Wandelen op Madeira

Madeira kent een zeer mild klimaat en is door de natuur, de vele bossen en bergen populair bij wandelaars en natuurgenieters. Omdat de kust voornamelijk uit steile rotswanden bestaat en zandstrand vrijwel niet aanwezig is, kent Madeira geen massatoerisme.
Het vulkanische ontstaan van de archipel begon zo’n 28 miljoen jaar geleden met de Selvagens, op de helft daarvan ontstond Porto Santo. Madeira is slechts zo’n 6 miljoen jaar oud. De hoogste berg is de Pico Ruivo, 1862 m.

We liggen met de boot aan de oostkant van Madeira, de haven heet Quinta do Lorde. Er is hier een vakantiedorp gemaakt compleet met vuurtoren en kerkje, nu is het nog lekker rustig want pas in december worden de eerste toeristen verwelkomd. De haven bestaat al een paar jaar en de faciliteiten zijn prima, maar verder liggen we zo’n beetje in de middle of nowhere. Er rijdt twee keer per dag gratis een busje naar het dorp 8 kilometer verderop om boodschappen te doen.







De eerste dag gaan we lopend de ruige oostkant van het eiland verkennen. Het is al een hele klim naar het officiele wandelpad van 8 kilometer. Sommige van ons vinden het behoorlijk eng en hoog, daarom lopen we niet hele pad. We genieten wel van de prachtige rotswanden en uitzicht op de oceaan. Hieronder een selectie van de vele foto’s die we hebben gemaakt.



















Het woord Madeira betekent hout. Het eiland kreeg deze naam, omdat de ontdekkingsreizigers een eiland bedekt met bos aantroffen in de vijftiende eeuw. Nog steeds bestaat een groot deel van het eiland uit bos, het Floresta de Laurissilva (laurierbomen), wat maar liefst twintig miljoen jaar oud is en sinds 1999 tot het Wereld Erfgoed van de Unesco behoort.

Op Madeira treffen we een uniek netwerk van levada’s aan, dit zijn smalle open irrigatiekanalen die over het hele eiland door de bergen zijn aangelegd. Het water vanuit de bergen in het noorden werd via de levada’s naar het relatief droge zuiden gebracht. Langs deze levada’s is altijd een voetpad aangelegd, om onderhoudswerkzaamheden te vergemakkelijken. Op sommige plaatsen zijn deze paadjes slechts 20 centimeter breed en lopen ze vlak langs een steile afgrond. Op andere plaatsen zijn ze bijna twee meter breed. Madeira heeft ruim 1400 kilometer aan levada’s, ze vormen ideale wandelroutes waarvan er ruim 20 zijn bewegwijzerd.
Wij hebben er twee uitgekozen, de eerste heeft slechts een verval van 20 meter op 2 kilometer lengte. We vragen ons echt af hoe ze dat uitgerekend hebben, dat het water naar beneden blijft stromen. Zelfs bij een waterval is een soort brug gemaakt om de levada te laten oversteken. Soms zijn de paadjes wel erg smal, er is dan ook niet voor niets een hek naast gezet.
















Funchal

Onze eerste tocht over Madeira doen we met de bus, we nemen de eerste bus heen en de laatste terug. De bus (een oude Daf) rijdt in bijna anderhalf uur naar de hoofdstad Funchal. Onderweg worden vele dorpjes doorkruist en vermijdt de buschauffeur de moderne autobaan met zijn vele tunnels. Met grommende motor en piepende remmen rijdt ie over steile bergweggetjes. Af en toe doen we onze ogen dicht of kijken we de andere kant op, want het is soms best wel eng. Bas ziet onderweg een bordje met een helling van 25%!









In Funchal gaan we eerst op zoek naar een watersportwinkel. We hebben schoonmaakspul voor de watertanks nodig. Het is even zoeken maar uiteindelijk vinden we hem in een smal straatje, waar we meteen maar gaan lunchen.

Funchal is wijds gebouwd en lijkt in niets op een Europese stad. De naam van de stad komt van het Portugese ‘funcho’ dat venkel betekent. Het is hier inderdaad erg groen.

