Weymouth en Poole

Met een blik op de windverwachtingen willen we weer eens wat extra mijlen maken. De komende week wordt er oostenwind verwacht. Dat is wind tegen, wat niet handig is, omdat de afstanden hier groot zijn. Er zijn eerst nog twee dagen met weinig wind en die willen we dan maar benutten om verder te komen. We bereiden daarom de tocht naar Weymouth voor. Het is 66 mijl, een fiks eind voor één dag. ’s Morgens om zes uur varen we met zonsopkomst uit.



We kunnen nog een stukje zeilen, maar geheel volgens de windverwachting valt de wind later grotendeels weg.






Om Weymouth te bereiken moeten we Portland Bill ronden. Dat is een ver in zee stekende kaap die volgens de beschrijving in de pilots een heftige tidal race heeft. Het stromende water moet hier plotseling om de kaap heen en ook nog eens uit grote diepte omhoog over het ondiepere water voor de kaap. Het gevolg is, ook met windstilte, een gevaarlijk stuk zee. We zitten net na de tijkentering dus stroomt het nog niet zo hard. Desondanks is het een flinke heksenketel. We hebben gelukkig nog stroom mee naar Weymouth en mogen langszij een ander jacht afmeren.












De volgende dag gaan we vroeg in de ochtend boodschappen doen. We zijn hier negen jaar geleden ook geweest en weten nog precies de winkelstraat te vinden. Daarna gaan we meteen door naar Poole, dat is ongeveer 30 mijl verderop. Het eerste stuk konden we nog hoog aan de wind zeilen. Later viel de wind weg en moest de motor wederom het meeste werk doen.



We laten de zeilen zo veel mogelijk meehelpen, om tijdig bij de volgende kaap St. Albans Head te zijn. Er is iets meer zeegang dan de vorige dag, maar we besluiten toch de zogenaamde Inshore Route te nemen, dicht om de kaap heen. Dit zou het ergste stuk van de tidal race moeten vermijden. Alles is heel rustig, tot opeens uit het niets een enorme kakofonie losbarst. De golven springen recht omhoog en gooien de boot alle kanten op. Iets verder naar buiten zien we overal forse brekers. Het lukt in de Inshore Route om de brekers te vermijden, maar de stuiterende boot vereist alle aandacht. We worden omhoog gegooid en de boeg valt terug in een diepe kuil. De boot valt bijna helemaal stil. Desondanks gaan we met ruim 7 knopen vooruit, geholpen door de stroming. Even plotseling als het begon, houdt het ook weer op. We zochten het expres op om het met rustig weer eens met eigen ogen te aanschouwen, een leerzame ervaring. Als je hier ook nog eens windgolven bij optelt, dan is het zaak om dergelijke kapen minimaal drie tot vijf mijl ruimte te geven.



Het laatste stuk naar Poole is vrij saai. Het grootzeil staat strak in het midden om het ergste geschommel te dempen, maar klapt wel steeds met een hoop herrie heen en weer. Na verloop van tijd zijn we het zat en draaien bij om het zeil te laten zakken. Het laatste stuk naar Poole verloopt verder rustig.



We varen door de smalle doorgang het grote getijdenmeer op en scharrelen via een zijgeultje naar de ankerplek achter Brownsea Island waar we goede herinneringen aan hebben. Negen jaar geleden lagen we hier ook en hebben we een leuke tijd gehad. De komende dagen wordt er oostenwind verwacht. Deze ankerplek is prima om hier te wachten op een gunstiger windrichting. Er is ook hier ook nog eens een hittegolf in aantocht, dus na alle kou in Schotland is het lekker om even wat zomer te beleven!