Het is vandaag aardig weer, morgen is het weer regenachtig. Het is zo wisselvallig, dat je steeds een soort keuze moet maken. Het goede weer benutten om te gaan varen of om iets van de omgeving te gaan bekijken? Vandaag besluiten we voor het laatste. Er is een bosrijke omgeving en in Forsvik is een groot industrieel museum met allerlei oude ambachten.
We maken een leuke wandeling door het bos. Er is een heel smal paadje dat onderdeel is van een heel lange wandelroute door Zweden, Europaled 1 in totaal 1200 km. Een soort Pieterspad, maar dan vele malen langer. Je ziet hier veel soorten bomen en planten, waaronder veel varens.
Het Göta Kanal heeft een grote impuls gegeven aan de industriële ontwikkeling van het binnenland van Zweden. Forsvik heeft door de hoogteverschillen waterkracht kunnen benutten voor het maken van allerlei producten. We zien een door een waterrad aangedreven machinerie die houtpulp maakte dat elders weer voor het maken van papier werd gebruikt. De houtpulp werd eerst geperst in een soort houtvezel platen, die per schip werden vervoerd naar de papierfabrieken.
Er is een grote ijzergieterij, een smederij en een nog altijd in gebruik zijnde hal waar houten voorwerpen worden gemaakt. We mogen een kijkje binnen nemen. Een vakman legt de laatste hand aan een mooie houten tafel. Een mevrouw die erbij staat vertelt dat zij de klant is voor wie de tafel wordt gemaakt.
’s Middags komen er weer buien aan en we maken het ons gemakkelijk in de knusse kajuit.
Auteur:Sail-Beluga
Forsvik
We besluiten woensdag meteen door te varen, nadat we wat boodschappen hebben gedaan. We bouwen de boot weer om naar kanaalboot en varen uit. Er ligt een niet zo groot meer voor ons met aan het einde Forsvik. Daar bereik je het hoogste punt van het Göta Kanal op 91,8 meter boven zeeniveau. Daarvoor moeten we nog één sluis die omhoog gaat. Maar die laten we voor morgen.
Het is een kort tochtje maar een hemelsbreed verschil met het luidruchtige Karlsborg. Je ligt hier in de natuur in het kleine haventje voor passanten.
Voor ons ligt de sluis, dus lopen we er even heen om poolshoogte te nemen. Als ons oog valt op een tentje die fika serveert kunnen we het niet laten en nemen we thee met een gebakje.
De verwachte regen gaat grotendeels boven en onder ons langs. In het winkeltje koopt Johan een nieuwe pet. De laatste was uit Duinkerken en die begint al vuil te worden. Je moet een smoes hebben voor een nieuwe toch?
We laten het even van de weersverwachting afhangen of we morgen alweer verder gaan. Anders valt er nog wel wat te wandelen in de mooie omgeving.
Heerlijk zeilen
Het Vättern meer ligt voor ons. Dat ligt ruwweg noord-zuid en is 128 kilometer lang en 30 kilometer breed. Wij moeten het ongeveer halverwege dwars oversteken. Een tocht van 16 mijl. Dus hebben we onze zinnen gezet om dit onder zeil te doen. Het meer staat erom bekend dat er een hoge korte golfslag staat.
Eerst willen we dat woensdag doen, maar dinsdag is de verwachte wind gunstiger. We bouwen de boot weer om van kanaal- en sluisboot naar zeilboot. De stootwillen worden opgeruimd, de fokkeschoten weer ingeschoren naar de lieren en binnen alles moet weer een beetje zeevast.
We varen uit onder de 22 meter hoge brug en als we op ruimer water aankomen gaan de zeilen erbij. In eerste instantie hebben we wind tegen en lijkt het erop dat we moeten kruisen.
Er staat inderdaad een forse zeegang, maar de boot hobbelt er mooi overheen. We beginnen met een vaart van 4,5 knoop. De koers gaat tussen een rij ondieptes en eilanden door en daarna naar Karlsborg.
De wind draait zoals verwacht steeds verder zuidelijk, zodat we dan recht op de bestemming kunnen aankoersen. Het waait veel harder dan was verwacht, maar de boot heeft er zin in en de snelheid loopt op tot ruim 6,5 knoop. Dat is hoog aan de wind een prima prestatie voor onze Beluga. Joke maakt onderweg lunch en krijgt visioenen van de oceaanoversteek. De boot ligt onder helling en baant zich een weg over de golven. De borden, het bestek en het beleg dreigen een eigen leven te gaan leiden. Maar uiteindelijk lukt het.