Als we richting de kabelbaan lopen, die ons naar ruim 500 meter hoogte gaat brengen, worden we aangesproken door een taxichauffeur die aanbiedt om ons de hele middag rond te rijden. Als hij ons voorrekent hoeveel de kabelbaan kost en zijn eigen tarief daar tegenover stelt besluiten we om met hem in zee te gaan.







Virgilio rijdt ons allereerst naar de botanische tuin, we krijgen zelfs zijn paraplu mee voor als het gaat regenen.
Vervolgens brengt hij ons naar een uitzichtspunt ver boven de stad. Het gaat zo steil omhoog dat we er bijna hoogtevrees van krijgen. Het uitzicht is prachtig.










Vervolgens gaan we naar Monte, een voorstad van Funchal, op een hoogte van 550 meter. Als we uitstappen is het een stuk koeler en valt er een beetje regen en hebben we weer een fraai zicht op de stad.
De kerk van Monte (Igreja de Nossa Senhora do Monte) is helaas gesloten vanwege een bruiloft. In deze kerk (gebouwd in 1470) ligt keizer Karel I, de laatste keizer van Oostenrijk-Hongarije, begraven. Hij was naar Madeira verbannen na vergeefse pogingen om de Eerste Wereldoorlog te beeindigen.
Jaarlijks op 15 augustus is Monte het middelpunt van religieuze activiteiten op het feest van Maria-Hemelvaart. Het festival gaat gepaard met veel muziek, eten en vuurwerk, daarvoor moeten we dan maar een andere keer terugkomen.







Onderaan de trappen van het kerkje van Monte, begint de afdaling met de toboggan. Dit zijn rieten manden die op een soort skilatten bestuurd worden door twee Madeirese mannen met typische witte kleding en rieten hoofddeksel. Hun schoenen waarmee ze afremmen, zijn gemaakt van autobanden zodat ze behoorlijk slijtvast zijn.
De slee is bedacht door de Britse militair Russell Manners Gordon die in de 19de eeuw in Monte woonde en zich sneller naar zijn kantoor wilde begeven in de benedenstad.

Voor 30 Euro kun je met zijn tweeën stijl bergaf langs de straten van Monte, dit vinden wij voor ons vieren toch iets te prijzig. Onze chauffeur biedt aan om langs dezelfde weg naar beneden te rijden, zo zien we in ieder geval de 2 kilometer lange route die in ongeveer 10 minuten per slee wordt afgelegd.







Madeira, bloemeneiland

Madeira wordt vaak bloemeneiland genoemd, door de vele exotische bloemen die er bloeien.
Langs de weg komen we veel bloemen tegen, rododendrons en amaryllis groeien hier in het wild.
De exotische papegaaienbloem (Strelitzia, het symbool van Madeira) groeit en bloeit hier gewoon in de gemeenteperkjes!


















In Funchal zijn meerdere botanische tuinen. De geschiedenis leert ons dat de Engelsen dol waren op het zeer milde klimaat en hun groene vingers kwamen hier dan ook goed tot hun recht. Aangezien Madeira dichter bij Marokko ligt (500 km) dan bij Portugal (900 km) werden er veel exotische bloemen en planten geimporteerd.
Wij hebben de Jardim Botanico bezocht, met veel prachtige bloemen, cactussen, palmbomen, varens en zelfs echte papegaaien.











Op de Mercado dos Lavradores (bekende markt in Funchal) vinden we nog meer prachtige bloemen die verkocht worden door vrouwen in traditionele kleding. Ze hebben allemaal dezelfde laarsjes aan, leuk detail.








Hieronder nog een hele kleine selectie (zelf gefotografeerd) van de vele soorten bloemen op Madeira.












Espada, Very Tasty but Very Ugly

Van een taxi-chaffeur hebben we de tip gekregen om Espada te eten, die vis is alleen in Japan en Madeira te verkrijgen.
Het is een zwarte vis die tussen de 600 en 1600 meter diepte in de oceaan leeft. In het engels heet ie Black Scabbard Fish.
De vis wordt handmatig met lange lijnen gevangen. Wanneer de vis naar boven wordt gehaald dan barst ie uit elkaar, omdat de druk in zijn natuurlijke omgeving 50 keer hoger is dan op de oppervlakte. Daardoor krijgt de mooie gestroomlijnde vis zijn lelijke uiterlijk.





