Vertrokken

— 18.00 UTC 20.16N 62.37W, etmaal-afstand 130 mijl, afstand tot Flores afgenomen met 101 mijl (nog 1992 mijl)

Nadat we nog een vers stokbroodje hadden gehaald en een knuffel van de auto-verhuur-man hadden gekregen zijn we gisteren om 12 uur lokale tijd uit Marigot, St. Maarten vertrokken.












De passaatwind heeft zich weer hersteld en het front ten noorden van ons is minder actief geworden. We motoren de eerste twee uur richting Tintamarre en gaan dan onder zeil op een koers van 60 graden aan de wind. De boot doet het veel beter dan we hadden verwacht op deze koers, onder een helling van 15 graden gaat we er met 5 tot 6 knopen vandoor. Een droomstart.

In de loop van de nacht komen er nog wat buien over, waarvan een met een beetje onweer, en de wind neemt wat toe. De genua rollen we half in bij ruim 20 knopen (schijnbare) wind.
Dit alles leidt tot een mooi eerste etmaal. We moeten nog erg wennen aan al het gestuiter en geschommel, het is duidelijk dat we nog moeten inslingeren. In het begin van de nacht is het binnen nog heet, na de buien is het een beetje afgekoeld zodat we de tweede helft van de nacht toch nog behoorlijk slapen.

— verstuurd via Iridium

Oversteek naar de Azoren

Als het onweersfront dat ten noorden van ons ligt zich een beetje weet te gedragen, dat vertrekken we morgen, 7 mei, met bestemming Flores. Dat is een van de eilanden van de Azoren. In een rechte lijn is de afstand 2093 mijl vanaf het punt waar we nu liggen, in Marigot Sint Maarten.

Die afstand is een beetje theoretisch. De koers vanaf hier is pal noord-oost. Dat is zo ongeveer recht tegen de wind, tegen de golven en tegen de stroom in. Dat gaat dus niet met een kleine zeilboot. De gebruikelijke koers is daarom eerst naar het noorden dan, als de wind een beetje gaat draaien af te buigen naar de Azoren. De werkelijke afstand is daarom meestal veel langer en kan oplopen tot zo’n 2700 mijl. Onderweg krijgen we te maken met een overgangszone tussen de passaat en de westen windzone die de paardenbreedten (ofwel horse latitudes) heet en een gebied met drijvend zeewier dat de Sargassozee heet. Samen met de actuele weersontwikkelingen die we met weerkaarten en gribfiles gaan volgen proberen we de puzzel om zo snel mogelijk en op een zo goed mogelijke manier aan te komen op de Azoren op te lossen.

We liggen momenteel in de jachthaven van Marigot om de laatste voorbereidingen te treffen. De watertanks worden schoongemaakt en gevuld. We toppen de dieseltank op en vullen nog twee jerrycans. In totaal hebben we 580 liter water en 510 liter diesel aan boord. Het anker wordt op de boegspriet gebonden, de bijboot schoongemaakt en opgeruimd. De boot moet worden omgeturnd van cruise-boot naar vaar-boot. Er valt heel wat op te ruimen…

We zullen proberen om elke dag via de satelliet telefoon een klein berichtje op de site te zetten. We kunnen niet garanderen dat dit altijd lukt, maar doen ons best.





















Tintamarre en laatste voorbereidingen

We varen eerst naar de baai van Grand Case om het onderwaterschip schoon te maken, het water is daar

helder genoeg om het te kunnen zien. Met geimproviseerde middelen, keukenspatels aan een stok, schuiven we

dikke plakken onderwaterleven van de boot. Om de schroef en de kiel schoon te maken gaat Tim vele malen

naar beneden duiken.











Ons voornemen om naar Tintamarre te gaan is gelukt. Onderweg constateren we dat de boot ruim een knoop

harder vaart, de schoonmaakactie was dus succesvol. De swell was sterk afgenomen en we varen een uurtje

van Grand Case naar Tintamarre. Er liggen daar tegenwoordig moorings, we treffen er nog een vrij. We

snorkelen aan de noordkant van het strand. In eerste instantie lijkt het een beetje tegen te vallen, maar

zoals we eerder al zagen, werd het steeds leuker naarmate we langer het onderwater leven in ogenschouw

namen. Johan spot een nurse shark die we een poosje kunnen volgen. Ook zien we weer vissen die we nog

niet eerder hadden geidentificeerd. Onder andere de “spotted goatfish” die van kleur verandert. Joke

slaagt erin om er een te fotograferen in twee achtereenvolgende kleuren, eerst rood dan wit.















