We zijn over de helft en verwachten zondag aan te komen op Madeira of op Porto Santo. Verder alles ok
Categorie:Rondje Atlantic
Bericht via Iridium 2012-09-13 16:00:11
Gister uit Lissabon vertrokken, bestemming Madeira. Eerste etmaal 135 mijl gemaakt, flinke golven en windkracht 5.
Lissabon
We bezoeken Lissabon op de minst warme dag van de week, het is rond de middag toch nog zo’n 27 graden.
We denken vanuit de haven een metrostation te kunnen vinden, maar dat lukt niet. Een vriendelijke dame vertelt ons dat we met de bus of lopend naar het centrum kunnen. We gaan lopen en bij de tourist information blijkt de M die wij op de kaart aanzagen voor een metrostation een museum is, men is het daar gewend dat toeristen zoals wij deze fout maken.
Uiteindelijk lukt het ons dus toch om een dagkaart te kopen voor het openbaar vervoer, deze zijn alleen te verkrijgen in de metrostations. We worden geholpen door een vriendelijke Portugees, die een centje probeert bij te verdienen door toeristen wegwijs te maken op de ticketmachines. Dat is maar goed ook, want wij hadden een kaart voor 4 dagen en 4 personen gekozen. Wij vinden dat een positieve manier van ‘bedelen’ en belonen de man met wat geld.
Verderop zien we een vrouw met een bekertje dat ze omhoog houdt, zij heeft duidelijk minder succes.
We duiken meteen de metro in, er zijn prachtige stations met op iedere lijn een thema uitgebeeld in kunst. De informatie is zeer duidelijk aangegeven, zowel in kleur, thema-icoontjes en alles in het Engels. We lunchen in een leuke pastalaria (broodjestent), standaard krijg je hier soep bij een broodje. Zelfs de McDonalds verkoopt soep, een favoriet gerecht van de Portugezen. We wagen ons aan een voor ons onbekende soep en schrijven de naam op, later blijkt het spinazie-soep te zijn. Het smaakte prima, evenals de versgeperste sinaasappelsap.
Met de beroemde lijn 28 tram sjezen we door de stad, heerlijk met open raam en genieten van alles wat aan ons voorbijtrekt. Regelmatig stopt de tram omdat er een auto zijn weg blokkeert, op een bepaald punt stappen een paar mannen uit en al duwend en verend wordt een in de weg staande auto aan de kant geschoven. Nog even de spiegel ingeklapt houden en de tram kan er weer langs. Zo kan het dus gebeuren dat je bij een halte staat en er achter elkaar vier trams langskomen, meestal nemen we de laatste want die is lekker leeg.
De trams worden gebruikt voor de steile hellingen, die kunnen oplopen tot 14%. Sommige straatjes zijn zo smal en steil dat er geen gewone bussen kunnen rijden. Wat ons al opviel en later dus duidelijk werd, is dat de trams uit slechts een wagon bestaan, dit is dus vanwege de krappe bochten en smalle straatjes.
Lissabon is gebouwd op zeven heuvels, dat is goed te merken aan de vele trappen en steile straten. Er zijn diverse terrassen in de stad, waarvandaan men een mooi uitzicht heeft. Er zijn ook diverse ‘liften’ in de stad, zo zijn er trams die speciaal voor de helling zijn gemaakt en waarvan het spoor niet verder loopt dan van beneden naar boven. Ook komen we de ‘Elevador de Santa Justa’ tegen, een door Eiffel in 1901 in neogotische stijl gebouwde 30 m hoge gietijzeren lift. De wachtrij ervoor is erg lang, we slaan deze bijzondere lift dus maar over.
We worden aangesproken door een vriendelijke sieradenverkoper uit Senegal, hij maakt een praatje en weet op een charmante manier ons sieraden aan te praten. We kopen uiteindelijk voor 10 euro vier armbanden en een ketting. Hij waarschuwt ons ook nog voor zakkenrollers en nodigt de jongens uit om vrienden te worden op facebook. Met een glimlach nemen we afscheid, hij doet in ieder geval heel erg zijn best om aan de kost te komen.
