto

Gister hebben we een dagje Porto gedaan. Met de metro is de afstand van 30 kilometer prima af te leggen, beide keren hebben we de snelle expres te pakken die ons in 45 minuten in hartje Porto brengt.
Porto is gebouwd aan de noordoever van de rivier de Douro. Het is de op één na grootste stad van Portugal (na Lissabon).





We wandelen de heuvel af en slenteren door de smalle straten.








Porto is vooral bekend als herkomstplaats van port, die in Vila Nova de Gaia (gelegen tegenover Porto op de zuidoever van de rivier de Douro) wordt gelagerd. Vroeger heette de stad Cale en later Portucale, waar de landsnaam Portugal van is afgeleid.








We lopen richting de rivier en komen langs Lello e Irmão, een prachtige boekwinkel die stamt uit 1906. Het interieur heeft een bijzondere wenteltrap en de plafonds lijken op houtsnijwerk, maar zijn in feite geschilderd pleisterwerk. Het plafond bestaat uit gebrandschilderde ramen. We struinen heerlijk rond en zijn blij dat we even binnen zijn geweest. Helaas mogen we geen foto’s maken binnen.








De Ribeira (Rivieroever) is de oude wijk van de Portugese stad Porto aan de rivier de Douro. We zien de bijzondere boogbrug en besluiten om bovenop een kijkje te gaan nemen. Gelukkig hoeven we niet weer helemaal naar boven te lopen, want ons metrokaartje is ook geldig in kabeltrein.








De meest opvallende brug over de rivier Douro is vernoemd naar koning Lodewijk I van Portugal (Dom Luís I), die de brug in 1886 opende. We hebben zowel bovenop de brug gelopen, wat een prachtig uitzicht geeft over de stad, als over het onderste gedeelte.
















We besluiten onze dag met een etentje in het centrum en terug op de boot nemen we een lekker glaasje port.




Typisch Portugal

Nu we een aantal dagen in Portugal zijn, vallen ons een aantal typische Portugese dingen op. Net als in Spanje lopen heel veel jongetjes en mannen in voetbalshirts, vrouwen en meisjes zijn prachtig gekleed, in elke winkelstraat zien we minstens drie schoenenwinkels en de huizen hebben typische betegelde gevels. Veel borduurwerk en prachtige traditioneel keramiek.












Er is een vreemde mengeling van schoonheid en armoede, mooi betegelde stoepen, vervallen huizen zonder vloeren en dak,
statige gebouwen en hout dat schreeuwt om een schilderbeurt.

De mensen zijn heel behulpzaam en supervriendelijk. Bij een klein bakkertje proberen we stuntelig broodjes te kopen en we worden gelijk in het Engels aangesproken. Op de markt maken we duidelijk dat we geen Portugees spreken en er worden getallen op papier geschreven, afdingen hoeft niet want dat heeft de verkoper gelijk al gedaan.

In elke souvenirwinkel zien we de haan van Portugal, de bijbehorende legende luidt alsvolgt:
Een pelgrim op doorreis naar Santiago de Compostela komt aan in het stadje Barcelos, in de Minho. Hier wordt hij valselijk beschuldigd van diefstal. Tegenover de rechter houdt de pelgrim vol dat hij onschuldig is. De rechter, die een gebraden haan aan het verorberen is, veroordeelt hem toch. Hierop voorspelt de pelgrim dat de haan op het bord van de rechter drie keer zal kraaien als bewijs van zijn onschuld. Op het moment dat men de pelgrim wil ophangen, kraait de haan inderdaad en wordt de man vrijgelaten. De haan staat symbool voor ‘onvoorstelbaar geluk’.








Portugal is net een levend tegelmuseum. Veel gevels van huizen, kerken, kloosters, maar ook fonteinen en trappenhuizen zijn versierd met de Portugese azulejos (tegeltjes). Azulejo komt van het Arabische woord Al-zuleique, wat kleine gladde, gepolijste steen betekent. De kunstige wijze waarop de Arabieren de azulejos gebruikten, beviel de Portugese koningen wel en sinds de 18e eeuw zie je deze tegelkunst dan ook in Portugal.

Wij staan soms met verbazing te kijken naar deze betegelde gevels, bij sommige krijgen we toch een “badkamer’-gevoel. Enkele zijn echt mooi, maar andere vinden wij persoonlijk meer iets uit de jaren 60 of 70 wat nodig aan vervanging toe is.












School is begonnen

Vandaag vroeg opstaan want de school is weer begonnen.

Dankzij het feit dat Bas zijn wekker nog niet is aangepast aan de Portugese tijd zit hij al om acht uur achter de boeken. Vandaag begint hij met Engels, Maatschappijleer en Scheikunde. Vorige week hebben we alle boeken bekeken en een rooster gemaakt. We hebben hier prima internet, dus Bas kan gelijk een opdracht achter de pc doen.







Gisteravond hebben we een gezellige barbecue gehad met andere zeilers. Er waren Duitsers, Engelsen, Fransen en andere Nederlanders. Voor Tim en Bas een leuke oefening Engels spreken. Er was een Engels gezin die toevallig ook jongens van 16 en 18 hebben, net als Bas en Tim.
De rest van de bemanning doet tijdens schooltijd de was, haalt het brood, doet de afwas (extra groot na gisteravond) en andere huishoudelijke taken.



Spanje – Portugal

Als we ’s morgens vroeg uit Baiona vertrekken komt net de zon op. Gisteravond hebben Bas en Joke de hele muur van het Castelo de Monterreal rondgelopen. Het complex bestaat uit diverse forten en vindt zijn oorsprong in de 12e eeuw, zelfs koning Filips II van Spanje heeft hier nog nieuwe elementen laten bouwen. Erg indrukwekkend en prachtige uitzichten.








