Crinan Canal, deel 2

De wandeling voert ons door prachtige bossen en we gaan naar een heuveltop van 214 meter hoog. Hier is een prachtig uitzicht over de omgeving. In de verte zien we zelfs nog Dorus Mor (die snelstromende doorgang) en de meanderende doodlopende rivier waar het water richting Crinan uiteindelijk in uitmondt.









We volgen een wandelroute die ons weer naar het kanaal brengt.









Bij een van de sluizen waar wij eerder doorheen gingen is een Engelsman aangekomen. Zij hebben geen geluk met sluismeesters, dus moeten ze de sluis zelf bedienen. Joke besluit ze te helpen met de sluisdeuren. Die zijn van een hele lange houten balk waar je tegenaan leunt. Dat brengt de deuren in beweging. Johan besluit ook om mee te helpen aan de andere kant. De Engelsman maakt een praatje met Joke en geeft aan dat hij later in de pub van het hotel vlak bij onze ligplaats een biertje gaat drinken. Als we nog wat lokale kennis willen over de wateren in de omgeving, dan zijn we van harte welkom.

We zitten inmiddels een beetje met een dilemma. De volgende doorgang tussen Schotland en Noord Ierland, The North Channel, is ook weer behoorlijk lastig. Wederom heftige getijdenstromingen en hoge golven, nog steeds open richting de oceaan. Volgende week woensdag is een stevige noordwester storm in het weerbericht. Moeten we voor die tijd overgestoken zijn, of wachten we dat af? En waar wachten we dat dan af? Om bijtijds over te steken moeten we ook nog eens haasten, omdat de wind anders de verkeerde kant op gaat staan. We besluiten dat we het aanbod aannemen en gewapend met de zeekaart van de Firth of Clyde (het gebied waar wij aan de andere kant van het kanaal in belanden) gaan we ook naar de pub. Dat was een goede gok. We krijgen een hele goede beschrijving van wat de Firth of Clyde heeft te bieden. Leuke ankerplekken, goede havens en de eilanden Bute en Arran. De Engelsman ligt zelf in Bute met de boot en vaart hier al jaren rond. Verder naar het zuiden heeft de Engelse kust niet heel veel te bieden voor zeiljachten. Vrijwel alles valt droog en is lastig te bereiken door het getij en de afstanden. Waarom haasten als er hier nog zoveel te zien is? Ons besluit staat vast: we blijven tot na de storm een weekje in de Firth of Clyde rondscharrelen. Daarna kijken we of er een weatherwindow is om richting Belfast te gaan.





Maar eerst hebben we nog een stukje kanaal te gaan. Als we de volgende dag ons klaar maken om te vertrekken, komt de sluismeester van de sluis achter ons vragen wat de plannen zijn. We geven aan dat we eerst voor een volgende brug boodschappen willen doen en daarna graag in The Basin voor de Sealock aan de andere kant willen overnachten. Geen probleem, hij belt met de collega’s dat we er later op de dag aankomen en wijst ons op een vrij grote Co-op supermarkt in het stadje Lochgilphead. We varen twee mijl door en gaan weer aan een jetty liggen. We wandelen het stadje in en gaan eerst eens bij een koffiebar een bakkie doen met een lekker gebakje erbij. Bij de supermarkt vinden we genoeg om onze bijna lege koelkast weer te vullen. Met drie zware tassen gaan we weer naar de boot.

We varen weer door en komen bij de volgende sluis. Ook daar is weer een sluismeester die al op de hoogte is van onze komst. Hij helpt ons twee sluizen door en wijst op een plek waar we voor de laatste sluis kunnen wachten. Na de lunchpauze komen dezelfde twee dames langs, die ons bij aankomst in het kanaal door de eerste twee sluizen hebben geholpen. Ze weten al dat we in The Basin willen overnachten.



We gaan door de laatste sluis van vandaag en meren af. We liggen weer prima. Morgen is het plan om de door de Sealock te gaan en een mijl of negen langs Kintyre naar Tarbert te varen.



De tocht door het Crinan Canal was een heel bijzondere belevenis. Wat een historische parel, aardige behulpzame mensen en een prachtige omgeving. We zouden dit niet hebben willen missen!