Zo dicht mogelijk bij de aanloop van Karlsborg halen we de zeilen weer weg en op de motor varen we het smalle geultje in. We moeten nog een aantal bruggen door. Met de eerste hebben we geluk. Dat is een wat drukkere weg, maar we pikken de opening van 15.00 uur net mee als we aan komen varen.
Het is vrij druk in de diverse haventjes van Karlsborg, maar uiteindelijk vinden we een prima plek langszij een steiger. Aan die steiger ligt aan de andere kant een stoomschip met zijraderen, genaamd E(ric) Nordevall II. Dit is een replica van het oorspronkelijke schip Eric Nordevall. Deze is in 1836 gebouwd en in 1856 gezonken op het Vättern meer. De replica is zo natuurgetrouw mogelijk nagebouwd, inclusief een heel vroege versie van de stoommachine (in 1836 was de ontwikkeling van de stoommachines nog in een vrij vroeg stadium). Net als we ons afvragen of de replica ook echt werkt horen we de stoomfluit en draaien de raderen wat proefrondjes.
We liggen goed, maar de steiger blijkt ook de populaire visplek voor jongeren te zijn. Het gevolg is dat we luidkeels gillende jongens naast ons hebben. Als het wat later wordt komen de lokale hangjongeren nog op de steiger zitten, maar die maken gelukkig geen lawaai.
Motala
Zoals verwacht kunnen we maandag verder. Vanuit Borensberg varen we het meer Boren op. Dat is ongeveer zes mijl lang. De wind staat pal tegen, dus we kunnen geen zeil zetten om een beetje mee te helpen. Aan het einde van het meer is een klein haventje met wachtsteigers voor de vijfvoudige sluistrap Borenshult.
We komen daar om 9.45 uur aan. Een digitale aanduiding laat weten dat de eerstvolgende bediening om 13.00 uur is. De sluismeester komt nog even langs en legt uit dat er nog tien boten liggen te wachten en een passagiersschip moet er ook nog door. Zo’n sluistrap kan niet even heen en weer schutten, zoals een enkele sluis. Dus we wachten rustig af.
Het is inderdaad even na 13.00 uur als we de eerste sluis in kunnen varen. We liggen samen met een grote Finse boot in de sluis. We pakken direct de routine weer op. Joke op de wal met de meerlijnen en Johan aan boord die de lijnen strak houdt met hulp van de lieren. Zo wandelen en varen we de sluizen door.
Er zijn meestal wel wat toeristen die bij zo’n sluizencomplex komen kijken. Joke sprak een mevrouw aan en die beloofde wat foto’s te maken en door te appen, bij het doorgeven van het 06-nummer bleek het een Nederlandse te zijn. Niet veel later kwam er een hele stroom foto’s binnen en ook een leuk filmpje dat goed laat zien hoe alles in zijn werk gaat.
Hierna volgt nog een stuk kanaal met wat bruggen en een enkele sluis. Dan liggen we in Motala. Dat is een vrij grote stad aan het uitgestekte Vättern meer.
We sluiten de dag af met een etentje in de havenkroeg. Een wat luidruchtige gelegenheid, maar het eten was prima.
Genieten in Borensberg
Het is hier leuk en we hebben geen haast, dus besluiten we dat we nog een poosje blijven liggen. In de kosten die je vooraf hebt betaald voor het Göta Kanal zitten de overnachtingen in alle haventjes inbegrepen. Ze zijn hier ruimhartig, per haven mag je vijf nachten zonder verdere kosten liggen. We willen zondag wellicht verder, alhoewel een regenzone in de loop van de ochtend roet in het eten kan gooien. We zien wel.
Er zijn in de omgeving diverse leuke koffietentjes, dus kiezen we donderdag voor de eerste, niet ver van de boot. Fika noemen ze dat hier. Koffie met een lekker Zweeds gebakje erbij en gezellig kletsen.
Het is ook weer tijd voor het huishouden. Een bezoek aan de supermarkt en de was staan op het programma. Het is heel zonnig en warm weer, dus de was die we her en der aan de boot hebben hangen is in no time droog. Johan repareert een bril van Joke en trekt vervolgens de stoute schoenen aan en hangt de bordjes “Te koop” op de boot. Tot onze verbazing zijn er meteen twee reacties: een Noor en een Zweeds echtpaar tonen interesse. Wie weet waar het toe leidt. ’s Middags halen we een nog een ijsje bij de Italiaanse ijstent in Borensberg. Deze staan erom bekend dat ze heel goed ijs hebben en dat klopt!