Tintamarre is een eiland voor de kust van Sint Maarten. In het verleden zouden er veel geiten zijn

geweest. Een geit schieten en op het spit braden zou daar ooit een bron van vermaak zijn geweest. We zien

nu nauwelijks geiten. Het is een barre wildernis. Op veel plaatsen zien we lange muren van gestapelde

koraal rotsen.

We blijven een nacht over op Tintamarre, het weer is erg rustig (conform de verwachtingen). We genieten

nog een keer van de rust op dit onbewoonde eiland. Op de terugweg naar Marigot oefenen we wat met het

licht weer zeil. Dat blijft een geimproviseerd iets op onze boot. Het lukt ons maar deels om het

acceptabel gezet te krijgen, ware het niet dat er bovenin een twist inzit die we niet kunnen verklaren.

We stoppen ermee, in Marigot lossen we dit later weer op. Het weer is nog steeds van slag. De wind (voor

zover je daar van kan spreken met een knoop of 5) komt uit het zuidwesten. Op zich een heel aardige

richting maar voor ons veel te zwak. De windvoorspellingen blijven voor ons dinsdag de 7e als een gunstig

vertrekmoment aanwijzen. We houden daar dus maar aan vast.















Zaterdag 4 mei gaan Tim en Bas nog één keer duiken met Ocean Explorers. Ze brengen de boeken terug die

Bas mocht lenen voor zijn Maatschappijleer-project. We hebben daar heel wat bladzijden uit gescand. De

duiken zijn wederom een groot succes. Jeff, de duikschoolbaas die ook de shark dives leidt doet ze nog

een aanbod: als ze wat vervolgcursussen doen tot aan divemaster, dan mogen ze bij hem komen werken. Dit

is iets dat hij zeker niet tegen elke duikklant zegt. Iets om over na te denken en op zijn minst een

groot compliment.








Onderwijl doen Joke en Johan de laatste boodschappen en ruimen de boot al wat op. Morgen (zondag) gaan we

de marina hiernaast in voor de laatste voorbereidingen. We zijn er klaar voor. Het valt ons zwaar om

afscheid te gaan nemen van de Carieb. De weersontwikkelingen zijn echter een voorbode van wat er gaat

komen. Het is tijd om weg te gaan. Momenteel is het wederom bijna windstil en 34 graden in de boot. Een

record, zelfs hier in de tropen. Tim vaart de benzine uit de vlotter van de buitenboordmotor. Die mag

weer een poosje buiten dienst worden gesteld. De motor heeft, dankzij de goede zorgen van Harry van Wijk,

het hele seizoen storingvrij gefunctioneerd. Niet slecht voor een motortje van een kwart eeuw oud.

Het blijft een dubbel gevoel om afscheid te gaan nemen van een plekje op de aarde waar we niet echt weg

willen, maar nieuwe ervaringen en ontdekkingen liggen voor ons.

Carnaval op Sint Maarten

In Marigot klussen we verder aan de boot. De EPIRB (noodbaken) wordt getest, de grabbag nagekeken, de brandmelder heeft zichzelf al laten horen tijdens het bakken van pannenkoeken die is dus ook oke. In

Nederland hadden we besloten dat drie zeekooien (slaapplaatsen met een voorziening dat je er niet uit kan

vallen) genoeg zijn, omdat er altijd iemand op wacht zit. Met zijn vieren leidt dit tot een rouleren over

de slaapplaatsen, wat ten koste gaat van de nachtrust. Allemaal een eigen plekje waar we aan gewend raken

vinden we toch beter. Met het zeildoek van een oude hangmat tovert Johan de langsbank om tot een zeekooi

(je ziet er niets van als je het zeildoek weer weghaalt).








Tim en Bas maken inmiddels nog een tweede duik. Bij de duikschool beginnen ze ons te kennen. Geinspireerd

door de duik met haaien wil Bas zijn eindproject voor Maatschappijleer over haaien maken. Zijn die vriend

of vijand van de mens? Hoe belangrijk zijn ze voor het ecosysteem? Verdienen ze vernietiging of

bescherming?












Op 30 april is de grote Carnival Parade (die “i” is geen typefout). Een evenement waar Sint Maarten

beroemd om is, dat willen we niet missen. ’s Morgens zien we op internet de foto’s van onze nieuwe

nederlandse koning en koningin, hier op St. Maarten gaan we de beauty-queens en kings in levende lijve

bekijken. We gaan met de bus eerst langs de duikschool. Ze hebben boeken en tijdschriften voor ons

klaargelegd die Bas mag lenen voor zijn schoolproject. De jongens maken nog een afspraak voor een

allerlaatste duik in de Carieb. Duiken bij Sint Maarten vinden ze veel leuker dan ze vooraf hadden

ingeschat, mede door de professionele begeleiding. Zaterdag 4 mei gaan ze duiken en we brengen dan de

geleende boeken weer terug.