Op zee is er een behoorlijke deining, helaas is de beloofde wind er nog niet, dus moteren. Dicht bij het land onstaat een laagje mist wat sprookjesachtig aan doet.





We zien weer een groep dolfijnen, die zeker een halfuur bij ons blijven. Vanaf Lymington hebben we elke tocht dolfijnen gezien, niet elke boot heeft dat dus we hebben echt mazzel.
Onderweg komen we een Nederlands schip tegen, dan zie je ook goed hoe hoog de golven zijn. Even later komt de wind opzetten en de laatste paar uur zeilen we stevig door. De aanloop is kritisch vanwege de smalle ingang en de inmiddels stevige wind. Het gaat prima en even later zitten we lekker in de kuip te genieten van onze eerste Portugese haven.







Estamos em Portugal

Wij zijn in Portugal! Voor ons alle vier weer een heel nieuw land, waar we nog nooit geweest zijn. We liggen in het stadje Povoa de Varzim, 13 mijl ten noorden van Porto. Net de klok een uur teruggezet, morgen lekker lang uitslapen dus!

Morgen volgt de tekst met alle foto’s.




Baiona 2

We varen ’s morgens vroeg weg vanaf onze ankerplek, er komen een paar dolfijnen naar de boot om even gedag te zeggen. We moteren rustig de ria uit en bij de Islas Cies kunnen we lekker zeilen. De drie eilanden vormen een natuurreservaat, waar je ook mag ankeren.





Het ziet er prachtig uit met een aantrekkelijke strand. Wij hobbelen echter verder richting het vasteland.





We omzeilen de ondieptes en ronden de hoge boeien die hier liggen, we schatten ze op minstens vijf meter, flinke jongens dus.





Inmiddels weten we dat marina in het Spaans de marine (de militaire versie) is. Een haven met de marifoon oproepen en vragen om de marina, wat in het Engels gebruikelijk is, leidt hier tot grote verwarring. Een Finse boot doet dat en wordt doorverwezen naar een ander kanaal, dit gaat een tijdje zo door. Tussendoor hadden wij om een ligplaats gevraagd met de juiste aanroep. We worden prompt naar een box begeleid. Daarna lukt het de Fin om de havenmeester zover te krijgen dat ze ook naar de haven kunnen.








De volgende dag is het slecht weer, we weten nog net voor de regen brood te halen en wat lekkers. Tijdens het opeten zijn we er niet helemaal zeker van of het nu om een eenpersoons lekkernij gaat, volgens de prijs niet maar ons gevoel zegt van wel. Het is een flinke hap dus de tweede helft nemen we later op de dag.





’s Middags toch maar even het stadje rondwandelen. De Pinta was een van de drie schepen tijdens Columbus’ ontdekking van Amerika. Op de terugreis op de Atlantische Oceaan raakte de Pinta door een orkaan weer los van de rest, maar wist alsnog veilig Baiona te bereiken, drie dagen voordat Columbus in Lissabon aankwam. Dit wordt hier nog steeds herdacht, er ligt een replica van de Pinta in de haven, alle namen van de bemanningsleden staan op een plaquette en er is een rondwandeling.







Baiona

We zijn aangekomen in de laatste Spaanse haven voordat we naar Portugal gaan. We blijven hier twee dagen liggen, morgen komt hier een storing langs met zuidwesten wind en regen. Tijd om de stad te bekijken dus.
We hebben zeer beperkt internet dat supertraag is, dus veel tekst is het vandaag niet.

Spannende avond in de ankerbaai

Net als we na het avondeten wat aan het opruimen zijn en de route voor morgen plannen, krijgen we bezoek van de douane. Een mega speedboot met wel vijf mannen aan boord komen langszij, behoorlijk indrukwekkend. Twee mannen vragen om aan boord te komen en springen in het gangboord. De boot blijft op gepaste afstand naast ons liggen.







Ze willen weten hoeveel masten we hebben, welke kleur de boot heeft en alle paspoort gegevens, ze controleren zelfs de foto’s met onze gezichten. We hebben een Spaanse crewlist en dat maakt indruk. We krijgen zelfs nog Spaanse les, Johan is patron (kapitein) en geen tripulante (opvarende), tja onderscheid moet er zijn. Ook vertellen ze nog wat over de namen van de streek en proberen ons de namen goed uit te laten spreken. Na een half uur nemen ze afscheid en varen in het donker weer weg.

De rust is weer terug en we gaan verder met de tochtplanning. Als ik het laatste waypoint in de gps heb ingevoerd, gaat plotseling het ankeralarm af. We staan even verbaasd te kijken, want we liggen al anderhalve dag stevig vast achter ons anker. ’s Nachts en overdag heeft het flink gewaaid en het is net hoog water geweest. We gaan vlug naar buiten en inderdaad het 35 kg zware anker krabt, de boot drijft steeds verder achteruit richting ondieptes en rotsen. We halen het anker op en besluiten nog een keer te ankeren, nu in wat minder diep water. Als we weer liggen nemen we eerst nog een drankje en hapje om bij te komen. Na ruim een uur durven we weer naar bed, we blijven nog een tijdje met gespitste oren liggen. Zelfs midden in de nacht checken we de diepte en de positie. ’s Morgens bij het ophalen van het anker blijkt dat ie goed ingegraven is geweest, hij zit muurvast en er komt een hoop zand naar boven. Weer een les geleerd, de volgende keer dus in ondieper water of meer ketting uitvieren.