Loch Ness

Maandag varen we door naar Loch Ness. Dat voelt als een echte mijlpaal. Hoe bijzonder is het om hier met je eigen bootje te varen! Het meer is heel lang en tot meer dan 200 meter diep tot vlak bij de kant. Daar kun je qua ankeren niets mee en er zijn ook weinig andere mogelijkheden om aan te leggen.















Ongeveer halverwege ligt echter Urquhart Bay, een baai waar we mooi uit de wind kunnen ankeren. Johan had op een website ontdekt dat er ook één visitor mooring ligt. Dit is een soort boei die met een ketting aan een zwaar gewicht op de bodem is verankerd. De mooring is zowaar vrij! We liggen hier heerlijk alleen met een prachtig uitzicht over Loch Ness. Met de bijboot roeien we naar de kant en wandelen naar de hoek van de baai. Daar liggen de ruïnes van Urquhart Castle.



Dat is een bezoek waard. De historie is heel interessant en geeft een goede indruk van wat er zich in het verleden heeft afgespeeld. Het kasteel is zo vaak overvallen, dat de bewoners het in de 17e eeuw uiteindelijk zelf hebben opgeblazen. We wachten nog een forse regenbui af in het visitors centre, waar we van de gelegenheid gebruik maken om een kopje koffie en thee te nuttigen met een lekker dingetje erbij natuurlijk.









Tijdens de wandeling heen en terug hebben we een mooi uitzicht op de baai, met Beluga rustig dobberend achter de mooring. We zijn helemaal happy en vinden dit een topdag!









Dinsdag varen we de tweede helft van Loch Ness over naar Fort Augustus.



De bergen aan weeszijden worden steeds hoger. Het is adembenemend mooi. Het waait wel heel hard (wind on the nose!) en we besluiten vóór de 5-traps sluis te overnachten aan een jetty. Fort Augustus is een schilderachtig gelegen dorpje met bijna een Harry Potter sfeer. In Peterhead had de havenmeester ons de tip gegeven om hier in de Lock Inn een biertje te nuttigen en te eten. Het is natuurlijk druk, maar we vinden een leuk plekje in het gezellige café. Het was weer een prachtige dag.