Door de buschauffeur worden we afgezet op een mooi plekje om de Grand Parade langs te zien komen. Wat een

evenement en een feest! Horen en zien vergaat je als de grote trucks met oplegger met muzikanten

langskomen. Erachter dansen een groep prachtige dames (en heren) in de mooiste outfits. Al met al duurt

de parade ruim twee uur. Als je op Sint Maarten bent, moet je dit gezien hebben.
































Als het is afgelopen lunchen we even bij een KFC en nemen de bus weer terug naar Marigot. Het ziet ernaar

uit, de weerberichten in aanmerking genomen, dat dinsdag 7 mei een goede wind staat om te vertrekken.

Voor die tijd willen we nog een laatste cruise-uitje maken. We gaan morgen naar Gran Case om het

onderwaterschip zo veel mogelijk van aangroei te ontdoen. Er staat nog veel noord-oosten swell, maar dat

neemt langzaam af, dus we willen donderdag of vrijdag als afscheid van het cruisen in de Carieb nog even

naar Tintamarre. Het is daar mooi snorkelen en het bestuderen van het onderwaterleven is toch wel

uitgegroeid tot een van onze grootste genoegens. Hopelijk is de swell voldoende afgenomen en is het water

helder genoeg (swell maakt het troebel) om nog één keertje onder water te genieten.

Zaterdag gaan we dan de haven van Marigot in. Tim en Bas gaan dan duiken, Joke en Johan de laatste verse

boodschappen doen en de watertanks schoonmaken en vullen. We willen, als het even kan, vanuit de haven

vertrekken, zodat we het anker zeevast aan dek kunnen stouwen en niet onder de boegspriet zoals tot nu

toe. Een douche voor vertrek is ook wel lekker. Als het loopt zoals het er nu naar uitziet, blijven we

dus tot 7 mei in de haven en gaan dan de grote sprong naar de Azoren wagen, vermoedelijk met als eerste

aanloop het eiland Flores. Het einde van het Caribisch avontuur komt in zicht, het nieuwe avontuur van de

grote oversteek en het verkennen van de Azoren ligt in het verschiet.

Voorbereidingen

De oversteek naar de Azoren komt steeds dichterbij, dus blijven we aandacht besteden aan de

voorbereidingen. We nemen dit serieus, omdat deze oversteek de langste is tot nu toe en bovendien onder

heel wat minder zekere omstandigheden als de passaatroute op de heenweg. De lijst is tot 38 punten

gegroeid.

Alleen al de provisie inventartiseren en aanvullen kost een paar dagen. Met het autootje schuimen we de

supermarkten af naar de door ons gewenste produkten. We vinden alles van onze gading en hebben een paar

auto- en bijbootladingen vol ingeslagen. Op wat last minute verswaren na zijn we compleet tot de Azoren

en voor een deel zelfs tot aan Nederland.















De terugreis houdt een mogelijkheid in van langdurige windstiltes, afhankelijk van de omstandigheden

(vornamelijk afhankelijk van de ligging van het Azoren hogedrukgebied en de ligging van de windluwe zone

tussen de passaat en de depressieroutes). Daarom adviseert men om extra brandstof mee te nemen. We

schaffen bij een grote supermarkt jerrycans aan. Samen met hergebruik van al aanwezige jerrycans kunnen

we zo 200 liter diesel meer meenemen dan op de heenweg (totale voorraad nu 510 liter).







Daarnaast is er ook een grotere kans op storm onderweg. Hiervoor hadden we in Nederland al afgesproken om

een extra maatregel te nemen. We willen twee “verdedigingen” hebbben: bijliggen zoals we onderweg naar

Guadeloupe al hadden getest en als tweede middel een zogenaamde drogue. Dit is een geval dat je achter je

boot aansleept om voor een storm uit weglopend de snelheid van de boot onder controle te houden. We

vinden dezelfde drogue als aanbevolen in Nederland, maar wel voor een behoorlijk lagere prijs! Dat valt

weer mee. We schaffen nog een 80 meter lange 16 mm tros aan om de drogue aan te slepen. Dit is nodig

omdat een droge een volledige golflengte achter de boot moet komen om goed effect te hebben. Johan richt

het in met voorloopketting en splitst een oog met kous aan de lijn voor de verbinding aan de ketting.

