Petit Nevis

We vertrekken van Bequia naar Petit Nevis om een dagje voor anker te gaan. De baai wordt omschreven als een daytime anchorage, dus overnachten wordt ten stelligste afgeraden. Gelukkig liggen er maar twee boten, er is slechts plek voor een stuk of vier. We ankeren en gaan de het eiland verkennen. De jongens zeiden dat ze een mega-gecko zagen, het blijkt echter een leguaan van zeker een meter lang met een hoge kam op zijn rug. Hij ziet er er woest en groots uit. Hij loopt hoog op zijn poten als een kat en schiet een hoek van een vervallen gebouwtje in als hij ons in de gaten krijgt. We weten niet wie het hardste schrok, hij of wij.








Petit Nevis, hoe klein ook, heeft een historie in de walvisjacht. De vissers van Bequia jagen al eeuwen op walvissen en op Petit Nevis werden ze geslacht. Nog steeds zijn de sporen daarvan zichtbaar. Een vervallen helling waar ze op werden getrokken, ruines van hutten met grote kookpotten en wellicht hier en daar wat fragmenten van walvisbotten. Deze traditie geeft, volgens de internationale overeenkomsten, aan Bequia formeel toestemming om, tussen februari en april, maximaal vier walvissen te vangen, onder de voorwaarde dat dit nog op de traditionele wijze met open boten gebeurt. Soms vangen ze in een jaar niets, soms wel. Als een walvis is gevangen, dan worden ze tegenwoordig op de naburige Semplers Cay geslacht. Ondanks groeiende tegenstand, ook onder de locals, gaat dit nog altijd door.








Petit Nevis is leuk om te verkennen. De oude sporen van de walvisjacht zijn interessant om te onderzoeken. Aan de andere kant is een woest strand met een serie palmen. De jongens gaan op kokosnotenjacht. Het lukt om er een aantal te vinden en uiteindelijk weet Tim er eentje van de dikke schil te ondoen, zodat we alleen de noot overhouden om aan boord mee te nemen. Ook is Petit Nevis een prachtige plek om te snorkelen. Links van de boot ligt een ondiepte met rotsen en koraalrif. Snorkelend verkennen we dit uitgebreid. We zien ongelofelijk veel vissen in allerlei kleuren. Tim en Bas herkennen onder een rots een murene (zo een met van die tandjes brrrr) en een kleine haai. We zien veel koraal in de mooiste kleuren, wuivende vertakte bladeren, een soort ronde kookpotten die ook iets levends zijn. We hebben nog veel te leren in het herkennen van alle vormen van leven die hier te zien zijn. Later identificeren we in ons boekje een behoorlijk aantal vissen die we hebben gezien.







Eind van de middag gaan we ankerop en varen naar Friendship Bay in Bequia. Tussen de eilandjes door staat een sterke stroming en behoorlijke golfslag. Het water spettert tegen de rotsen omhoog. We zoeken de ingang en links en rechts van ons breken de golven op de rotsen en het rif. We zijn blij als we weer veilig achter ons anker liggen. We kijken goed uit en de kaartplotter bewijst hier goede diensten.

Bequia, ons eerste tropisch eiland

De Grenadines bestaan uit 32 eilanden, sommige slechts rotsen, andere zijn groter en bewoond. Bequia (uitgesproken als bek-wee) is het grootste eiland van de Grenadines en heeft 6000 inwoners. De hoofdstad is Port Elizabeth, maar in onze ogen is het slechts een dorp. Het is wel even wennen dat ze hier links rijden, sinds 1783 is St. Vincent en de Grenadines definitief onder Engels beheer gekomen. Nu zijn ze zelfstandig, maar nog wel lid van Commonwealth. De grootste bron van inkomsten van Bequa is toerisme.