In de Baxia (benedenstad) staan de straten allemaal loodrecht op elkaar en zijn de grote statige gebouwen in eenzelfde stijl gebouwd. Dit is het gevolg van de aardbeving van 1755 die een groot deel van Lissabon verwoestte en waarbij tussen de 30.000 en 50.000 mensen omkwamen. Hier bevindt zich ook het Praca do Comercio (groot plein in rococostijl) met het majestueuze stadsportaal aan de Taag.
We hebben een vluchtige indruk van Lissabon gekregen, het is een bijzondere stad maar helaas met ook hier best veel verval. Wij denken dat het achterstallige onderhoud dat je aan vrijwel alle gebouwen waarneemt, de invloed van de crisis zichtbaar maakt.
Varen op de Taag
Gisteravond hebben we heerlijk geborreld bij onze buren op de Mero. Zoon Mats had ’s middags een vis gevangen en Tim en Bas gingen eens vragen hoe je dat dan moet schoonmaken. ’s Avonds kregen ze les en even later kregen wij gebakken makreel, het smaakte prima. De jongens zijn nu naarstig op zoek naar een goede hengel, aas en loodjes.
Mats probeerde in het schemer nog een keer zijn hengel te werpen, maar kwam vast te zitten. Coen zei nog voor de grap: “Volgens mij komt de Beluga dichterbij”. Toen we vanmorgen ons anker ophaalden zat er waarachtig het aas compleet met haakje en loodje in. Mats had dus beet gehad.
Het duurde even voordat we een en ander ontward hadden, maar daarna konden we wegvaren van de ankerplek in Cascais.
We zeilen rustig de Taag op en zien langs de oever diverse forten en monumenten. We komen langs Torre de Belem, de toren werd in 1520 gebouwd. Het machtige fort op een voormalig rotseilandje in de Taag moest de toegang naar Lissabon verdedigen. Vlak ernaast staat het in 1960 gebouwde ‘Monument van de Ontdekkingen’ met een hoogte van 54 meter. ‘Ter ere van de Portugezen die de wegen van de zee ontdekten’ vermeld de tekst aan de voorzijde. Hendrik de Zeevaarder staat voorop met een scheepje in de ene en een uitgerolde kaart in de andere hand.
Even verder zeilen we onder de bekende rode hangbrug van Lissabon, de Ponte 25 de Abril. De oorspronkelijke naam van de in 1966 geopende brug was Ponte de Salazar naar de toenmalige premier/dictator, maar na de revolutie werd op 25 april 1974 door demonstranten de brug demonstratief met verf omgedoopt in “25 aprilbrug”.
De brug is even lang als de Golden Gate bij San Francisco, 2278 m lang, 70 m hoog en er is 4 jaar aan gewerkt. Voor ons is het een ‘wauw’-moment om er onderdoor te varen.
Als we net in de haven hebben afgemeerd, zien we schuin aan de overkant een gezonken boot. Even later horen we van de havenmeester dat ie gisteravond is gezonken, de eigenaren waren ’s avonds uit eten gegaan en toen ze ’s nachts terugkwamen was de boot gezonken. We krijgen een box toegewezen vlak naast de onfortuinlijke boot en zijn getuige hoe professionals de boot weer drijvende krijgen en leegpompen, Tim en Bas zijn als ramptoerist er de hele avond zoet mee.
Cascais
Cascais ligt aan de pittoreske kust van Portugal ongeveer 25 km van Lissabon. De kust hier wordt ook wel de Costa do Sol wordt genoemd, tot nu toe klopt dat want we hebben elke dag zon. Het is een voormalig vissersdorpje dat is uitgegroeid tot een kosmopolitische, welvarende badplaats en een van de rijkste gemeenten in Portugal. Je ziet overal luxe winkels, zoals Stella McCartney en Hugo Boss.