Bas en Johan durven het aan om er een te eten, de vis is heerlijk en super vers.




Aangekomen op Madeira

Poeh Poeh, het is eindelijk gelukt om naar Madeira te varen. Nadine is weer terug van weggeweest, na een weekendje van de weerkaarten te zijn verdwenen (alleen nog een gewoon lagedrukgebied) is de tropical storm weer terug. Daardoor hadden we gisteren hevige regenbuien met veel wind tot 30 knopen.
Vandaag eindelijk een keer wind vanuit het noordwesten, dus vroeg opgestaan en de laatste weerkaarten bekeken. Nog voordat de ferry vanuit Madeira aankwam waren wij al de haven uit.







Het was helder weer, we zagen Madeira al direct liggen (afstand 30 mijl). Hoe dichter we bij het eiland kwamen hoe meer buien we zagen. Gelukkig hebben we ze allemaal gemist. De havenmeester uit Porto Santo had nog voor ons geinformeerd of er plek was in de haven Quinta do Lordo. Ruim 1 mijl voor de haveningang kwam er een boot op ons af met de havenmeester om te melden dat we aan stuurboord konden afmeren. Grappig om te zien dat ze je helemaal tegemoet komen, we voelen ons meteen welkom.








We hebben de afgelopen dagen nog wat klusjes gedaan, gezwommen en lekker geluierd. De komende dagen gaan we Madeira verkennen.







Porto Santo, een charmant eiland

Tropical storm Nadine is sinds gisteren tot een gewoon lagedrukgebied gekwalificeerd door het Hurricane Centre. De depressie gaat nu richting Amerika, dus voor ons de goede kant op. Wat wij er van gemerkt hebben is een stevige zuidwesten wind, wat regen, flinke deining in de haven en er is ongeveer een halve meter strand weggeslagen.
Uitgerekend dit strand is een van de highlights van dit eiland, in de zomer wordt het eiland overspoeld door toeristen. Vooral mensen uit Madeira zijn helemaal dol op het 9 km lange goudgele strand, op hun eigen eiland hebben ze bijna geen strand en dan is het nog zwart ook.
We zijn tijdens onze wandeling in het dorp een poster tegengekomen, waarop gevraagd wordt om te stemmen voor het plaatselijke strand voor de eer van het mooiste strand van Portugal. Ze noemen het zelfs een natuurlijk wonder.

Net als in heel Portugal zijn ook hier de stoepen fraai bestraat en de pleinen zelfs met ronde steentjes die door de branding van de zee rond zijn geslepen.














In het stadje staat ook het huis waar Columbus een poosje gewoond heeft, nu is het een klein museum dat grenst aan het kleine kerkje.
Bij het vragen naar de weg worden we door een jongeman keurig in het Engels beantwoord, hij weet niet precies de weg maar vraagt dit in het Portugees aan een stel dames die langslopen. Ze nemen de tijd en uitgebreid vertellen ze hoe we er moeten komen. Het valt ons op hoe vriendelijk de mensen zijn.

Als we op een avond in het restaurant aan de haven willen eten, blijkt de kok vrij te hebben. Er wordt een busje voor ons geregeld en we worden naar de andere kant van het eiland gebracht. Kennelijk kijken we zo argwanend van deze actie, dat de jongens allebei een t-shirt van het restaurant krijgen met de woorden: “No worries”. Tja, als Nederlander zijn we zoveel gastvrijheid niet gewend.










Porto Santo is een vulkanisch eiland dat pas in 1418 werd ontdekt, nadat twee kapiteins van prins Hendrik de Zeevaarder, er door een storm strandden. Uit dank voor hun overleven noemden zij het eiland Porto Santo (Heilige Haven).
Op het eiland komt een ondersoort van de madeirahagedis voor; Teira dugesii jogeri. Deze ondersoort hier is endemisch; dit wil zeggen dat de hagedis nergens anders ter wereld voorkomt. Tijdens het wandelen komen we meerdere exemplaren tegen. Eentje kunnen we zelfs uitgebreid bekijken en fotograferen.