De afgelopen dagen hebben we Bequia zowel vanaf de boot als vanaf land bekeken. Terwijl de jongens een duik gingen maken, gingen pa en ma op het terras zitten bij het bekende Gingerbread House. Je blijft je ogen uitkijken, rustig dobberende bootjes in de baai, vogel die zingen in de bomen, kleurige huisjes, relaxte mensen en overal dat prachtige azuurblauwe water.





















Om wat meer van het eiland te zien hebben we een rondrit gemaakt. Het valt de jongens op dat de chauffeurs hier veelvuldig toeteren, alleen doen ze dat niet uit agressie maar uit vriendelijkheid. Als ze een steile bocht willen nemen en de ander mag voor dan wordt er over en weer getoeterd, waarmee dan duidelijk wordt wie eerst gaat.
We hebben het oude fort gezien, met zowel Engelse als Franse kanonnen. In de 17e eeuw was het een populaire haven voor de Britse, Franse en Spaanse vloot vanwege de goed beschutte ankerbaai.








Vanaf de 240 meter hoge “The Mountain” hebben we een prachtig uitzicht op de Granadines. We zien Mustique (een prive-eiland waar beroemdheden zoals Mick Jagger een huis bezitten), Petit Nevis, Canouan en Union Island. Ons eerst volgend doel met Beluga is Petit Nevis, vanaf hier lijkt niet al te ver te liggen.








We komen langs een voormalige kokosnoten- en rietsuikerplantage Spring, waar nu een toeristisch hotel is gebouwd.
Bij de Oldhegg Turtle Sanctuary worden zeeschilpadden opgevangen van de met uitsterven bedreigde Hawksbill turtle, die alleen rondom Bequia voorkomt. De initiator is een gepensioneerde visser. Hij jaagde vroeger al duikend met speren op het onderwater leven, waaronder ook op deze turtles. Nadat hij hoorde dat er nog slechts een paar duizend voorkomen, zette hij dit opvangcentrum op. In de wintermaanden worden baby-schildpadjes van het strand gehaald, zodra ze uit de eieren zijn gekomen. Als de schildpadden 2 jaar oud zijn, gaan ze weer terug naar zee. In de baai rondom onze boot hebben we er al een aantal keer een zien zwemmen. Tim en Bas zijn er zelfs twee tegen gekomen tijdens het snorkelen. Vreemd genoeg staat de regering toe dat er zeven maanden per jaar op deze schildpadden mag worden gejaagd.














Aan het eind van de tour kunnen we nog een blik werpen op de baai waarin Beluga ligt. Het is inmiddels aardig druk geworden, veel mensen komen om Oud- en Nieuw op Bequia te vieren.





Verder besteden we onze tijd aan boodschappen doen, diesel en water tanken en de was.







Beluga in Zilt-magazine

Sinds we weer een beetje internettoegang hebben, kunnen we weer onze mail ophalen en lezen. Daarbij zagen we dat de Zilt een artikel over ons heeft gepubliceerd.
We vinden het een hele eer om in het blad te staan met ons verhaal over de storm in La Palma. We kwamen hier in de baai twee keer mensen tegen die vroegen of wij van de Beluga waren, die van die storm en dat gave filmpje. We waren al verbaasd dat de “roem” van Beluga ons vooruit was gesneld. Nu snappen we dat zij, eerder dan wij het artikel hebben gelezen.




Zoals de redactie van de al Zilt schrijft:
Drie maanden nadat een nieuwe lichting vertrekkers op pad ging, staat een grote groep zeilers aan de
vooravond van hun oversteek van de Atlantische
Oceaan. De Doen ligt prachtig voor anker voor La
Gomera, op de Zeemuis genezen ook de meest hartnekkige
kinderziektes en de bemanning van de
Beluga trotseert een laatste storm in de jachthaven
van La Palma. Hun verhalen in deze Zilt zullen ze pas
veel later lezen via een Kaap Verdiaans, Surinaams of
Caraibisch wifi netwerk met ongetwijfeld net iets te
weinig balkjes.

Nou dat van die (internet)balkjes klopt helemaal!

