Vertrek uit Terceira

— verstuurd via Iridium 16/06/2013 13.35 UTC 40.00.8N 26.40.8W, etmaal-afstand 108 mijl, afstand tot Falmouth afgenomen met 75 mijl (nog 1104 mijl). Etmaal 21 uur!

Zondagmiddag 15.00 uur zijn we uit Terceira vertrokken. Op basis van de weersverwachtingen krijgen we eerst westenwind, dan noordenwind en vervolgens windstilte. We besluiten dat het goed is om de westenwind te gebruiken om eerst noordwaarts te varen, als de wind naar noord draait gaan we overstag en varen dan naar het noordwesten om vervolgens met een soort U-bocht weer om te keren naar het noordoosten. Een ingewikkeld gedoe om de opkomende kern van het hogedrukgebied te benutten voor de U-bocht en de westenwind die ten noorden van de kern staat op te pikken. Als we gewoon richting Falmouth zouden blijven varen, dan komen we in een krachtige noordenwind terecht die helemaal tot aan Spanje doorstaat, dus onze strategie heeft als doel om dit te ontwijken. Of dit allemaal zo bijdehand is bedacht zal nog blijken.








Tot nu toe komt de verwachting uit. We liggen op dit moment de noord-westelijke koers voor in een langzaam afnemende wind. Wel een beetje tandenknarsend, omdat we nu eigenlijk een beetje van Falmouth wegvaren. We varen eerst om Terceira heen. Als we vrij zijn van Terceira is de wind, conform de verwachting, behoorlijk stevig. Altijd weer flink wennen om in een als een kermisattractie bewegende boot te leven.

De Azoren hebben een heel positieve indruk op ons gemaakt. Prachtige eilanden, vriendelijke eerlijke mensen, lage prijzen en heel goed eten. We willen hier nog wel eens terugkeren.

— verstuurd via Iridium

Klaarmaken voor vertrek

Tussen onze toeristische activiteiten door maken we de boot weer klaar voor vertrek. Nog wat

inkopen op de lokale markt, controle van de mast en de motor, weerkaarten selecteren (we gaan Northwood gebruiken), de

weersontwikkelingen bestuderen, diesel en water tanken, de was doen, schoonmaken enzovoort.





Het is de bedoeling dat we vanuit Terceira naar Falmouth gaan varen. De te varen afstand is rond de

1200 mijl. Nog altijd de op twee na grootste oversteek van de reis en dat door een gebied met veruit

het meest wisselvallige weer. De standaard route laat een omweg zien, eerst voornamelijk noordwaarts

en dan op circa 45 graden noorderbreedte afbuigen zuidelijk langs Ierland naar Lands End. Of dit

allemaal zo uitkomt zal afhangen van de actuele weersontwikkeling en de vooruitzichten voor de

tweede helft van de reis.

Zaterdag 15 juni trekt er nog een depressie net ten noorden van ons langs. Zondag komt er een, voor

ons ongustige, noordenwind te staan en maandag ligt het Azorenhoog ten noorden van Terceira. Volgens

de lange termijn verwachtingen blijft het de daarop volgende dagen rustig op onze route. Deze

factoren combinerend komen wij uit op vertrekken op zaterdagmiddag of zondagavond. Collega-zeilers

bereiken dezelfde conclusie, dat geeft ons het vertrouwen dat we de inschatting goed hebben gedaan.

We besluiten uiteindelijk om zaterdagmiddag te vertrekken. We zullen eerst min of meer noordwaarts

gaan, vervolgens misschien zelfs naar het noordwesten met tegenwind en dan door de kern van het

hogedrukgebied varen om een gunstiger windrichting op te pikken.

Rondtoeren op Terceira (2)

We dachten dat we deze week volop festiviteiten zouden meemaken, echter het grote feest van Sao Joao begint pas volgende week vrijdag en duurt 10 dagen. De voorbereidingen zijn al in volle gang, straten worden versierd en danspasjes geoefend langs de haven. Ook het stierenvechten is hier een onderdeel van en diepgeworteld in de cultuur. Onderweg komen eerst een rotonde en later een weiland met stieren tegen die rustig staan te kijken naar ons. Zo te zien hebben ze weinig stress van het stierenvechten en een prima leven in een groot weiland. We komen zelfs langs een arena en Johan en de jongens staan er uitgebreid naar te kijken.





