Een lichtschakelaartje in de wc moet worden vervangen, dieselfilters van de motor vervangen (de diesel is

overigens nog behoorlijk schoon, zonder een spoor van vocht of bacterievorming), het wierfilter van de

motor wordt nog eens schoongemaakt, de bijboot wordt geplakt, we gaan alle reddingsmiddelen nog eens

extra nalopen, enzovoort. Overigens kwam in een bakje onderin de bilg ineens een levende krab terecht die

uit het wierfilter was gevallen. Dit werd door Joke met gepast gegil gevierd.








In de watersportwinkel komen we de bemanning van de Ostrea tegen, die ons vertelt dat er die avond een

“Nederlandse” borrel in de bar “Lagoonies” is. Bas wil eerst nog langs de duikschool, Joke nog zwemmen in

Maho Beach. Als we terug willen er is zowaar een giga file, dus keren we om en rijden het hele Lagoon

rond om de bar vanaf de andere kant te bereiken. Het wordt een gezellige avond.

Overigens valt ons op dat er veel, heel veel auto’s zijn op Sint Maarten. We hebben de grootste moeite om

een auto te spotten die geen krassen en deuken heeft. Zelfs nieuwe auto’s hebben kennelijk binnen de

kortste keren de nodige beschadigingen op de bumpers. Die zitten er niet voor niets op zo te zien. Het

lukt Johan om onze auto (die ook rondom onder de krassen zit) de hele week zonder extra schade te

besturen.

Al met al doen we heel wat onderhoud en resteert er nog een en ander. We zijn nog even zoet, maar

vermaken ons verder best in Marigot.
Tussendoor doen we ook nog een beetje toeristisch. We bezoeken Pic Paradise, het hoogste punt van St.

Maarten en wandelen door Front Street en Back Street in Philipsburg.





















Duiken met haaien

Joepie, vandaag de foto’s van de duikschool gekregen, veel kijkplezier!

Tim en Bas haddden een leuke duikschool op Sint Maarten uitgezocht en aangezien we een autootje hebben gehuurd is het nu een mooi moment om te gaan duiken. Als we echter in het autootje zitten en Johan vraagt waar hij heen moet rijden weten we het eigenlijk niet meer. Bij toeval zien we een duikschool ‘Ocean Explorers’ bij Simson Bay waar we dan maar even stoppen. Dit lijkt ons ook een goede duikschool en bovendien doen ze ook een ‘shark dive’. We maken snel een afspraak voor een gewone duik en de shark dive erna.

De dag van de duiken is aangebroken en we gaan snel op pad, we hebben er echt wel zin in!
De eerste duik is een duik bij ‘Old Bridge’, de oude brug van Simson Bay die volgens geheel traditionele Caribische wijze is gedumpt vlak buiten de baai. Eromheen heeft men nog enkele zeilbootjes afgezonken waar we ook even langs zullen gaan.
We zijn nog nauwelijks beneden aangekomen of we zijn al een rog zwemmen. We zwemmen naar de brugdelen toe waar nog een rog op ons ligt te wachten. Dit blijkt een hele tamme rog te zijn, hij zwemt met plezier naar ons toe, om ons heen en komt op onverwachte momenten weer opduiken. Duikinstructeur Jeff heeft een fotocamera mee en maakt hele professionele foto’s. Verder zien we nog twee hele dikke murene’s, een blenny en een Great Barracuda van toch echt wel twee flinke meters!




We zwemmen verder naar een onherkenbaar klein wrak toe waar een krab in het zand zit. Jeff heeft wat gras geplukt wat de krab met alle macht zijn holletje in probeert te trekken. Dit is een leuk schouwspel waar we even lekker van genieten, prachtig dat onderwater leven!
Als we verder zwemmen naar het eerste zeilbootje maakt Jeff foto’s van een schelp… wat kan daar nou zo bijzonder aan zijn? Als we dichterbij komen zien we dat het een heremietkreeft is.
Wanneer we bij het eerste zeilbootje aan zijn gekomen maakt Jeff een foto van ons van binnenuit. Bas raakt met zijn pink een stukje vuurkoraal aan wat de komende dagen nog zal irriteren, maar zo heel erg is het nou ook weer niet. De duikinstructeurs raken het met regelmaat aan, het is net alsof je een muggenbult hebt alleen jeukt het niet zo. Het zeilbootje ligt schuin op zijn kant en is behoorlijk aangegroeid met allerlei kleine koraalstukjes.