Het complete magazine nr. 80 is op internet te lezen, zie Ziltmagazine

Oud en nieuw in Bequia

Het is een unieke belevenis om oud en nieuw op een tropisch eiland te vieren. Het tijdsverschil met Nederland is 5 uur, dus de eerste nieuwsjaarswensen sturen wij al om 7 uur ’s avonds over de oceaan naar onze familie. We hebben gereserveerd bij Mac’s pizzeria, met de bijboot gaan we ernaartoe (we worden al half nat door de golven) en hebben heerlijk gegeten. Alle restaurants en bars zitten vol. We wandelen naar het centrum van het stadje, waar de lokale bevolking op straat feest viert met veel drank, joints en heel veel reggea-muziek.




Daarna gaan we langs het water zitten met onze voeten in het zand. Bij een van de vele bars, waar een steelband speelt, toasten wij op het nieuwe jaar met een Pina colada. Daarna barst het vuurwerk los. Dit wordt aan de overkant van de baai afgestoken, waardoor we goed zicht hebben op de prachtige kleuren en vormen.







Na nog wat geswingt te hebben op de opzwepende muziek vertrekken we weer met ons bijbootje naar Beluga. Gelukkig hebben we de kerstverlichting in de kuip aangedaan, want door de vele schepen die er liggen is ons ankerlichtje maar moeilijk te vinden.

Happy new year

Wij wensen iedereen een heel gelukkig, gezond, warm en bijzonder 2013 toe.
Vanaf Bequia toasten wij op jullie en bedanken jullie voor jullie reacties op onze verhalen, goede wensen en lieve mails.

Inmiddels hebben we alle foto’s toegevoegd bij de blogs van de oversteek, die begon op 6 december. Heel veel kijkplezier.




Onze Atlantische oversteek, terugblik, en aankomst

Het oversteken van de Atlantische Oceaan is geen sinecure. Onze oversteek is eigenlijk begonnen in Lissabon, 4 nachten doorzeilen naar Porto Santo bij Madeira. Dat klinkt inmiddels niet zo veel, maar het is gewoon vol oceaanzeilen. Na 2 nachten zeilen waren we vervolgens in La Palma. Dan heb je de keuze: direct naar de Caribische Eilanden of eerst naar de Kaap Verden. Wij kozen voor het laatste. Dat splitst de oversteek in tweeen, met een omweg van een paar dagen. De 800 mijl naar de Kaap Verden was voor ons de opmaat naar het grote werk: ruim 2000 mijl richting Barbados.

Het internet is geen plek om gevoelens te uiten, maar Johan wil toch delen waar onze zeiltocht is geboren: in het Caribisch gebied! In 1979 mocht hij met Henk en Marga mee op de Zwalker. We zeilden van Saint Barts naar Saint Kitts. Dromerig staarde hij over het kajuitdak naar de eilanden in de verte. Dat was het moment waarop hij zich voornam om ooit nog eens met mijn eigen boot de Atlantische Oceaan over te steken en nog eens langs de Caribische eilanden te varen. Nu, na 33 jaar, is het zo ver. We hebben het geflikt, een teamprestatie met zijn vieren als gezin! Met een boot die we eigenhandig van de ondergang hebben gered door een volledige restauratie. Wellicht kan de lezer zich voorstellen wat er dan door je heen gaat als de eerste Caribische klanken uit de radio klinken, als de eerste eilanden in zicht komen na 18 dagen non-stop zeilen.




Je vertrekt met een eigenaardig gevoel. Het valt niet te plannen wanneer je aankomt en het duurt in ieder geval een paar weken. Wekenlang alleen maar de zee om je heen en een periode die zich niet in een weerbericht laat vangen. Het is “maar” de passaatroute, maar het gevoel van controle dat wij westerlingen denken te hebben moet je toch echt helemaal loslaten. We zullen vanaf nu het moeten nemen zoals het komt. De passaatroute kan altijd een aantal stevige verrassingen bieden.