Vandaag rijden we het binnenland in. De eerste stop is een plek waar stoom met zwavel uit de grond

komt als gevolg van vulkanische activiteit. De stoom is aan de oppervlakte 95 graden, erg warm dus.

Er groeien hier bijzondere mossen, waaronder veel levermossen.















We rijden naar de hoogste top van het eiland, Serra de Santa Barbara met een hoogte van 1021 meter.

Helaas is het mistig boven en zien dus niets van het uitzicht. De wolken blijven de rest van de dag

hangen rondom de top terwijl het beneden bij de oceaan wel zonnig is.







Na de lunch gaan we langs bij twee grotten, we vragen bij de eerste of het de moeite is om ze

allebei te bezoeken. Volgens de man achter de balie zijn ze beide heel verschillend en zeker een

bezoek waard. We kopen een combi-ticket en mogen (als we dat hadden gewild) het bezoek zelfs over twee dagen spreiden.
Gruta do Natal is een lavatunnel waar we doorheen lopen en de jongens soms kruipen. Hier zijn

verschillende vormen van gestolde lava te zien.













Gruta do Algar do Carvao is een van de vier lege vulkanen op de wereld en de enige in zijn soort die

open is voor publiek. De eerste uitbarsting van zo’n 3000 jaar geleden vormde een wand met een hard

gesteente (trachiet). Een tweede uitbarsting, tussen de 1700 en 2100 jaar geleden, waarbij veel

gloeiend gas onder hoge druk zich een weg naar buiten zocht werd door het sterke gesteente

tegengehouden. Hierdoor vormden zich koepels in dit gesteente en uiteindelijk ging via een smalle

weg het gas naar buiten. Na de eruptie zakte de overgebleven lava naar beneden en ontstond een lege

vulkaan.
De stalactieten en stalagmieten hier zijn van een bijzondere soort (silica), de gids vertelde dat

een groot deel van deze soort op de wereld zich hier in deze vulkaan bevinden. Het meer op de bodem

van de vulkaan wordt gevuld met regenwater dat door de rotsen heen sijpelt. Op dit moment is het

water 15 meter diep. Het water zakt elke dag een halve meter, in de zomer ligt het zelfs weleens

droog.



















Joke ziet tijdens het rondrijden diverse leuke kleine felgekleurde huisjes en heeft er al een aantal

gefotografeerd. Het blijken “Imperios do Espirito Santo” te zijn.
Uit de reisgids blijkt dat Impérios letterlijke heilige huisjes zijn. Vrijwel iedere wijk en zeker

ieder stadje heeft zo’n kapelletje gewijd aan de Heilige Geest. Ze zijn het middelpunt van een

jaarlijks feest tussen Pasen en Pinksteren. Oorspronkelijk werd de heilige geest aangeroepen als

beschermer tegen natuurrampen en ander onheil. Er werden gratis maaltijden verstrekt aan de armen.

Tegenwoordig gaat het meer om een groot dorpsfeest met dans, muziek en feestbanket.
In een etalage zien we mokken met afbeeldingen van deze huisjes, het zijn er in totaal 70. Te veel

om allemaal te fotograferen.














Rondtoeren op Terceira (1)

Op Terceira huren we een autootje en rijden in twee dagen kriskras over het eiland. We beginnen bij

het zuidelijkste punt, Monte Brasil, waar we een prima uitzicht hebben over de stad Angra do

Heroismo. Op deze krater bevindt zich een wonderlijke combinatie van recreatie en militair terrein.
De naam van de stad betekent “Baai van de heldenmoed”, en slaat op de strijd die de bewoners van de

Azoren hebben gevoerd in 1828 tijdens de Portugese burgeroorlog tegen het leger van Miguel (koning

van Portugal).

De stad is in 1980 getroffen door een aardbeving, dit is goed te zien aan de nieuwe daken tussen de

oude rode daken (alhoewel er sindsdien er ook nog wel een paar zullen zijn vernieuwd).












We rijden langs de kust naar het oosten en bekijken de kerk van Sao Sebastiao waar fresco’s zijn

gevonden. Twee restaurateurs zijn bezig om de muurschildering weer zichtbaar te maken. Ze vertellen

enthousiast dat de fresco al in de jaren 30 zijn ontdekt en dat ze sinds 2007 parttime bezig zijn.

De schildering dateert van voor 1542 toen er een kapel werd aangebouwd en een deel van de muur werd

gesloopt waarop de schildering staat.
Ze vinden het leuk dat wij (zeilers) een kijkje komen nemen en vinden het geweldig dat de jongens op

deze leeftijd een jaar aan het reizen zijn.