De avond blijft nog lang mooi. Er staan her en der picnictafels waarop we besluiten een barbecue te houden. Met een worstje, gebakken uitjes, stokbroodjes met kruidenboter, mais en salade maken we er een lekker etentje van voor onszelf. Een flesje wijn erbij maakt het af. Al met al een welbestede dag.
Vrijdag wandelen we naar een andere koffietent. Ook hier smullen we weer van de fika.
Zaterdag staat er een langere wandeling op het programma naar Brunneby Musteri. Het staat in de wijde omgeving bekend om de appelcider die ze produceren. Ze maken nog veel meer lekkere produkten, zoals allerlei smaken jam. We scharrelen rond in de winkel en nemen een paar dingetjes mee.
Zondag blijkt dat de regenzone het inderdaad niet aantrekkelijk maakt om verder te varen. We hebben nog één laatste fika tegoed, dit maal direct naast de boot. Die is 15 meter lopen door de regen, dat durven we wel aan. Verder doen we het rustig aan en kijken naar de Oostenrijkse F1 race. Maandag willen we verder naar Motala.
Door Zweden via het Göta Kanal
Wij volgen de route van oost naar west (we nemen overigens steeds de Zweedse schrijfwijze over, dus kanal en niet kanaal). Een flink stuk onder Stockholm vaar je als eerste een diepe inham in richting Mem. Daar meldt je je aan en krijg je documentatie, een sticker die aantoont dat je betaald hebt en toegangskaarten tot de service gebouwen met douches, wasmachines en toiletten.
Het vaarwater moet natuurlijk meegaan met de steeds toenemende hoogte boven zeeniveau van het land. Het hoogteverschil, tot uiteindelijk ruim 91 meter, wordt overbrugt door een groot aantal sluizen. Bij de aanleg in het begin van de 19e eeuw heeft men zo veel mogelijk gebruik gemaakt van al bestaande bergmeren. Het kanaal zelf is steeds een relatief kort stuk tussen die meren, soms gegraven maar vaak ook met explosieven uit de rotsen gehouwen. Vooral die laatste stukken zijn nogal smal.
Wij liggen momenteel voor een meer met de naam Boren. Onze volgende halte is Motala, een wat grotere stad gelegen aan het Vättern Meer. Dat is een langgerekt meer ongeveer in het midden van Zweden. De route loopt dwars over dat meer en gaat dan verder tot aan Sjötorp, gelegen aan het uitgestrekte Vänern Meer. In Sjötorp eindigt het vaarwater dat bij de Göta Kanal route hoort. Voor Sjötorp ligt overigens alweer een hoeveelheid sluizen die naar beneden gaan.
Je bent hier pas net over de helft! Hoe nu verder? Welnu het Vänern Meer (eigenlijk een grote binnenzee) eindigt in het zuidwesten bij Trolhättan. Daar is een grote trap met sluizen die bekend is als toeristische trekpleister. Dit is de start van het laatste deel van de route, het Tröllhätte Kanal.
Hier moet je opnieuw voor betalen om door te mogen. Ook hier zijn weer diverse sluizen die je uiteindelijk weer naar zeeniveau terugbrengen. Het Tröllhätte Kanal volgt ongeveer de route van een natuurlijke rivier, de Göta, naar Göteborg. Dit laatste deel is een route die ook door vrachtschepen benut wordt, dus is wellicht wat saaier (volgens de kenners).
De plaatjes bij deze uitleg brengen het in beeld.
Voorlopig hebben we nog heel wat moois voor de boeg!
Borensberg
Als we vooruit kijken naar het weerbericht, dan komt er vrijdag en zaterdag slecht weer aan. Daarom gaan we nu verder naar de volgende stop: Borensberg. Dat is ongeveer 15 mijl varen, maar de route begint wel met vier dubbele sluizen, dus acht totaal in de eerste twee kilometer. De kanaalbediening start om negen uur, maar de eerste boten zijn al twee uur eerder in de rij aan de wachtsteiger gaan liggen.
Wij gaan daar om acht uur ook maar heen en ontbijten aan de wachtsteiger. Het duurt allemaal erg lang. Sommige boten zijn te groot om er naast te kunnen, sommige durven alleen aan de rechterkant aan te leggen en dan is er ook nog de passagiersboot Wasa Lejon die voorrang heeft. Zo kan het gebeuren dat wij pas on 10.45u de sluis invaren. Wij liggen rechts vooraan. Een grote motorboot links achteraan. Zeilboten moeten vooraan, omdat die de lijnen met de fokkelieren in bedwang houden. Motorboten zijn afhankelijk van spierkracht.