Het lot van Cascais en de naburige plaats Estoril, veranderde in de 19e eeuw toen de Portugese monarchie en adel in de zomermaanden steeds vaker naar deze zonnige kust trokken. Paleizen, landhuizen en luxe hotels verrezen op de pittoreske kleine stranden en in de schitterende dennenbossen en het gebied werd al snel een bekende internationale vakantiebestemming die vermogende en voorname bezoekers aantrok.
De stranden van Cascais liggen pal naast het centrum van de stad, overdag zie je veel badgasten en ’s avonds flaneren de Portugezen en toeristen langs de boulevard.
We liggen eerst lekker in de haven en vragen of de post al is aangekomen. Bas is een schoolboek kwijt, we hebben de hele boot overhoop gehaald maar helaas nergens kunnen vinden. Tim heeft hetzelfde Binas-boek thuis liggen, we bellen met Ad en die stuurt het naar de marina van Cascais.
Ondertussen checken we de boot en Tim gaat de mast in, helemaal naar de top. Bas doet zijn schoolwerk en Joke kletst met de Portugese buurman, die uit sinds zijn 21e in Zweden woont en geboren is op Madeira. Hij heeft zijn boot deze zomer van Zweden naar Portugal gevaren en gaat hier genieten van het mooie weer en deels werken in Zweden.
Na twee nachten in de dure haven van Cascais besluiten we om in de baai te gaan ankeren. We checken uit en vragen nog een keer naar de post, helaas die is er nog niet. De vriendelijke dame zegt dat als de post er vanmiddag is, dat ze dan even belt naar ons. Als we de motor willen starten om de haven uit te varen wordt Johan gebeld, de post is er. Bas gaat direct naar het havenkantoor en wij pikken hem weer op bij de meldsteiger. Ad heeft het boek goed ingepakt in AH-folders, we bellen hem om te melden dat de post goed is aangekomen en bestellen meteen de appelmoes die in de aanbieding is :). Ad had het nog overwogen, maar dacht dat de glazen potten onderweg zouden breken. Helaas voor ons, want we hebben nog maar een pot appelmoes in de voorraadkast liggen.
’s Avonds gaan we lekker barbecueen op de boot, de deining is erg toegenomen en een glas wijn valt om. Alles moeten we vastzetten en onszelf erg goed vashouden. De eerste nacht is erg wennen, we slapen allemaal erg slecht en slapen dus ook maar lang uit. Coen en Jule van de Mero komen langs om een praatje te maken. Bas leidt Jule rond in de boot en even later zitten ze samen een boek te lezen en met de Ipad te spelen.
Filmpje: dolfijn met kleintje
Zoals beloofd nog een filmpje van vorige week.
Op weg van Nazare, via Isla da Berlenga naar Peniche kwamen we een dolfijn met een kleintje tegen. Ze bleven ongeveer 10 minuten bij de boot. Hierbij een kort filmpje dat ze allebei bij de boeg zwemmen.
Tocht naar Peniche en Cascais
‘Peniche is murder’, roept Mike de Marine Consultant van Nazaré als we bijna willen vertrekken. Hmm, dat geeft te denken. We hebben al in de pilot gelezen dat de aanlegplaats in de haven van Peniche niet echt fijn is. De vissersboten houden zich niet aan de voorgeschreven snelheid van 3 knopen (ong. 5,5 km/uur). Hierdoor liggen de boten langs de steiger behoorlijk te rukken aan hun lijnen. In 2004 is een boot zijn mast verloren omdat door de golven van de vissersboten twee boten tegen elkaar knalden.
We besluiten om dus te gaan ankeren, dat kan bij Ilha da Berlenga of buiten de haven van Peniche.
