Caledonian Canal

In de jachthaven van Inverness blijven we een extra dag liggen, omdat we ons eerst willen voorbereiden. Hoe werkt het, waar kan je zoal overnachten, wat moet je doen om toegang te krijgen? Het Caledonian Canal is tussen 1803 en 1822 aangelegd. Er is handig gebruik gemaakt van het door de ijstijd gevormde landschap. Er liggen langerekte meren tussen de bergen van de Highlands, die veelal noord-oost – zuidwest lopen. Door middel van stukken gegraven kanaal zijn de meren Loch Dochfour, Loch Ness, Loch Oich en Loch Lochy met elkaar verbonden, met aan beide zijden natuurlijk ook nog een uitgang naar zee. De hoogteverschillen worden door 29 sluizen overbrugd. De totale lengte is ongeveer 96 kilometer, waarvan 61 km meer en 35 km kanaal.






Men dient voordat men de zeesluis invaart online te betalen en een doorvaart van maximaal 7 dagen te boeken (eventueel te verlengen tot 10 dagen).
Zaterdag 25 juni is er een zwemwedstrijd over het water waar we doorheen moeten om van de jachthaven naar de zeesluis te varen. Je moet het water daar tussen 09.00u en 11.00u vermijden. Daarom hebben we vrijdag al de sluis opgeroepen en gevraagd of we met de eerste schutting mee mogen. Om 8.30 uur moeten we er zijn. Het is even een dingetje om die sluis aan te lopen. Je kan ervoor nauwelijks afmeren en buiten zijn er links en rechts fikse zandbanken, die momenteel weliswaar onder water staan, maar de sterke getijstroming staat daarom haaks op de aanloopgeul. We draaien een poosje rondjes.






Een Duits motorjacht mag als eerste binnenvaren en wij als tweede. Uiteindelijk zijn we met zijn zessen en passen tenauwernood in de sluis. Het is zorgvuldig mikken met de lijnen om de boot op zijn plaats te houden met minder dan een meter voor en achter. We krijgen een sleutel voor de “facilities” her en der langs het kanaal, een licence en een papieren Skippersguide met uitleg van de vriendelijke dame die de sluizen bedient en alles alleen moet doen.
Uiteraard zijn er een aantal die nog niet geboekt en betaald hebben, dus moet die administratie ook nog eens gebeuren.


Uiteindelijk gaan de sluisdeuren open en gaat een brug voor ons open en varen we daarna meteen een volgende sluis in. Daarna meren we af in de Seaport Marina (waar je de eerste nacht gratis mag liggen). We zijn hier uiteindelijk een uur of drie/vier zoet mee geweest voor een afstand van slechts 3 zeemijl. We wandelen Inverness in om wat boodschappen te doen.





Zondag melden we ons aan voor de eerstevolgende sluis (de Muirtown Flight), 4 sluizen direct achter elkaar. De sluismeester loopt naar de jachthaven en gaat langs de boten om de lengtes in te schatten en om instructies te geven. Samen met een Brits jacht, de Atalanta, gaan we eerst door een aantal bruggen en dan de eerste sluis in. We gaan omhoog, dus vaar je binnen tussen twee hoge lege muren aan beide kanten zonder iets om de lijnen aan vast te maken. Vantevoren geeft de sluismeester aan wie aan welke zijde moet liggen. Wij gooien onze lijnen omhoog en de sluismeester vangt ze op en legt ze om een soort haken aan de kant. Als de eerste sluis is volgelopen, moet Joke de kant op en met de voorlijn de boot naar de volgende sluis slepen. De sluismeester helpt hier nog mee met de achterlijn.






In de komende dagen moet Joke met beide lijnen lopen. Johan start toch de motor en laat die het zware werk doen. Het waait heel hard en het is onmogelijk om alles op de hand te doen. Dit kunstje brengt ons uiteindelijk door vier sluizen een heel stuk hoger.



Achter de Atalanta gaan we een stuk kanaal door, met een aantal bruggen en nog een sluis bij Dochgarroch. Zij melden ons beiden steeds aan op de marifoon en wij bevestigden dat nog even. Zo draait alles heel vlot en gaan we uiteindelijk na de sluis aan een drijvende steiger (jetty) liggen om te overnachten.






De marifoon staat nog aan en we horen dat een schip even moet aanmeren voordat ie de sluis in kan, de enige sluiswachter die de sluis bedient heeft lunchpauze. We helpen het schip met de lijnen en Joke ziet dat een van de bemanningsleden een bekende ShetlandWoolWeek-hat draagt. Dat nodigt uit tot een gesprek dat pas is afgelopen als de sluiswachter haar dienst weer hervat.





De eerste heuvels (bergen?) zijn inmiddels in zicht gekomen. Het landschap is betoverend mooi. We proberen een wandeling te maken, maar daar was hier niet zo veel gelegenheid voor. We liggen voor een landgoed en overal staan bordjes waaruit blijkt dat we er niet in mogen. We wandelen een stuk langs de weg en zien aan diverse (helaas doodgereden) dieren dat er heel wat wild in het mooie landschap leeft. We zien o.a. een hert, een bosmarter en diverse vogels.