Iles des Saintes en super verjaardagscadeau

We hadden een rustig tochtje van Marie Galante naar Iles des Saintes verwacht dat 15 mijl bedraagt. Al snel kregen we stevige

regenbuien op ons dak en er stond een behoorlijke zeegang. Aangekomen bij Bourg des Saintes pikten we een mooring op

aangezien je hier niet mag ankeren. We hadden het geluk dat er dichtbij het dorpje een mooring vrij was. We gingen de kant

op, helaas waren veel winkeltjes dicht en kregen we nog een aantal buien over ons heen.








We hadden gehoord dat het heel toeristisch is, dat valt ons reuze mee. De straatjes zijn gezellig, kolibries en pelikanen

vliegen hier rond. Eind van de middag hebben we geborreld met de bemanning van de Shishico en hoorden dat er zelfs dolfijnen

in de baai zijn.
Bas wilde op zijn verjaardag naar een strand aan de andere kant van het eiland. Vanwege de toeristen die hier dagelijks met

de ferries komen, besloten we om vroeg op pad te gaan. Toen we echter ’s morgens om half negen even in de kuip een kopje

koffie aan het drinken waren, zagen we opeens een dolfijn (tuimelaar) vlak naast de boot. Bas pakte zijn snorkelmasker en vinnen en

sprong meteen het water in. Even later kwam een van de dolfijnen rondom Bas cirkelen, een mooier verjaardagscadeau kon hij

zich niet wensen.













Aangezien Tim en Joke ook het water ingingen en de dolfijnen nog lang in de buurt bleven was het al redelijk laat geworden.

We besloten om onze plannen te wijzigen. Eerst even een stokbroodje voor de lunch te halen met wat lekkers erbij en ’s

middags wilde Bas wel de 313 meter hoge heuvel te beklimmen waarop een toren uit de tijd van Napoleon staat.
Het werd een flinke klim en het was echt de moeite waard vanwege het prachtige uitzicht.














’s Avonds hebben we eerst een cocktail gedronken op het pleintje en daarna heerlijk uit eten gegaan in een restaurantje langs

de waterkant.



Marie Galante

De trip van Dominica naar Marie Galante was een test om te kijken hoe de boot hoog aan de wind vaart in ruwe zeegang. Resultaat: test geslaagd. De boot liep soepel door de golven en maakte goede voortgang. Voor het eerst sinds de reis lukte het om het gangboord in het water te krijgen. Na een heerlijke zeiltocht komen we aan bij het redelijk platte eiland Marie Galante, vernoemd naar een van de schepen van Columbus.




We ankerden bij St. Louis, we wilden een autootje huren om het eiland te verkennen. Ook hier was geen enkele auto te verkrijgen. Marie Galante heeft een aantal attracties en een daarvan is een kilometerslang strand dat je bijna voor jezelf alleen hebt.







Picard River

Andrew weet nog een leuk plekje om te gaan zwemmen in de Picard River even ten zuiden van de Indian River. Als we de volgende dag de dingy aan de hoofdsteiger hebben vastgebonden, lopen we hem toevallig tegen het lijf. Hij belt meteen een van zijn medewerkers en vijf minuten later zitten we in een busje op weg naar de rivier. Verscholen in het regenwoud komen we bij watervalletjes met kraakhelder stromend water.

Een local die de was aan het doen is, wijst ons de weg naar een hangbrug iets verder op. Het is onderdeel van het Waitukubuli National Trail. De naam Waitukubuli was de oorspronkelijke naam van Dominica, dat “Tall is my body” betekent. Dit is een verwijzing naar de vorm van het eiland. Het nationale bier draagt nu de naam Kubuli, met zorg gekozen om iets van het oorspronkelijke verleden te behouden.




























Wat een luxe, de rest van de middag genieten we van ons privezwembad. We lopen door het regenwoud weer terug naar Portsmout en zien onderweg weer prachtige vogels en bomen. We besluiten deze heerlijke dag met een etentje aan het strand. ’s Avonds op de boot genieten we nog lang na van alle indrukken van dit prachtige eiland, met op de achtergrond de swingende klanken van reggae livemuziek.