Onderweg hebben we weerkaarten en gribfiles opgehaald en hebben we een beetje een slingerkoers gevolgd omdat ons dat beter leek met de windverwachtingen. Dat is echter maar heel bertrekkelijk. Als je denkt een weerssysteem te kunnen omzeilen, dan kom je er snel achter dat je bootje in 24 uur maar een uiterst klein stukje op de kaart voortschuift. Uiteindelijk kom je in een ritme en we hebben de laatste dagen, ondanks dat we reikhalzend uitkijken naar land, allemaal het gevoel dat het ook nog wel een paar weken zo mag doorgaan.






We hebben geen referentie van andere oversteken, maar ik vermoed dat deze oversteek niet al te zwaar is geweest. We hebben vrij veel licht weer gehad, met halverwege drie of vier dagen heel stevig zeilen en weinig heftige buien. Het lichte weer betekent overigens niet “relaxed” zeilen. We hebben altijd een verwarde zee gehad met deining van minstens drie kanten, bovenop de windgolven. De bewegingen van de boot laten de zeilen constant klapperen en met het nodige geweld tegen de verstaging knallen. Een behoorlijke aanslag op de zenuwen en het materiaal. Veel experimenteren met zeilstand en koers hebben ons uiteindelijk een soort draaglijk compromis opgeleverd, gericht op het maken van een acceptabele voortgang en het heelhouden van de tuigage. De drie dagen met veel wind en, na een uur of 12, ook heel behoorlijke zeegang waren wat dat betreft heel wat aangenamer.



We hebben veel geleerd. Johan zeilt al een jaar of 35, ook op zee. Maar oceaanzeilen voegt een aantal geheel nieuwe dimensies toe. De afstanden zijn lang. De zeegang is altijd overheersend. De routering op basis van weerkaarten en gribfiles is een wetenschap op zich en het handelen aan dek is op de altijd wild bewegende boot iets dat je moet oefenen. Uiteindelijk hebben we het voordewindse reven van het grootzeil onder de knie, het manipuleren van de fokkeboom hebben we helemaal onder controle. Eigenhandig hadden we uitgedokterd welke handelingen je moet doen met die onhandige ruim 5,5 meter lange paal die een heel eigen leven gaat leiden als je iets niet goed doet.




Na het aanlopen van Barbados concludeerden we dat het daar gewoon onaantrekkelijk is om met je zeiljacht te gaan liggen, met in het achterhoofd ook de wens om de kerstdagen een beetje rustig door te brengen. We draaiden af en staken over naar Bequia.




Dat bleek een goede greep te zijn, want we kregen in die nacht veruit de grootste squall over ons heen van de hele reis. Een rolwolk van horizon tot horizon naast ons kwam steeds dichterbij. We volgden de bui op de radar.









We besloten om, op de kotterfok na, alle zeilen te strijken. Dat was maar goed ook, want de bui bracht een beste storm met zich mee uit het zuiden. Een windrichting die de toch al magere ankermogelijkheden bij Barbados lagerwal maken. We hadden op zijn gunstigst een onrustige nacht gehad en mogelijk gevaar gelopen aan die onbeschermde kust. Overstekend naar Bequia was het vele malen veilgier en weinig meer dan een beetje natte bedoening wegens de hevige regen en een wat wilder dan anders bewegende boot. Johan en Bas werden een keer door een onverwachte golf gelanceerd en Johan kwam met een rib in aanraking met het stuur. Weer een gekneusde rib dus. In de loop van de nacht viel de wind uiteindelijk grotendeels weg, zodat we de laatste loodjes motorzeilend aflegden.

Uiteindelijke lieten we het anker vallen in Admiralty Bay, de drukke maar ruime baai van Bequia.







