Cuxhaven-Rendsburg

Van Cuxhaven naar Brunsbüttel wil je stroom mee hebben, omdat de getijstromen op de Elbe nogal hard gaan. De tij-kentering is rond zeven uur ’s morgens. We kwamen een paar uur eerder aan na een tocht van 39 uur op zee. Dus besluiten we om uit te slapen en op donderdag wat rust te houden. We vertrekken vrijdagochtend met het eerste tij mee richting Brunsbüttel en hebben geluk: na een kwartiertje ronddobberen in het plekje op de rivier waar we moeten wachten ging het signaal al op wit. We mogen de sluis in. Korte tijd later varen we het Noord-Oostzeekanaal op (in de volksmond Kielerkanaal).









We hebben voldoende tijd om nog door te gaan naar Rendsburg, dat op ongeveer tweederde van de afstand naar Kiel ligt. De tocht door het kanaal verloopt zonder wederwaardigheden.









Af en toe moeten we een beetje opletten op de grote scheepvaart en ook op veerponten die oversteken. Bij een van die ponten ging er iets mis. Een vrachtwagen geladen met schroot was bij het oprijden van de pont met de achterwielen van de klep afgevallen. Joke vindt dit zelfs terug in het lokale nieuws.









Om zes uur meren we af in een box in de jachthaven. We besluiten om een restaurantje op te zoeken. Dat valt nog niet mee. Aan het gezellige raadhuispleintje blijken de eetgelegenheden permanent gesloten (slachtoffer van de corona periode?). Google maps biedt uitkomst. We vinden een leuk Kroatisch restaurant en hebben een gezellige avond ter afsluiting van de alle avonturen op zee om tot hier te komen.