Onderweg naar het tweede zeilbootje zien we meerdere porcupinefishes, een aantal Dog Snappers een school van tien barracuda’s en nog een hoop losse roofvissen.
Bij het tweede zeilbootje kijkt jeff door een gat naar binnen, maar Bas tikt hem snel op zijn schouder, een grote felle platvis (peacock flounder)! Jeff maakt onmiddelijk een paar mooie foto’s.







Eén van de andere duikers kijkt naar binnen en ziet een grote lobster in het hoekje van de voorpunt, Bas kan een schim van de lobster zien door zijn lenzen, maar Tim kan hem helaas niet onderscheiden in het donker. Bovendien zien we nog een kleine blenny, deze visjes zijn ongeveer 2 cm lang en hebben een doorsnee van enkele millimeters. De instructeur houd zijn pen van zijn schrijfbordje vlak bij de blenny en de blenny haalt er meerdere keren naar uit. Super leuk om zo’n miniem visje in actie te zien! Hierna keren we weer terug naar de boot.

Het waait hard vandaag en er komt een squal recht op ons af, maar voor de shark dive moeten we toch echt twintig minuten recht tegen de wind in varen. Een van de duiksters wordt zeeziek en gaat op de plaats van bestemming snel het water in om weer bij te komen. Als we net aan de mooring liggen komt er een klein containerschip recht op ons af, gelukkig besluit hij om bij te sturen.

We gaan naar beneden waar een paar rotsblokken liggen zodat die ons op onze plek kunnen houden en we niet te veel zand opwoelen. Ze zijn niet bedoeld om achter te schuilen. Willy is een grouper die bevriend is met de duikschool, hij is er elke duik weer en ziet er geniaal uit als hij stil zit op de bodem. Willy zit dus ook deze duik de hele tijd erbij en zit geruime tijd naast Tim mee te kijken. Meteen zwemmen de eerste haaien al om ons heen en ze komen niet zo’n klein beetje dichtbij ook! De haaien variëren van een halve meter tot vier meter en zijn, als je ze van heel dichtbij bekijkt, grijs gespikkeld van boven en wit van onder. Hun ogen zijn hetzelfde als die van ons, een pupil in oogwit, maar Willy bijvoorbeeld heeft een compleet grijs oog. De haaien hebben rugvinnen die naar achter toe los van hun rug zitten zodat ze kunnen sturen. Af en toe vraag je je af of je niet even aan de kant moet als een haai recht op je af komt zwemmen, maar meestal zwemmen ze net tien centimeter boven je langs. Jeff en Danny maken wederom weer geweldige foto’s en filmpjes. Jeff heeft metalen handschoenen aan om zich te beschermen tijdens het voeren. Hij prikt vissenstaarten op een pin en speelt met de haaien. Het is werkelijk ongelofelijk om te zien hoe één hij is met de haaien. Wanneer de haaien de vissenstaart proberen te pakken geleid Jeff ze langs ons heen en natuurlijk is het onvermijdelijk dat wij als toeschouwers af en toe een klap van een staart krijgen. De kracht die die beesten bezitten is echt giga groot. Jeff pakt zo nu en dan met zijn handschoen een haai bij zijn bek en speelt ermee alsof het knuffelbeesten zijn.






Na de voersessie zwemmen we over het rif heen terug naar de boot. Hoewel het rif ook mooie dingen te bieden heeft blijven de haaien ons toch het meest interesseren. De haaien blijven in de buurt en zelfs als alleen Bas en Danny nog in het water zijn komt een kleine haai nog even gedag zeggen. Wat was dit een bijzondere, gave en vooral onvergetelijke ervaring!!!

Eenmaal boven maken de duikinstructeurs los van de mooring en drijven we op de wind een stukje in de goeie richting terwijl Jeff ons dingen vertelt over haaien. Het algemene beeld van de haai is zo ongeveer het volgende: een gevaarlijk roofdier dat meer kwaad dan goed doet. Het is in werkelijkheid toch echt anders. Wereldwijd gaan er per jaar (gemiddeld) 10 mensen dood aan haaien, 200 door bliksem en 500 aan vallende cocosnoten. En waarom maken me dan wel films zoals “Jaws” maar geen films als “The coconut killer”?
Zo vertelt Jeff dat er sportvissers waren die op haaien visten hier op Sint Maarten. Bij de duiken die Jeff echter maakte zag hij steeds vaker afschuwelijke beelden, haaien die uitgescheurde kaken hadden en nou ja… de details zullen we je besparen. Jeff maakte hier een hoop foto’s en video’s van om bewijsmateriaal te verzamelen. Hij is samen met de duikschool naar de overheid van Sint Maarten gestapt en sinds drie jaar is het vissen op haaien dan ook verboden.