Als we lekker zeilen komen twee dolfijnen langs, een moeder met een kleintje. Ze zwemmen een tijdje bij de boeg, waar we een kort filmpje van hebben kunnen maken. Leuk om te zien hoe het kleintje afstand neemt, naar beneden duikt en dan weer naar zijn moeder zwemt.
Aangekomen bij Ilha da Berlenga blijkt dat het wel erg druk is met bootjes, we kunnen geen geschikte ankerplek vinden. Vanaf het water zien we veel toeristen, tentjes en een restaurantje. Niet echt een rustig idyllisch plekje, op naar Peniche dan maar. Als we daar nog maar net voor anker liggen krijgen we de maritieme politie aan boord, ze vullen hun papieren in met alle gegevens van de boot en van ons en een half uur later vertrekken ze weer. We liggen heerlijk te dobberen achter ons anker en gaan vroeg slapen. De volgende ochtend staan we vroeg op om naar Cascais te gaan, een vaartocht van ongeveer 9 uur.
We varen rustig richting Cascais, het is een beetje een saaie tocht omdat we geen wind hebben. Ook zien we voor het eerst sinds Engeland geen dolfijnen, wel een paar kwallen en opspringende vissen.
Bij de marina krijgen we als welkomstgeschenk een fles wijn uit de regio, die openen we zodra we in een box liggen. We evalueren de reis tot nu toe en komen tot het besluit dat we vanuit hier naar Madeira en de Canarische Eilanden gaan. De komende dagen is er weinig wind, dus tijd genoeg om Cascais en Lissabon te gaan verkennen.
Nazaré
We liggen naast de visafslag van Nazaré, vooral ’s avonds en ’s nachts wanneer de vissersbootjes binnenkomen loopt het halve dorp uit om verzekerd te zijn van de beste vis. Het is dan ook een drukte vanjewelste in het kleine haventje. Nu liggen de bootjes zelfs dubbeldik en rijden de vorkheftrucks met kratten vis af en aan.
Als er boten met vis binnenkomen gaat er een sirene af, wij schrikken ons telkens een hoedje. Maar voor de mensen hier een signaal dat er verse vis is gearriveerd.
Toen Nazaré nog geen haven had, trokken en duwden de vissers de boten naar zee en wachttten op een gunstige roller van de branding om de boten de zee in te tillen. Na de vangst moesten ze dan weer op het strand getrokken worden, eerst met ossen, maar al snel door tractoren. Deze vissersboten hadden een karakteristiek uiterlijk. Op de hoge puntboeg van de bont beschilderde exemplaren stond het oog van God, dat volgens het bijgeloof hielp bij het zoeken naar grote scholen vis.
We wandelen vandaag naar het dorp zelf en naar het 110 meter hoger gelegen Sítio. Het viel ons al eerder op dat de stoepen en soms ook de straten zo mooi zijn aangelegd. We zien veel stoepen met witte steentjes en patronen van zwarte steentjes. Als we even later in het kabeltreintje zitten, blijkt dat op het kaartje precies hetzelfde staat als waarvan we eerder een foto hebben genomen.
Boven hebben we een prachtig uitzicht op Nazare, het strand, de haven en de zee. Gister viel ons al op dat we soms grote rookpluimen zagen, het naar brand rook en dat de maan rood was. Vanmorgen vonden we zelfs asdeeltjes op de boot, er blijken bosbranden te zijn en we zien nu ook de rook boven zee hangen.
Boven zien we dat dit gedeelte van Nazaré wel heel letterlijk op de rots is gebouwd, een deel van de straat en huizen ligt op overhangende rotsen. Het ziet er prachtig uit, maar ook wel een beetje eng. Via smalle straatjes komen we op het grote plein waar de 17de-eeuwse bedvaartkerk Nossa Senhor de Nazaré staat. We nemen een kijkje binnen en zijn onder de indruk van de prachtige versieringen. We steken een kaarsje aan voor Irma, het is elektrisch dus erg modern voor zo’n oude kerk.