De sluizen liggen kort op elkaar. Het is steeds een “trap” van twee sluizen, soms ook nog met een brug. Er zijn natuurlijk ook tegenliggers en de sluismeesters mogen maar één ding tegelijk doen. Eenmaal in de sluis gaat het inmiddels routinematig, inclusief zweten in de hitte. Zo kan het gebeuren dat we om 08.00u aan de wachtsteiger starten en om 14.10u acht sluizen en twee kilometer zijn opgeschoten.
De kanaalbediening stopt om 18.00u. Borensberg is ruim 12 mijl verder, met een flink aantal bruggen en nog één sluis te gaan. We gokken het erop. En nu hebben we geluk. De bruggen bedienen allemaal super vlot en de laatste sluis staat al aan onze kant open. De route gaat door een prachtig landschap.
Het kanaal is meestal behoorlijk smal en bochtig. De Wasa Lejon die voor ons uit Berg vertrok moet daar ook weer terugkomen van de dagtocht, dus moeten we die nog een keer tegenkomen. Dat kan lang niet overal omdat het te smal is. Gelukkig spot Joke het grote schip bijtijds. We zitten net in een breed stuk, maar even verderop ligt een ondiepe binnenbocht waar je elkaar niet kan passeren. Johan legt de boot stil. De Wasa Lejon houdt wat in, maar passeert ons met een flinke kuil van de aanzuigende werking van zijn schroef. Johan brengt een beetje vaart in de boot en gaat er vlak langs. Je moet allebei zo dicht mogelijk in het midden blijven, omdat de kanten heel ondiep zijn en ook nog eens rotsachtig. De dieptemeter loopt zo’n 30 centimeter terug als hij naast ons zit.
Even later komt een nog groter passagiersschip aan (de Wilhelm Tham). Ook dit gaat goed, maar nu hebben we nog maar 40 centimeter water onder de kiel als hij ons passeert. Gelukkig heeft Joke ze steeds op tijd gespot en heeft Johan de stuurmanskunsten goed onder de knie.
We halen het. Om 16.45 uur zijn we door de laatste sluis en meren er (mag ik het nog één keer zeggen?) moe maar voldaan af. We belonen onszelf met een douche om op te frissen en een etentje in een leuk restaurant.
We blijven morgen hier en mogelijk nog een paar dagen, afhankelijk van de weersverwachting. Joke heeft alweer heel wat moois op internet gevonden. We gaan ons wel vermaken!
Gamle Linköping
Joke heeft weer wat moois op internet gespot. Gamle Linköping (men spreekt dat uit als “Liensjeuping”) Dat is een stadswijk van Linköping die nog volledig in de oude stijl is. Het is feitelijk een openlucht museum, maar er wonen wel gewoon mensen. Er zijn vele interessante mini museums, zoals het postkantoor, de bank, de school en de apotheek. Ze zijn ingericht zoals het vroeger was.
Om er te komen moeten we een stuk met de bus. Overstappen op een andere en dan kom je waar je wezen wil. Dat had nog wel wat voeten in aarde. We misten de eerste bus. De volgende bus ging vanaf een andere halte. De overstap halte in Linköping was buiten gebruik. Het kostte ons heel wat moeite om het dreigende “cancelled” in de app te snappen. Het was niet de hele route, maar alleen die halte. We hoefden maar iets meer dan 150 meter te lopen naar de volgende bushalte voor de overstap. Dat werden iets meer meters, omdat we behoorlijk verkeerd liepen. Dan moesten we ook nog snappen dat “Lage A” niet de naam van onze halte is, maar de kant van de weg aanduidt waar de halte is. Dus “Lage B” is de overkant. Maar uiteindelijk kwamen we toch uit bij Gamle Linköping en snappen we de busapp!
We beginnen met een welverdiende koffie en wat lekkers erbij. Er zijn natuurlijk ook veel winkeltjes die allerlei spulletjes verkopen. Wij kunnen het niet laten en vullen de rugzak met leuke dingen.
Na een paar uur te hebben rondgestruind nemen we de bus naar het tegenwoordige centrum van Linköping. Dat ziet er eigenlijk ook heel leuk uit. We halen nog een lekker broodje voor het diner aan boord. Uiteindelijk nemen we de bus terug, die rechtstreeks tot vlak bij de haven komt.
Alweer moe maar voldaan. Zo eindigt nu elke dag met deze conclusie, dankzij het actieve leven hier met boot, kanaal en leuke dagjes vol onverwachte gebeurtenissen. Leuk!