Jeff zei ons ook het volgende: “Je vraagt je zeker af waarom er zoveel vissen rond de haaien zwemmen zonder dat ze worden opgegeten?” Dit komt omdat haaien alleen de zieke en zwakke vissen eruit pikken. Dit kunnen ze aanvoelen en zo houden ze het ecosysteem op peil. De gezonde vissen laten ze met rust.
Jeff had nog een mooi voorbeeld over Zuid-Afrikaanse vissers. De vissers zagen dat de haai veel tonijn at en dus dachten de vissers: als wij nou de haaien gaan vangen, dan kunnen we meer tonijn vangen. Toen het aantal haaien echter afnam bleek dat de tonijn niet meer naar de kust kwam. Het aantal andere roofvissen steeg namelijk en de voedselbron van tonijn, sardientjes, nam sterk af. Nu komt de haaienpopulatie weer op gang en begint alles zich weer te herstellen.

Toen Jeff klaar was met vertellen stonden we allemaal een beetje verbouwereerd te kijken naar elkaar: krijg nou wat joh, hij heeft nog gelijk ook! Sinds onze duik- en snorkelervaringen is onze kijk op zeedieren dan ook behoorlijk veranderd, met name van haaien. Echt waar, het zijn magnifieke zeebeesten.
Een van de andere duikers zag tijdens de duik een haaientand vallen en had hem opgeraapt. Hij laat hem even rond gaan en zegt: “Maybe the boys would like to have it?” Wij wisten niet hoe gauw we “Yes please!” moesten zeggen. Nu hebben we naast hele mooie herinneringen ook nog is een haaientand als cadeau! We besluiten dat deze duik toch echt wel heel hoog in de top drie komt!






Fun en klussen, St. Maarten

We hebben een auto ter beschikking en het is zondag. Wat doe je dan? We gaan uitwaaien op het strand!
Bij Maho Beach ligt het begin van de start- en landingsbaan pal naast het strand. Landende vliegtuigen

komen laag over en de grotere startende vliegtuigen veroorzaken een complete zandstorm op het strand.

Natuurlijk is het de bedoeling dat je zo dwaas bent om daarin te gaan staan. Nou dat hebben we geweten,

we worden gezandstraald en van het strand afgeblazen de zee in.
Bas denkt nog slim te zijn en zich achter een heuveltje zand te laten vallen, maar ook daar was het niet

veilig. Dus zo hard als je rennen kunt naar het water en onderduiken.
Johan wordt gezandstraald op zijn rug en doet bij een tweede blast wijselijk zijn t-shirt aan.
Het is een leuke bezigheid en we hebben veel lol. Na afloop drinken we nog een sundowner. ’s Avonds zijn

we lekker uitgewaaid en zit het zand nog in ons haar.





























Maandagochtend, begin van de nieuwe werkweek. Tim is nog niet genoeg uitgewaaid en wordt door Johan de

mast in gehesen voor inspectie. Hij controleert alle verstaging en aanhechtingspunten. Alles is oke en

dus weer een vinkje op de klussenlijst.







Snorkelen in het donker

Tim en Bas hadden al een tijdje het idee om een keer in het donker na zonsondergang te snorkelen. We

hadden verwacht dat we bij Anguilla een leuke plek hadden kunnen vinden, maar helaas het water was erg

troebel. Bij Grand Case, Sint Maarten hebben we echter meer geluk: er is een rots, Rocher Creole, die

een beschermt baaitje vormt waar moorings liggen.
Bij aankomst in Grand Case waren we al eventjes langs de rots geweest om er te snorkelen en we vonden

dat deze plek geschikt was voor onze nachtelijke snorkeltrip.

Joke besluit toch om mee te gaan en om half acht vinden we dat het donker genoeg is (de zon gaat om half

zeven onder). We stappen in de dinghy en varen zo’n 12 minuten van Grand Case naar Rocher Creole. Daar

aangekomen is het even zoeken, maar we vinden toch een mooring, achteraf bleek dat er nog een aantal

dichterbij waren maarja… in het donker zie je niet zo heel veel. Rocher Creole lijkt in verhouding

veel groter dan overdag, terwijl andere rotsen weer kleiner lijken. We vinden het toch wel spannend, het

donkere water is toch niet zo super aantrekkelijk en toen we aan kwamen varen sprongen er een hoop

vissen om ons heen, een roofvogel komt ook nog even kijken wie er een nachtelijk bezoek brengt aan

Rocher Creole.
Tim en Bas gaan als eerste het water in en vinden uit dat er een heleboel kleine visjes op de lamp

afkomen en ook tegen je aan zwemmen. Het zijn er zoveel dat je er af en toe helemaal gek van wordt. De

grote vissen zijn echter schuwer en blijven liever uit het licht. Overdag heb je bepaalde vissen,

genaamd Sergeant Major, die in tientallen om je heen zwemmen, ’s nachts is het water echter vrij leeg.