In het oosten vinden we het agrarisch gebied met de vele door stenen muurtjes afgescheiden weilanden

en akkers. Hier ligt de stad Praia da Vitoria (Overwinning op het Strand, genoemd naar de

overwinning op tijdens dezelfde burgeroorlog in 1829).








In het noorden ligt Biscoitos en hier zijn natuurlijke zwembaden, omgeven door zwarte lavarotsen.

Vandaag is er een behoorlijke deining en rollen de golven naar binnen. Er zijn een aantal zwemmers

in de rustigere delen, wij vinden de temperatuur van 18 graden (zowel water- als luchttemperatuur)

nog steeds erg koud. We genieten met een ijsje van het prachtige uitzicht. In dit deel zijn

wijngaarden aanwezig en wordt likeurwijn geproduceerd













Het valt ons op dat op het eiland de huizen prima onderhouden worden, vandaag zijn er heel wat

mensen actief om hun huis in de witte verf te zetten. De straten zijn schoon en we zien nergens

schreeuwerige reclameborden. Voor het diner stoppen we bij een plaatselijk cafeetje en krijgen een

heerlijke uitgebreide maaltijd voor minder dan 10 euro per persoon. Het valt de jongens op dat het

vlees hier erg mals is. Ze vermoeden dat de koeien hier met de schone oceaanlucht, de rustige sfeer en het zuivere

water dat ze drinken een prima leven hier hebben en waarschijnlijk gezonder zijn dan de gemiddelde (biologische) koe in Nederland.







Naar Terceira

Het is 70 mijl naar Terceira, dus varen we om 04.00 uur uit. Het is nog donker. Een uurtje eerder was de Serena vertrokken en de Draconis II vaart een half uurtje later uit. We varen tussen Pico en Soa Jorge door. In de opkomende zon maakt Tim hele mooie foto’s van Pico. Sao Jorge heeft een mooie ruige kustlijn, waar Johan nog foto’s maakt van watervallen die in zee uitkomen.







Onderweg zien we in de verte Fin Whales (Vinvissen). Ze komen hoog uit het water en met een grote plons storten ze zich weer in zee. We wisten op dat moment niet welke soort het was, maar we spreken in Terceira een whalewatcher die uitlegt wat de spotters die dag hebben gezien. Dat komt helemaal overeen met onze waarneming. Grote groepen dolfijnen komen op wat grotere afstand langs.

Wij komen om 16.00 uur net voor de Serena aan in de haven van Angra do Heroísmo. In het naastgelegen baaitje zijn waterscooter races aan de gang. We checken in en krijgen van de vriendelijke havenmeester direct veel informatie en folders over Angra en Terceira. We vallen met onze neus in de boter, want deze week zijn er allerlei festiviteiten.



Deze avond nog zijn er heel traditionele stierengevechten in de straten van Angra. Het gaat er hier overigens heel behoorlijk diervriendelijk aan toe. In totaal vier stieren worden één voor één aan een heel lang touw door de straat geleid en mogen gezellig achter stoere mannen aan gaan. Er komen geen speren aan te pas, de stoerste knapen maken schijnbewegingen met een paraplu en een T-shirt. Toch zijn wij stiekem voor de stieren en constateren met enig genoegen dat het spel eindigt met winst voor de stieren. De eerste knaap werd vlak voor onze neus ondergeschoffeld en moest met de ambulance worden afgevoerd. Stier twee gleed uit terwijl de uitdager er listig omheen rende. Ok, 1-1. Stier drie kreeg uiteindelijk de paraplu te pakken en molde die eens lekker, 2-1. Stier vier deed wat hij wilde. De begeleiders (8 man aan het touw) waren maar ternauwernood sterk genoeg om hem in de gewenste richting te geleiden. Bij ons in de buurt stonden enkele stoere knapen (toeristen zo te zien) die een beetje overmoedig werden. De stier deed een plotselinge razendsnelle uitval en een van de knapen verzwikte zijn enkel toen hij de stoeprand een beetje was vergeten. Einduitslag: 3-1 voor de stieren.



