Bergs Slussar
Vanuit Norsholm varen we aanvankelijk een relaxte route. We hebben eerst slechts één sluis tussen een verkeersbrug en een spoorbrug. Vanwege de brug kan Joke niet aan de wal meelopen, dus wijkt deze sluis af van de normale procedure. Er hangen lijnen vanaf de sluismuur waar we aan hangen om de boot in bedwang te houden.
Dan varen we een vrij groot meer op, Roxen genaamd. We hebben tijd om wat te lunchen met de door Joke gescoorde broodjes!
Aan het einde van Roxen ligt Berg, een dorpje met een zevenvoudige sluistrap. Daar vaar je steeds een sluis uit en de andere direct weer in. We volgen weer de standaard procedure, met de aanvulling dat Joke de extra lijn nu steeds zelf meeneemt de volgende sluis in. Het weer is nog steeds prachtig. Dat houdt ook in dat het in de sluizen bloedheet is en windstil. We werken ons weer in het zweet. Het kost twee uur om de “trap” te nemen en daarmee weer ruim 18 meter te stijgen.
Direct na de sluizen ligt een jachthaven met goede afmeergelegenheid waar we wederom moe maar voldaan afmeren. Na een snelle douche volgt een lekker ijsje bij de sluizen, nu kunnen wij even toeristje spelen en naar andere boten kijken. We besluiten om hier een dag liggen te blijven.
Sluisje sluisje sluisje
De volgende route voert naar de plaats Norsholm. Dat is maar een mijl of twaalf, maar wel met evenveel sluizen. Als je de ene sluis uitvaart, dan komt de volgende alweer in zicht. Je vaart met een groepje jachten steeds naar de volgende, zodat het patroon in de sluis ook steeds hetzelfde is.
Het is wel komisch om te zien hoe de mensen met een splinternieuwe boot, die achter ons in de sluizen ligt, aanvankelijk veel beginnersfoutjes maakten. Ze leerden snel en al gauw gaat het gesmeerd. Johan had aan de voorkant van de boot een extra lijn bedacht, zodat Joke op de kant een extra houvast kan geven.
De boeg van de boot ligt elke sluis vlak achter de sluisdeuren, waar het water vanuit de kleppen onderwater met veel geweld binnenstroomt. Als dat de boeg te pakken heeft is er bijna geen houden meer aan. De voorlijn die met de grote fokkelieren wordt aangetrokken staat dan zo strak dat Johan vreest dat de lijn kan breken. Met de extra lijn ligt de boot ineens veel rustiger.
De omgeving waarin we varen is overigens prachtig, met mooi zicht op het heuvelachtige landschap. Het Göta Kanal is in de eerste helft van de 19e eeuw aangelegd en is oorspronkelijk een handelsroute. Tegenwoordig draait het vrijwel volledig om toerisme. Er zijn camperplekken, de doorvaart met jachten en rondvaartboten en vele interessante plekken om te bezoeken. Meer dan genoeg mogelijkheden om van het moois te genieten.
De normale procedure bij elke sluis is dat Johan net voor de sluis dicht langs een opstapje moet varen waar Joke met de voor- en achterlijn in de hand op de wal stapt en meeloopt terwijl Johan de boot de sluis in manoeuvreert. De sluizen hebben meestal een standaard patroon met bevestigingspunten. Joke selecteert het punt voor de achterlijn terwijl Johan die lijn met de kotterfok lier aanhaalt en tegelijkertijd de boot langs de sluismuur vaart en op tijd moet stoppen. Joke legt onderwijl de voorste lijn vast die Johan dan ook snel moet aantrekken, terwijl de boot vaak door het stromende water graag weg wil. Als de voorste lijn is aangelierd, dan geeft Johan de extra voorlijn aan Joke, duikt naar binnen om de motor af te zetten en moet dan met de lieren aan de slag om het stijgende water in de sluis bij te houden. Onderwijl hangt Joke vaak met alle kracht aan de extra voorlijn. En dat allemaal in de windstilte en hitte van deze dagen. We drinken veel water en zijn aan het einde van de dag helemaal uitgeput. Moe maar voldaan, we hebben de 12 ton zware boot prima onder controle in al het sluisgeweld.
Het is al wat later in de middag als we in Norsholm arriveren. Dat is één van de 21 plaatsen langs de route waar je met een aantal jachten kan afmeren om te overnachten. De plekken hebben allemaal een toiletgebouw met douches en soms ook wasmachines, dus we zijn van alle gemakken voorzien in het Göta Kanal.