Ze zitten voornamelijk tussen koraal en onder rotsjes, ook zij zoeken dus een holletje op. Verder zien

we nog een stuk of 7 Caribbean Reef Squid (inktvis) en nog een aantal andere grote vissen.
Het valt ons eigenlijk tegen dat er relatief weinig te zien valt. Ook de verhoudingen onder water zijn

heel anders: je denkt dat je veel dichterbij de rotsen bent dan dat het in werkelijkheid is, het lijkt

veel ondieper en sommige stenen zijn groter of juist kleiner. Na zo’n drie kwartier te hebben gezwommen

gaan we terug naar de dinghy en gaan Bas en Joke nog een klein halfuurtje zwemmen. Na nog geen 20 meter

te hebben gezwommen zien we een slapende Parrotfish met nog een kleinere vis, die onder zijn vin ligt te

slapen. We roepen Tim terug en laten ook hem nog
even dit wonderlijke spektakel zien.








We gaan weer verder en zien niet heel veel meer, slechts een aantal grotere vissen en natuurlijk de

hele hoop kleintjes om de lamp heen. Om een uur of tien zijn we weer terug op de Beluga en besluiten we

dat dit een hele leuke ervaring is geweest, maar om het nou vaker te doen… misschien wel een nachtduik

met een instructeur erbij. Ook is het plan om de volgende dag nog even met zijn vieren te gaan snorkelen

voordat we terug naar Marigot Bay gaan.

Rond half negen in de ochtend worden we wakker geroepen door de Port Police. Wat krijgen we nou weer? We

krijgen te horen dat we in de weg liggen voor de aanloop van het vliegveld. Er hebben al meerdere

vliegtuigen geklaagd over een bootje dat in de weg ligt. Uhm… oké, we gaan maar meteen weg. Bas haalt

nog even een paar baguettes terwijl de rest alvast het anker ophaalt. Bas komt precies terug als de

anderen net klaar zijn en na de dinghy vast te hebben gemaakt gaan we weer naar Rocher Creole. Het is

maar een klein stukje varen en we zijn er dan ook snel.





We springen in het water en zien weer een heleboel mooie dingen. Johan ziet onder andere een murene, een

porcupinefish en enkele angelfishes. Tim en Bas vinden een Great Barracuda en twee schildpadden en

natuurlijk zien we allemaal nog een hoop ander koraal.















Na de lunch gaan Tim, Bas en Joke weer snorkelen en zien een groep duikers die ze van het begin tot en

met het eind volgen. Zo gaan we redelijk ver, zwemmen tussen behoorlijke golven en zien we mooie vissen.

We ‘freediven’ (duiken zonder flessen en als je adem nodig hebt ga je weer naar boven) naar de duikers

toe en de duikers zijn dan ook behoorlijk verbaast als Tim en Bas langs komen op 10 meter diepte. Eén

duiker heeft een onderwater camera en maakt een foto van Bas.

Joke ziet een rare vis wat echter een Porkfish blijkt te zijn, deze vis komt zelden voor in de Carieb.

Op de terugtocht zien Tim en Bas een Hogfish. Dit is een vis met drie lange stekels op zijn kop, als Tim

en Bas ernaartoe duiken zien ze hem van een rode kleur naar een wit/grijze kleur veranderen… heel

bijzonder en gaaf om te zien.



Gran Case

Op het fokje varen we door naar Gran Case, eveneens aan de franse kant van Sint Maarten. Aan de noordkant van de baai ligt Roche Creole (volgens de Imray kaart heet die Roche Crole), waarvan staat aangegeven dat je daar aan de zuidkant kan ankeren en leuk kan snorkelen. Het blijkt dat er inmiddels moorings liggen. Van de gele moorings mogen we er een oppikken, wel zo makkelijk.

We springen overboord en zwemmen naar de rots. In eerste instantie lijkt het een beetje saai, maar naar mate we langer rondkijken zien we veel vissen die we nog nooit eerder hebben gezien. Ook is het koraal hier en daar heel mooi. Er vaart zelfs een glass-bottom boot af en aan met toeristen van de cruiseschepen uit Philipsburg.




