We ontdekken heerlijk Madeirees brood, gemaakt van bloem en zoete aardappelen. Telkens als we boodschappen doen nemen we er eentje mee, heerlijk met knoflookboter.
Het valt ons op dat er veel producten uit Madeira zijn, de bekende Madeira wijn, Laranja (sinaasappel limonade), lokaal bier en koekjes met de naam Madeira erin. Allemaal even lekker!








Nu we hier toch een tijdje liggen gaan Tim en Bas een duik maken, hun eerste in zeewater. Ze hebben een duik van 13 meter gemaakt in kristalhelder water. Ze komen zeer enthousiast terug en vertellen dat ze twee roggen en een octopus hebbben gezien en een natuurlijk een heleboel vissen.












Gister hebben eindelijk de moed gevat om een wandeling te maken naar de berg waar we vanuit de boot tegenaan kijken. Via een behoorlijke omweg komen we na ruim een uur puffen boven. Op 285 meter boven de haven hebben we een prachtig zicht op ons bootje. Het valt ons op hoe dor het landschap is en hoe groen de bergtoppen, het lijkt wel een omgekeerde boomgrens. Doordat de wolken tegen de bergtoppen botsen, regent het daar dus vaker dan beneden.




















Tropical storm Nadine

Op de weerkaarten is al een week lang een Tropical storm Nadine te zien. Dat is een storm net onder de categorie hurricane, zeer zwaar dus. Die storm dwaalt rond en dreigt steeds bij ons over te komen.

Het probleem van de Madeira-eilandengroep is dat er maar twee havens zijn (volgens de pilot) die enigszins geschikt zijn om tijdens zo’n storm in te liggen. Porto Santo (waar wij liggen) is de ene, de andere is op het eiland Madeira. Wij denken dat die haven erg druk kan zijn, omdat beschreven staat dat ook lokale boten naar andere havens verhuizen als er slecht weer komt. Echte stormen zijn hier zeer zeldzaam, maar uitgerekend nu dreigt er dus een.

Wij raadplegen twee bronnen (naast locale informatie): de gribfiles en de Northwood weerkaarten. De verwachting is erg onzeker. De ene dag laten de gribfiles zien dat de storm dichtbij komt en dan weer van ons weg gaat, terwijl de weerkaarten van die dag de storm over ons heen laat komen. De volgende dag is het precies omgekeerd. Komt ie wel of komt ie niet? Afwachten dus.





Al met al meer dan genoeg reden om in deze haven te blijven. De havenmeesters wijzen een geschikte plek aan, waarnaar we de boot moeten verplaatsen. Sommige boten besluiten hun geluk op Madeira te gaan beproeven, andere blijven, evenals wij, hier. Iedereen is met een spinnenweb aan landvasten (touwen waarmee de boot aan de steiger wordt vastgemaakt) in de weer. Er loopt een langzaam toenemende deining de haven in, die in het gedeelte voor jachten een hoop heen-en-weer geruk en getrek veroorzaken. Lijnen kraken en slijten binnen een paar uur door als het niet goed is vastgelegd. Zelfs de grote veerboot ligt behoorlijk aan de kade te bewegen. Die deining is een voorbode van de storm.

Het verkassen naar de andere box wordt door de deining bepaald niet gemakkelijker maakt. Als je stil ligt gaat de boot al een paar meter heen en weer door de stroming die door de deining wordt veroorzaakt. Achteruit de ligplaats invaren is even mikken! De havenmeesters helpen echter ook mee en met de ervaren Beluga-bemanning gaat het vlekkeloos!








Wij liggen momenteel met 19 lijnen vast, met nog drie lijnen paraat. Dat komt omdat alle lijnen minimaal dubbel uitgevoerd en sommige zelfs vierdubbel. Als er een breekt, dan is er alle tijd om in te grijpen. We liggen verhoudingsgewijs erg rustig. Sommige andere boten gaan behoorlijk tekeer.

Het is mogelijk dat we hier tot begin volgende week moeten blijven. Dat is zeker geen straf! We vinden het eiland erg leuk, rustig en charmant. De bevolking is vriendelijk en behulpzaam en we hebben hier meer dan genoeg te zien. De zeewatertemperatuur is 26 graden, dus zolang de golven niet te hoog zijn kunnen we zwemmen aan het strand. De jongens gaan morgen met de lokale duikschool een duik maken. Ook hebben we tijd om de watertanks eens goed schoon te maken en andere klussen te doen. Bas werkt stevig door aan zijn schoolwerk. We vermaken ons prima!