We hadden het anker tenauwernood ingegraven of de wind draait in een bui 90 graden van richting en neemt toe tot bijna stormkracht. Later in de nacht keert de stevige passaat weer terug uit het oosten. Een stevige test voor ons anker, dat goed blijkt te houden. Bequia is een klein eiland met ongeveer 6000 inwoners, maar geliefd bij zeilers. Het is behoorlijk commercieel, vrijwel alles kan je hier krijgen, maar wel tegen een forse prijs. Tegelijkertijd is Bequia op en top Caribisch. De vrolijk geschilderde houten huisjes van Port Elisabeth, muziek vanuit diverse hoeken, mensen die je groeten en veel lachen. Schildpadden duiken regelmatig op in de buurt van de boot, een uitgetrekt strand ligt op een meter of 200 naast de boot en restaurantjes met een steiger voor de bijboot. Je vaart ernaar toe en wandelt over het strand zo de gezellige bar in. We hebben onze aankomst na een dag uitrusten en bijslapen gevierd met een prima maaltijd en een lekkere cocktail vooraf. We hebben inmiddels al regelmatig gezwommen en gesnorkeld en Tim en Bas duiken naar het anker op een meter of acht.














Het weer: het waait hard (de passaat staat bijna altijd door hier) en een aantal keren per dag kan er een stevige regenbui vallen. Het blijft echter altijd behoorlijk warm.

De dag na kerst klaren we in bij de douane en de immigratie. We worden vlot en correct geholpen en na 140,45 East Caribean dollar te hebben afgerekend en een aantal stempels op documenten en in ons paspoort zijn we officieel binnen in Saint Vincent and de Grenadines.





We mogen een maand blijven in deze eilandstaat, ons Caribische avontuur kan gaan beginnen.

Door naar Bequia

Niets zo veranderlijk als de mens (en het weer). In een aantal behoorlijke squalls varen we de laatste mijlen naar Barbados. Inklaren mag op twee plaatsen: de nieuwe St. Charles Port en in de hoofdstad Bridgetown. Achterop onze nieuwe Imray kaart staat: avoid clearing customs in Bridgetown, go to St. Charles Port. Dat is een nieuwe jachthaven met maar een probleem: er zijn welgeteld zes visitors plekken, afgestemd op boten van 35 meter. Nu hebben we een beste boegspriet, maar 35 meter halen we niet. Ankeren bij St. Charles Port is nauwelijks mogelijk, er loopt een enorme swell die je hevig zou laten rollen.

We zijn toch naar St. Charles Port gevaren, omdat we met eigen ogen de mogelijkheden wilden beoordelen.





Pilots kunnen zo veel zeggen. Het komt erop neer dat we in St. Charles Port zouden kunnen inklaren, om vervolgens nog 17 mijl naar Bridgetown te varen, om in de baai daar te ankeren. Die baai is volgens de pilots vaak oncomfortabel met veel swell. En doorvaren langs de kust gaat zo maar niet, daar heb je een aparte clearance voor nodig. Ook met clearance mag je tussendoor nergens ankeren. Je mag alleen stil blijven liggen of haaks de kust uit varen. Om later weer weg te gaan moeten we dan weer 17 mijl naar St. Charles Port terugvaren, daar aanleggen, uitklaren en wegwezen. Maar om terug te varen moet je weer een aparte clearance aanvragen. We hebben helemaal geen zin in al dit gedoe en besluiten af te draaien en over te steken naar Bequia. We besluiten om ooit nog eens terug te komen, maar dan wel met het vliegtuig.

Waarom Bequia? We willen wat rondpionieren in het gebied tussen Granada en St. Vincent, Grenadines geheten. De bovenste Grenadine is Bequia. Vanuit Grenada (waar we aanvankelijk na Barbados heen wilden) moet je behoorlijke aandewindse tochten maken om in de Grenadines te komen, vanuit Bequia ziet het er met de heersende windrichting veel gunstiger uit. De meeste Grenadines vallen onder St. Vincent. Dus, daar komen de regeltjes weer, moet je eerst in een zogenaamde “port of entry” aankomen om de formaliteiten met customs en immigration te regelen. Bequia is zo’n port of entry. Bovendien schijnt het er rond kerst en oud en nieuw erg gezellig te zijn. En ze hebben een erg goede water, diesel en laundry service. En ze hebben terrasjes met cocktails. Al met al reden genoeg om de keuze definitief of Bequia te laten vallen. Nog een nacht doorvaren, zo’n 100 mijl te gaan dus.