Hoe nu verder? We zijn van plan om hier ongeveer een week te blijven. Er komen regelmatig depressies langs (even ten noorden van ons), dat was voor ons reden om naar Terceira te gaan en niet een tweedaagse tocht naar Ponta Delgada te wagen. Noel van de Whisper of Deben heeft ons veel uitleg gegeven over de mogelijkheden. Terceira is met een iets meer noordelijke ligging een gunstiger uitgangspunt voor de terugreis naar het Europese vasteland. Dat is naar Falmouth nog altijd een tocht van 1200 mijl, door een zone waar vrijwel alle depressies overkomen.
Alternatief is om op Noord Spanje te mikken, dat is een stuk overzichtelijker, rond de 700 mijl.
Vervolgens moeten we dan een gunstig weerbeeld van een dag of drie afwachten om Biskaje weer over te steken. Onze voorkeur gaat uit naar de reis direct naar Falmouth. Alles hangt echter af van de ligging van het Azorenhoog. Op onze laatste oversteek vanuit de Carieb lag dit heel noordelijk, momenteel ligt dit heel ver ten zuidwesten van ons. Dit beinvloed de koers van de depressies. In het huidige weerbeeld zou de tocht naar Spanje een goede optie zijn, met een noordelijk Azorenhoog is dat juist weer niet handig.
Afwachten dus en onderwijl lekker hier op Terciera rondkijken. We gaan vermoedelijk nog een autootje huren en het historische Angra do Heroísmo bekijken.

Whalewatching

De volgende dag is onze whalewatch afspraak gelukkig pas om half drie in de middag, zodat we toch

nog aan onze nachtrust toekomen. Op de eilanden van de Azoren zijn er professionele spotters met

krachtige verrekijkers. Die speuren de horizon af naar walvissen. Vroeger deden ze dat om de jagers

er naar toe te leiden, nu om de whalewatch boten er naar toe te leiden. Onze schipper, Pedro, legt

uit dat whalewatching aan strikte regels is gebonden om de dieren zo min mogelijk te verstoren. Zo

mogen ze alleen achter een walvis varen. Deze dag vreesde Pedro dat we er niet zo veel zouden zien.

Er waren op dat moment twee potvissen gespot op 14 mijl ten noorden van Faial. We stappen met een

groep andere toeristen in een RIB (Rigid Inflatable Boat, oftewel een speedboot met een vaste bodem

en een opblaasbare rand). Met grote snelheid stuiteren we over het water. Wij mochten voorin zitten,

omdat Pedro vond dat we als ervaren zeezeilers de het minste kans op zeeziekte zouden hebben. Wij

vonden dat wel prima natuurlijk.







De tocht werd een groot succes. Onderweg naar de potvissen zagen we eerst Bottlenose Dolphins,

daarna bijzondere Risso’s Dolphins. Die worden witter met het toenemen van hun leeftijd (Johan drukt

zijn hoed maar even wat dieper over zijn haren…).







De potvissen volgen een koers naar het noorden, dus gaat Pedro er na een poosje op volle snelheid

vandoor om de plek te bereiken. We hebben geluk, uiteindelijk krijgen we maar liefst 12 potvissen in

zicht. Pedro geeft uitleg over hun gedrag. Je kan bijvoorbeeld prachtig zien hoe ze zich klaarmaken

voor een duik, die maar liefst tot diepten over de 1000 meter gaat. Er zit die dag ook een

cameraploeg op het water. Ze maken een Portugese documentaire over de walvissen rond de Azoren.

Regelmatig gaat een duiker overboord om een potvis onder water te filmen. Ook wordt onze boot

gefilmd. We zijn een enthousiast groepje en blijkbaar een goede reclame voor het whalewatchen op de

Azoren.



















Als we ons klaarmaken om weer naar Faial te gaan komt er nog een groep van honderden Common Dolphins

rond de boot spelen. Ze springen tot wel vijf meter uit het water. We zien ook een heel jonge

dolfijn, die elke beweging van zijn moeder volgt. Bij de geboorte vouwen ze als het ware uit, zodat

er strepen op hun lichaam achterblijven die na ongeveer vier dagen verdwijnen. Het jonkie dat wij

zagen had nog van die strepen, dus was maximaal vier dagen oud. Op een foto kun je de strepen

duidelijk zien. De dolfijnen zoeken de boot op en dartelen rond ons heen. Wat een prachtige

ervaring. Als Pedro voorzichtig de snelheid opvoert, blijkt dat de dolfijnen het helemaal geweldig

vinden. Met gemak houden ze de door 300 pk aangedreven boot bij en schieten met grote snelheid langs

de boeg en door de hekgolven.






