Na de snorkel actie lunchen we en varen de baai van Gran Case in. Er is weinig swell, dus kunnen we rustig ankeren. We hebben een paar maanden geleden besloten dat we omstreeks 7 mei willen vertrekken van Sint Maarten voor de grote oversteek naar de Azoren. We maken nu een week of twee pas op de plaats om dit voor te bereiden en om tussendoor Sint Maarten te bekijken. Deze tijd besteden we aan een grondige controle van de boot, onderhoud, inventariseren en herbevoorraden. We hebben een klussenlijst van zo’n 35 punten. We doen dit nu, mocht een controle iets aan het licht brengen, dan hebben we nog de tijd om het op te lossen.

We prijzen ons gelukkig dat we tot op heden nog geen enkel probleem hebben gehad. We zijn gezond, de boot vertoont geen enkel mankement. De controles leiden steeds tot de conclusie dat er niets mis is. Omdat we zoveel zelf hebben gewerkt aan de boot, ook constructieve delen hebben verbeterd en aangebracht, kijken we extra scherp. Alles is echter nog als nieuw. Geen haarscheurtje te bekennen. De boot is net zo solide als toen we uit Wassenaar vertrokken. Ook hebben we tot op heden geen enkele lekkage onderin, zelfs niet bij de schroefas. De bilges (laagste punt waar het water zich verzamelt) zijn zowel voorin als achterin volkomen droog. Alle elektrische aansluitingen glimmen nog als nieuw. Geen oxidatie te bekennen. Kortom “even afkloppen” en vooralsnog tevreden constateren dat onze vier jaar werk en voorbereiding zich nu lijken te lonen.















De komende dagen zijn we nog zoet met verdere checks en onderhoud. Ook willen we een autootje huren om de boodschappen te doen en rond te kijken. Als alles goed gaat hebben we de laatste paar weken dan verder vrij om nog wat rond te toeren. Wellicht nog naar Sint Barts, de jongens willen graag nog een keer naar Saba om te duiken, we zien wel.

Marigot Bay, St. Martin (France)

We zijn weer op St. Maarten, dat in tweeën is gedeeld. Een frans deel en een nederlands deel. Deze keer

ankeren we bij het franse deel, bij het stadje Marigot. Als we ingeklaard zijn gaan we het Fort Louis

bekijken. Het fort bestaat nu uit de restanten van het in 1789 gebouwde fort dat de stad moest

beschermen tegen de britse invasie. Vanaf het hoogste punt hebben we een fraai uitzicht over de baai en

het Lagoon. Ver onder ons zien we Beluga liggen in het blauwe-groene water. De Fransen hadden vanaf hier

inderdaad een goed overzicht over de aankomende Britten, hetgeen ook tot een overwinning van de Fransen

heeft geleid volgens de informatieve borden die bij het fort staan.





















Als we ’s middags even in het water duiken om af te koelen, zien we een Great Barracuda zwemmen die ons

af en toe volgt. Als Bas achter een andere vis aan is gezwommen en zich omkeert staat hij oog in oog met

de barracuda, hij schrikt zich een hoedje. Later zwemt de barracuda rond de boot en kunnen we veel

details zien.







Via e-mail maken we een afspraak met de Mero, da’s nog niet zo eenvoudig als het klinkt omdat we op de

boot geen wifi-verbinding hebben. ’s Avonds bij een restaurantje kunnen we een mailtje sturen en de

volgende dag roepen we ze op via de marifoon. Bij de supermarkt halen we weer een mailtje op met de

coordinaten van hun ankerplaats. Tim gaat in de nog steeds ietwat lekke dingy het Lagoon op en de rest

wandelt de afstand van ruim 4 kilometer. Er is veel bebouwing langs het water, waardoor het moeilijk in

te schatten is waar we zijn. Met de GPS van ons mobieltje komen we uiteindelijk op de goede plek

terecht. Gelukkig zien we net Tim komen aanvaren als we door de bush naar de waterkant zijn gelopen. Met

z’n vieren tuffen we naar de Mero.
We kletsen gezellig bij, we hebben elkaar in Mindelo (begin december) voor het laatst gezien. Even later

schuift ook Joris van de Cedo Nulli aan. We drinken koffie en lunchen met z’n allen in de kuip. Heerlijk

om de verhalen van de anderen te horen. Een paar uur later gaan we weer richting Beluga, Bas gaat met de

dingy en de anderen lopen het eind en doen onderweg nog boodschappen. Als we weer op de boot zijn, zijn

we moe en voldaan. Even op visite gaan is hier toch heel wat vermoeiender dan in Nederland.



















De volgende dag willen we een stukje doorvaren, naar de baai van Gran Case. Er is daar een rots die veelbelovend lijkt om te gaan snorkelen.