— Verstuurd via Iridium, 24/12/2012, 18:28 UTC, 13.14N 59.44W, afgelegde etmaalafstand 128 mijl.

Barbados of Bequia?

Midden in de nacht was er weer alle hens aan denk. De boot was door de veranderende windrichting naar het noorden aan het koersen. Er waren diverse buien rondom ons, de wind was daardoor afgezwakt en gedraaid en er was een warrige zee ontstaan. Nadat we de motor hadden gestart, de fokken ingerold en het grootzeil midscheeps hadden gezet, kwam plots de wind weer terug. Dus zeilen weer uitrollen en in de goede stand zetten en de motor weer uitzetten. Een half uur later lagen we weer op koers en in ons bedje.
’s Morgens vroeg tijdens Johan zijn wacht, ging het “dolfijnen-alarm” af. Iedereen weer zijn bed uit, het blijft mooi om ze te zien spelen met de golven. Ze kijken ook naar ons en duiken onder de boot en komen dan precies op de plek boven waar wij over de zeereling hangen. Na een half uurtje was het feest voorbij en gingen we nogmaals ons bedje in.








Vlak voor de lunch zagen we twee vissen naast Beluga zwemmen, Johan vermoedt dat het loodsvisjes waren. Tim en Bas hebben nog geprobeerd ze te vangen, maar helaas ze waren niet te verleiden tot het happen in aas. Het water is zo helder, dat we ze lange tijd konden volgen. Als ze te snel gingen hielden ze in en bij een golven maakten ze weer een spurt. Ze hebben het ruim een uur volgehouden te denken dat onze boot een walvis was.



Morgen hopen we weer land in zicht te krijgen. Het hangt een beetje af van de ankerplek of we Barbados aan gaan doen. De pilots zijn niet erg lovend over het in- en uitklaren en de weinige ankerplekken die er zijn, zijn niet beschermd tegen de deining. We lopen het wel aan en gaan ter plekke beslissen wat we gaan doen, ankeren of doorvaren naar Bequia. Wordt vervolgd 🙂

— Verstuurd via Iridium, 23/12/2012, 19:14 UTC, 14.03N 57.59W, afgelegde etmaalafstand 110 mijl.

Heerlijk zeilen

We zeilen weer! Gister eind van de middag begon de wind weer voorzichtig te blazen.





We hebben de hele nacht heerlijk gezeild, vallende sterren gekeken en genoten van de koelte. Eind van de dag was het 31,5 graad binnen, met als gevolg dat de hele familie om half tien ’s avonds opeens in de kuip zat af te koelen. Ieder lag te zwemmen in zijn bed. Gelukkig waren er niet al te woeste golven dus hebben we de luiken op een kier kunnen openzetten en daarna toch nog lekker kunnen slapen. Vanochtend lekker uitgeslapen tot 12 uur, heerlijk zo’n weekenddag. We moeten echt op de kalender kijken welke dag het is, de dagen vloeien in elkaar over en lijken allemaal op elkaar.

De mannen zijn gister en vandaag weer aasjes kwijtgeraakt, vandaag moet er wel een hele grote vis aan gehangen hebben, want het lijntje was afgebroken en vele malen rondgedraaid. Nu doen ze een poging met een kledinghanger, die moet aangeven of ze beet hebben. Ze zijn er in ieder geval lekker mee bezig, allerlei strategieen worden er besproken.





Net voor de lunch kwam er nog een pilot whale heel even kijken naar de boot. Kennelijk was het niet interessant genoeg, want nog geen minuut later was ie alweer verdwenen.

— Verstuurd via Iridium, 22/12/2012, 16:09 UTC, 14.26N 55.54W, afgelegde etmaalafstand 128 mijl.