Naar beneden nemen we de lange trap, we eten een ijsje en gaan op zoek naar een supermarkt. Na enig aandringen gaat Bas aan de ijsverkoopster de weg vragen, ze spreekt goed Engels en komt zelfs naar buiten om de weg te wijzen. We komen langs smalle straatjes waar bij veel huizen het wasgoed buiten hangt. We realiseren dat het maandag is, dus wasdag. Voor ons was het een heerlijke vakantiedag en Bas gaat vanavond nog wat schoolwerk doen.
We lopen het hele eind weer terug naar de haven en gaan nog even naar het strand om af te koelen. Vandaag is het rustig qua deining, maar toch staat er al een behoorlijke branding. Niemand gaat hier zwemmen vanwege de stroming en we worden zelfs door de havenmeester gewaarschuwd. Wij houden het dus bij een beetje spelen en spetteren in de golven.
Nachttocht van Póvoa do Varzim naar Nazaré
Momenteel is er noordelijke wind, een gebruikelijk weerbeeld hier. Door de effecten van het opwarmen van het land overdag en afkoelen ’s nachts, begint de wind langs de kust eerst oostelijk, draait dan naar het noorden tot noordwesten en neemt vanaf een uur of drie ’s middags fors toe tot meestal windkracht 5 tot 6, soms nog iets meer. In de loop van de nacht neemt de wind af tot zwak en in de ochtend begint het feest opnieuw met oostelijke wind. Dit hele fenomeen wordt Nortada genoemd (de Portugese Noord). Op onze tocht hadden we een schoolvoorbeeld van dit verschijnsel.
We begonnen om 10 uur ’s ochtends met een noordoosten wind, die we benutten om schuin weg van de kust te varen met de twee fokken op. We willen afstand nemen van de kust. Langs de Portugese kust komen namelijk ontelbare visstaken voor. Dit zijn op zijn best stokjes met een drijver en een of meer vlaggetjes eraan. Op zijn slechtst een drijvende jerrycan of soms zelfs wat takken. Daaronder loopt een lijn tot op de bodem (tot soms 100 meter diep!) met aan het einde iets om vis of kreeft te vangen.
Overdag zijn ze al heel slecht te zien, ’s nachts kan je het helemaal vergeten om ze te zien. Als je er overheen vaart is de kans aanwezig dat het touw verward raakt in de schroef en de motor niet meer bruikbaar is. Je hebt dan een behoorlijk probleem bij het aanlopen van de volgende haven. Bij daglicht moesten we al twee keer uitwijken voor zo’n ding recht voor de boot. Hoe moet dat dan ’s nachts? Joke vond het op Minesweeper lijken, overal waren vlaggetjes net als in het bekende pc-spelletje. Het plan was om ’s nachts ver genoeg uit de kust te zijn om de visstaken te vermijden. Bovendien zetten we tijdens het zeilen de schroef stil, zodat er niet zo gauw iets in verward kan raken.
Alhoewel we op grote afstand van de kust nog steeds enkele staken zagen vonden we het welletjes. De wind ging eerst even liggen en begon vervolgens van achter te komen. We rolden de kotterfok in en zetten de genua op de fokkeboom.
De windvaan stuurt en zo voer de boot in de steeds toenemende wind parallel aan de kust op een mijl of 15 afstand. Die 15 mijl kregen we overigens zonder veel om te varen, omdat de kustlijn in een langgerekte bocht terugwijkt.
Rond zonsondergang kregen we weer bezoek van dolfijnen. Sommige sprongen uit een golftop en kwamen zo behoorlijk hoog. Bas zag er een voor de boot hoger dan de boegspriet uitkomen. Het blijft fascinerend om ze te zien!