De oversteek naar de Madeira-archipel

Als het bijna hoog water in Lissabon is checken we uit en nemen we de brug van 12.30 uur. De voetgangersbrug aan het einde van de Doca Alcantara draait keurig op tijd en we draaien de Taag op. Met de eerste stroom mee van de eb varen we naar de Doca de Belem, waar je aan de steiger brandstof kan tanken.




We hebben de weerontwikkelingen gevolgd, de omstandigheden zijn niet ideaal maar wel haalbaar. Eerst een vrij stevige wind mee (op zich prima), de laatste 36 uur een heel langzaam tot matig toenemende tegenwind. We zullen dat laatste stuk naar verwachting moeten motoren. Evenals bij de oversteek van Biskaje blijken deze weersverwachtingen weer goed uit te komen. De kleine 500 mijl naar Porto Santo hopen we in ruim vier etmalen af te leggen.

Nog op de Taag zetten we zeil en gaat de motor uit. Het is windkracht drie en we zeilen de Taagmonding uit. In eerste instantie lijkt het hierbij te blijven, maar als het grootzeil is gehesen neemt de wind in een minuut toe tot kracht 5, met alle zeilen op kan de windvaan dit niet aan en moet het grootzeil er weer af. Met de twee fokken erop gaat de boot nog steeds snel en stuurt heel licht, zodat de windvaan goed kan sturen.





Als Portugal langzaam uit zicht verdwijnt beseffen we dat een nieuwe fase van de reis ingaat: we nemen afscheid van het vasteland. Vanaf nu bezoeken we alleen nog eilanden. We zeilen inmiddels in een nog iets meer toegenomen wind (het weerbericht op de navtex spreekt van “force 5-6, occasionaly 7”. Al spoedig neemt de waterdiepte toe tot enkele kilometers. Het water wordt diep-blauw. Na de kalme tijd is het wel weer even een soort cultuurschok. De golven nemen toe tot soms een meter of drie en bijna alle golven hebben witte brekende kammen. Dit gaat de eerste twee dagen zo door.







De windvaan stuurt, we varen met een half ingerolde genua en de kotterfok, met de wind schuin van achteren. De golven komen soms behoorlijk dwars in en een enkele keer begint de golf net te breken als hij de boot bereikt en een enkeling knalt met een harde dreun tegen de boot. Dit geeft en zoute douche over de boot heen, maar de wacht zit droog in zijn hoekje in de kuip. Het is verbazend hoe de golven soms ver boven de achterkant van de boot uit torenen en dat ze dan toch steeds weer keurig onder de boot door rollen.







Aan het einde van de tweede dag is het even schrikken. Komend vanuit de laagstaande zon blijkt een vrachtschip wel heel dicht langs te komen. We moeten echt uitwijken om een aanvaring te vermijden (we hadden weliswaar voorrang, maar hij komt klaarblijkelijk niet onder de indruk van ons notendopje). Weer eens een bevestiging dat we hardnekkig wacht blijven lopen. Calimero’s bekende uitspraak “Zij zijn groot en ik is klein” gaat hier wel heel letterlijk op.





De derde dag neemt de wind, die nog altijd schuin van achteren komt langzaam af. De boot begint behoorlijk te rollen en de inmiddels uitgerolde genua blijft niet meer vol staan, en begint af en toe behoorlijk te knallen. We rollen de kotterfok in en zetten de genua op de fokkeboom. Dit brengt tijdelijk wat verbetering. Tegen zonsondergang is de wind heel zwak geworden zetten we de motor bij. De windvaan kan nu niet meer sturen en we zetten de stuurautomaat erop.



Elke dag downloaden we nieuwe gribfiles (de windverwachtingen) via de satelliettelefoon. Er zijn echter geen nieuwe ontwikkelingen. Met etmalen van 135, 129 en 118 mijl zijn we goed opgeschoten, maar we willen uiterlijk zondag aankomen, omdat maandag de verwachte tegenwind zo ver zal toenemen dat we bijna geen voortgang zouden kunnen maken.