Om deze mooie ervaring te vieren eten we een pizza. Weer aan boord worden we nog even bij Henrik en

Arja van de Serena uitgenodigd. We krijgen een gebakje en een borrel. Onderwijl laten ze ons

waterkaarten en foto’s zien van zuidwest Finland. Er zijn daar vele honderden eilandjes, een

prachtig gebied om in te varen. Ook leggen ze uit hoe je daar je boot voor de winter tegen een

redelijke prijs kan achterlaten. Wellicht is hier een nieuw plan voor onze Beluga geboren?

Vermaak in Horta

We poseren voor cafe Peter Sport, het beroemde cafe voor zeilers. Als je in Horta bent is dat natuurlijk

een must. Binnen is het erg druk en het eerlijk gezegd vinden we het niet al te gezellig, dus we laten

het verder voor wat het is.





Tim en Bas gaan deze ochtend duiken, Johan en Joke maken onderwijl een rit rondom het eiland met de bus.

Zo krijgen we een aardige indruk van het eiland. Een bijzonder punt is een nieuw stuk land, dat is

ontstaan bij recente vulkaanactiviteit in jaren vijftig. Het is grappig om te zien hoe een vuurtoren er

nu voor joker bijstaat, zijn licht zou nu slechts tegen heuvels aanschijnen.














We krijgen bezoek van Noel en Sandra van de Whisper of Deben. We hebben ze in Dominica ontmoet en we

hebben erg leuk contact. Noel is 78 jaar, maar dat belet hem niet om gewoon een Rondje Atlantic te

varen. In Flores troffen we hem nog bovenin de mast aan! Ze hebben enorm veel zeilervaring en zitten vol

prachtige verhalen. Onze Amerikaanse buren, Ann en Lew van de Serannity komen ook langs. Van Noel

krijgen ze uitleg over een hele mooie route langs Schotland. Ze zijn 78 en 73 jaar, varen al 17 jaar

rond de wereld en zijn nu via Ierland en Schotland op weg naar Nederland. Ze willen nog via de Donau

naar de Zwarte Zee en dan via de Midellandse Zee uiteindelijk terug naar de Verenigde Staten en daar de

Grote Meren nog even meenemen. Wat een prachtige energieke mensen!

Als ons bezoek is vertrokken, nodigen onze Finse buren ons uit aan boord van de Draconis II voor een

verjaardagsfeestje. Met de gitaarspel van de Henrik van de Serena (onze andere Finse buren) zingen we

vele bekende liedjes tot half drie ’s nachts. Het is reuze gezellig en de volgende ochtend zijn we

allemaal een beetje schor. Onafhankelijk van elkaar blijkt dat we alle drie zaterdag een geschikte dag vinden om door te varen naar Terceira, voordat een depressie wat slechter weer met zich meebrengt.




The making of…

Vrijwel iedereen die met een zeiboot van de Carieb, Bermuda of de USA oversteekt naar Europa stopt in

Horta omdat het op de zeilroute ligt en al heel lang een goede haven heeft. Tegenwoordig liggen er

honderden jachten, de meeste zijn bezoekers op doorreis.

Ook al heel oud is de traditie dat elk bezoekend jacht een muurschildering maakt ergens op de kade.

Inmiddels is het zelfs zo dat dit geluk brengt op het vervolg van je reis. Uiteraard willen we dit niet

nalaten, dus zijn we met computer, polood, verf, schaar, papier en penseel aan de slag geweest om onze

aanwezigheid op de kade te vereeuwigen.








We hebben allemaal een deel gedaan en zo lekker bezig in de middagzon met Pico bijna als een schilderij

op de achtergrond.














Onderwijl maken we regelmatig een praatje met andere zeilers. Het is een leuk en bont gezelschap. De

Amerikanen naast ons zijn de wereld rondgezeild en onderweg naar Europa. Ze leven al een jaar of tien op

hun boot. Zo heeft iedereen zijn verhaal.
Tim en Bas gaan morgen duiken, vrijdag gaan we een whalewatch tour doen. De tijd vliegt hier voorbij.

Aangekomen in Horta

Zaterdagochtend vroeg vertrokken we uit een inmiddels bomvol haventje en uitgezwaaid door de erg vriendelijke havenmeester. Bij het uitchecken kon hij zijn blijdschap over ons vertrek al niet voor zich houden, hoe meer boten er vertrekken hoe liever het hem is. Hij heeft een hele lijst op zijn bureau liggen met nog aan te komen boten, het haventje wordt dus steeds populairder en terecht vinden wij.