De boot vaart goed voor de wind, maar slingert behoorlijk. Dat komt door een ander verschijnsel: de deining. Dit zijn golven die ver weg zijn ontstaan in (storm-) depressies. Behalve de windgolven heb je daar ook mee te maken. Deze kunnen soms zo hoog zijn dat sommige havens worden gesloten. De golfhoogte wordt hier dan ook in twee delen opgegeven in de weerberichten: de deining en de lokale windgolven. De deining viel vandaag mee, maar kwam wel dwars in. De boot maakt hierdoor regelmatig behoorlijke schuivers. Dit is weer een nieuwe beweging voor ons gedurende de nacht. We hebben daardoor allemaal slecht geslapen.
Om middernacht moest de fokkeboom naar de andere kant worden gezet, omdat de wind om middernacht was gedraaid. Johan en Tim werken op het voordek, in het lichtschijnsel van het deklicht.
Joke neemt de lijnen in de kuip voor haar rekening en Bas stuurt. Even geen slaap voor degenen die geen wacht hadden. Later kunnen we dit wellicht met minder mensen, maar we zijn nog steeds aan het leren hoe dit zo goed mogelijk aan te pakken op een slingerende boot.
Als het licht wordt wijzigen we koers en sturen op de bestemming aan. Langzaam komt de baai van Nazaré in zicht en om 11 uur meren we af.
Nadat we eerst aan de brandstofsteiger konden tanken (dat was al een poosje geleden, zo vaak komen we die luxe niet meer tegen), gaan we naar het haventje voor bezoekers. We worden opgevangen door Captain M.F. Hadley en zijn vrouw Sally. Met de marifoon roepen ze ons op en dirigeren ze ons naar een ligplaats in de kleine haven. Ze runnen hier de haven en verzorgen de formaliteiten. Ze ontvangen ons aan boord van hun schip, twee zeer charmante en inmiddels behoorlijk op leeftijd zijnde mensen. Het is een mooie baai, morgen gaan we het hier bekijken. Nu eerst tijd voor een welverdiende siësta.
Het boordleven
Nu school is begonnen raken we in beetje in een ritme. Bas en Joke staan ’s morgens rond half acht op. Bas begint met school en Joke zit achter de pc, checkt het weerbericht, de mail, werkt de blog bij en doet af en toe een spelletje :).
Daarna naar de bakker voor vers brood en lekker met z’n allen ontbijten.
Bas heeft deze week zijn eerste toets gemaakt voor Engels, die wordt gescand en via de mail opgestuurd naar de wereldschool. Johan helpt Bas met natuurkunde, af en toe even nadenken want het is wel erg lang geleden.
Na het ontbijt gaat Bas verder met school en de rest doet klusjes en boodschappen. In Povoa de Varzim is de dichtstbijzijnde supermarkt ruim 3 kilometer verder. We hebben het gelopen en dat is prima te doen, maar vandaag willen we drinken inslaan dus nemen we de stepjes mee. We nemen de step-vriendelijke route langs de boulevard. Ook gaan we even naar de overdekte markt voor groente en fruit. Al met al neemt dit karweitje ruim twee uur tijd in beslag, daarna nog even bijkomen van de inspanning.
Deze week zitten we hier klem tussen en hoog en een lagedrukgebied. Dit veroorzaakt veel wind, donderdag waait het stevig met ruim 30 knopen wind (windkracht 7). Johan heeft in de Ria Arosa een rib gekneusd met een touwtje vastknopen, gebogen over de zeereling zorgde een verkeerde golf voor pijnlijke ribben. Hij heeft rust nodig, dus in combinatie met Bas zijn schoolwerk en de wind blijven we een dag langer hier liggen. Tijd voor nog wat klusjes, Tim gaat de mast in om een loshangend touwtje veilig op te bergen en Johan richt de fokkeboom in met nog wat extra lijnen.
We beeindigen de eerste schoolweek bij de McDonalds waar ze superlekkere ijsjes hebben, de Sundae Wafer zoals het ijsje heet kenden we nog niet.