Zodra de motor is gestart zien we even een aantal dolfijnen die tijdens zonsondergang even poolshoogte komen nemen.








De derde nacht neemt de wind nog verder af en draait, zoals al was verwacht, naar het zuidwesten. Met de stuurautomaat stuurt de boot zichzelf en de wachten zijn rustig. We varen langs bergen van meer dan vierduizend meter hoog, maar we zien ze niet, ze zitten onder water. De diepte neemt dan snel af tot soms maar 20 meter! Dit zijn plekken die we vermijden wegens gevaar van brekende golven.
De vierde dag varen we helemaal op de motor. Nog altijd een heel zwakke wind tegen. Aan het einde van de dag beginnen de golven een beetje op te bouwen, maar we kunnen vrij gemakkelijk vaart blijven maken. In de ochtend van dag 5 ziet Joke het als eerste: land in zicht! We vieren dit met lekkere brownies. Porto Santo is 517 meter hoog. De scherpe vulkanische toppen lijken eerst op twee eilanden, maar langzaam groeien ze aan elkaar en komt het lagere deel ook boven de horizon uit.




De laatste drie uur moeten we even behoorlijk aanpoten. In de verte zien we opeens een stuk of vijf gigantische walvissen rechtop uit het water springen en met een enorme plons weer terugvallen.

We moeten rond een klein secundair eilandje (Ilheu de Cima) om uiteindelijk op de haven aan te sturen. De Canary Current (de zeestroom die we steeds min of meer mee hebben) neemt toe en de tegenwind ook. Er staan behoorlijke brekende golven en de snelheid neemt af tot soms maar twee knopen. We moeten knokken voor de laatste loodjes.





Zodra we iets kunnen afdraaien kan de kotterfok erbij en dwars op de golven, die ons af en toe flinke opdonders verkopen, sturen we op de haven aan. Deze ligt met de zuidwestelijke wind maar beperkt beschut, maar is goed aan te lopen. We mikken de boot in een box (ankeren mag niet meer) en een havenmeester helpt ons aan te leggen.

We moeten voor het eerst naar twee kantoortjes met de scheepspapieren en de paspoorten. Een vriendelijke douanier typt alle gegevens in op een laptop. Vanaf Spanje wil men steeds de kleur van de romp, het aantal masten en nog wat van dit soort gegevens weten. Het is ons nooit duidelijk geworden waarom eigenlijk. In het jachthavenkantoor worden al deze gegevens nog eens ingevoerd. We moeten de scheepsregistratie papieren achterlaten, die krijgen we weer als we uitchecken. Een uurtje later zijn we officieel in Porto Santo en na een snelle douche voelen we ons weer een beetje mens.
Onder de Portugese beleefdheidsvlag hijsen we nu ook de vlag van de Madeira-archipel. Dit tot verbazing van onze buren, die hadden deze niet omdat ze er in Portugal 40 euro voor moesten betalen. Dankzij de truc van Joke met de in Nederland geprinte grote vlag, waren wij vele malen goedkoper uit.



Onze grootste oversteek tot nu toe zit erop, 491 mijl afgelegd in 98 uur, waarvan 47 uur op de motor. Deze beslissing bleek heel terecht, want de wind nam in de volgende nacht en dag toe en er kwam een flinke zeegang de haven inrollen. Deze had ons behoorlijk dwars gezeten als we de vaart er niet hadden ingehouden.

We zijn in Porto Santo aangekomen

Vanmiddag na 491 mijl (ruim 900 kilometer) oceaanzeilen aangekomen in Porto Santo (Gezegende Haven). Porto Santo is onderdeel van de eilandengroep Madeira en ligt 40 mijl ten westen van Madeira zelf.
Net allemaal lekker onder de douche geweest, nu even bijkomen. Het is hier behoorlijk warm, 30 graden en een zeewater temperatuur van 26 graden.
Na het douchen kwamen de jongens met de mededeling dat ze morgen gaan zwemmen, het strand naast de haven hebben ze al gespot.

Gelukkig hebben we hier weer goede wifi, zodat we de site kunnen bijwerken met de blog over Lissabon (daar konden we geen foto’s uploaden).