Het was een rustig zeiltochtje, eigenlijk meer motorzeilen want de wind stond een beetje tegen en kwam ook niet helemaal overeen met de weersverwachting. We hadden een aantal buien om ons heen en veel boten. Vooral ’s nachts was het opletten met een hele vloot vissersboten. ’s Morgens vroeg kwamen er groepjes dolfijntjes bij de boeg spelen, ze kwamen een stukje uit het water en lieten zich in de boeggolven vallen, een grappig gezicht.







Zondagmiddag kwamen we aan in Horta op het eiland Faial, het zeilersmekka van de Azoren. Vlak voordat we bij de haven aankwamen zagen we de berg van het naast gelegen eiland Pico even boven de wolken tevoorschijn komen, een mooi gezicht. Na de snel afgehandelde formaliteiten, zijn we over de havenkade gaan wandelen en hebben de vloer- en muurschilderingen bewonderd. Het brengt geluk als je als zeiler een tekening achterlaat, dat gaan wij dus van de week ook doen. Daarna heerlijk zitten kletsen bij onze engelse medezeilers van de Whisper of Deben. Vannacht lekker geslapen op een stilliggende boot en heerlijk uitgeslapen. Inmiddels regent het hier flink, dus vandaag een lekker rustig dagje op de boot.







Flores

Flores is een klein eiland van 12 bij 17 kilometer met zo’n 3800 inwoners. Het hoogste punt is Morro

Alto met 914 meter. Bij het eiland bevindt zich het meest westelijke punt van Europa en dat zien we

terug in veel namen van bedrijven en op de borden langs de weg. Ze zijn er maar wat trots op hier.




Het eiland ademt een geweldige rust uit en is overal groen. De bewoners zijn zeer vriendelijk,

behulpzaam en eerlijk. Ze groeten ons als we ze tegenkomen en proberen zoveel mogelijk engels te

spreken, zo niet dan gebruiken ze handen en voeten om ons iets duidelijk te maken.






Om het eiland te verkennen hebben we een autootje gehuurd. We crossen twee dagen rond en zijn erg

gecharmeerd van het landschap. Aan de westkant vinden we de Rocha dos Bordoes, een geologisch fenomeen

van verticaal gevormde basalt. Het heeft de bijnaam orgelrots. Verderop vinden we het dal van de rivier

Ribeira Grande. Boven het dal hebben we een prachtig uitzicht, waar we ook de watervallen zien die de

rivier voeden.












We ontmoeten twee Duitsers die hier op vakantie zijn. Ze willen walvissen zien en zijn al 10 dagen bezig

met spotten, uitgerust met grote verrekijkers en fototoestellen. Ze zijn al op verschillende eilanden

geweest en zelfs op een boot op zee, helaas zonder resultaat. Bas vertelt trots dat we met de boot al 2

keer walvissen hebben gezien en dat hij vanaf de kant bij de haven ook walvissen heeft gespot.
We krijgen de tip om via een wandelpad dichterbij de watervallen te komen. Het is een prachtige

wandeling en het resultaat is adembenemend, zoveel watervallen op een rijtje dat zie je niet vaak.








Overal op het eiland zien we kraantjes, waar we gretig onze lege waterfles vullen. Het is heerlijk zacht

water en een goede dorstlesser.







Er zijn verscheidene uitgedoofde vulkanen op het eiland. De laatste uitbarsting dateert van 950 v.Chr.

Sommige van deze vulkanen hebben kraters (caldeiras in het Portugees) waarin zich meren hebben gevormd.

Er zijn zeven van deze meren op het eiland.














De hoofdstad Santa Cruz ligt aan de oostkust, het is een charmant stadje. Het vliegveld is langs het stadje gelegd en we hebben nog nooit een vliegtoren en een kerktoren zo dicht bij elkaar zien liggen.







In het noorden ligt Ponta Delgada, er is daar een mooi wandelpad dat langs de oostkust voert. Helaas voor ons hebben we niet de juiste wandelschoenen en worden we tegengehouden door het water.






We vinden de rust hier zo heerlijk dat we besluiten om nog wat dagen langer te blijven. Bas kan hier prima zijn schoolwerk doen en voor de rest doen we wat kleine klusjes. Het haventje is knus en we kletsen heel wat af met al onze buren.