Carnaval op Dominica

Van het carnaval hebben we zowel op Martinique als op Dominica wat van meegekregen.
Op Martinique, duidelijk een rijker eiland, was het weekend voor carnaval al een feest en zagen we mensen in felgekleurde en sexy kleding rondlopen. Ook de muziek hield ons nog lang wakker, wat een heksenketel was dat. Van vier kanten muziek, allemaal door elkaar.
Nu op Dominica is het heel anders. Het carnaval begon ’s morgens vroeg om 4 uur (wat een herrie als je in je bedje ligt). Ze hadden ons al gewaarschuwd, maar eigenlijk geloofden we het niet. De optocht bestaat uit een vrachtwagen met veel geluidsboxen die een gigantische herrie voortbrengen (zelfs Tim en Bas vonden het niks). Een moderne mix van Caribische muziek, met techno, house en een sausje mix erdoorheen.

De mensen hebben hun gewone felgekleurde kleding aan, sommige met een masker, andere met een kostuum (zelfgemaakt van plastic zakken). Je kunt echt merken dat ze hier armer zijn. Ze swingen en hossen achter de grote vrachtwagen aan en de meeste zijn behoorlijk dronken. Een heel verschil met Nederland en Martinique.







Gave tijd in Dominica

We hebben tot nu toe al heel veel moois gezien en beleefd. Dominica is, ondanks onze scepcis vooraf, regelrecht in de top drie beland. Wat is dat een mooi eiland met sympatieke mensen.

Een aantal jaren terug werd Dominica door menig zeiler gemeden omdat de boatboys agressief en lastig waren. Dit heeft men ingezien en nu hebben ze zich georganiseerd. Zonder verdere verplichting wordt een één boatboy aan een bezoekend jacht gekoppeld, in ons geval Jack van Cobra Tours. Je wordt verder door niemand lastig gevallen. De ochtend na de barbeque (hadden we al gezegd dat die “all you can eat and all you can drink” was?) haalde Jack ons op, om op carnavalsochtend de douaneformaliteiten te regelen.





Hij bood aan om dit voor ons te verzorgen. Omdat Nederlanders, die we op de BBQ hadden ontmoet, problemen hadden om de 14 dagen geldende “in and out clearance” te verkrijgen, namen we het aanbod van Jack aan om alles voor ons te regelen.
Jack voer met ons naar de baas van Cobra Tours (Andrew “Cobra” O’Brian) en we gaven de scheepspapieren af. Jack bracht ons weer bij de boot met de afspraak dat we een kwartier later de papieren en de clearance zouden krijgen. Tevens wilden we bekijken welke tochten we over het eiland kunnen maken.

Een Caribisch kwartiertje later (vier Nederlandse uren) kwam Jack met de clearance en een map aan, waarin de tochten die Cobra Tours organiseert. We kozen de Indian River en een tocht over het noorden van het eiland. We hebben daar geen spijt van gekregen. De volgende ochtend om 07.00 uur werden we door Jack opgehaald en naar het begin van de Indian River gebracht. Omdat er in de nacht een behoorlijke swell was gekomen moest Jack tussen twee brekers vol gas de rivier op varen. Dat zouden we de eigen bijboot niet heelhuids hebben kunnen doen.

Andrew nam ons over in een roeiboot (motoren zijn op de Indian River verboden) en roeide ons ongeveer een mijl landinwaarts. Onderweg vertelde hij veel over de planten en de dieren die we tegenkwamen. De bloodwood trees (de mangrove-achtige bomen langs de rivier) groeien met prachtig gevormde wortelstelsels langs de kant. We zagen ook kolibries en een aantal andere mooie vogelsoorten.




















Aan het einde gingen we even aan land bij een steiger. Andrew las de beheerders van het cafeetje daar de les over afval dat ze lieten rondslingeren. We liepen een stukje door de bush en gingen weer terug. Er stond een busje voor ons klaar. Later kwam de Franse bemanning van een catamaran ook in de bus. Andrew regelde dat Winston onze tocht over het eiland deed. En dat was een schot in de roos.

Met een aanstekelijk enthousiasme en zichtbaar trots op zijn land leidt hij ons langs allerlei bezienswaardigheden, inclusief zijn eigen huis en het huis van de premier van Dominica. Hij verteld dat Dominica zijn naam ontleend aan Columbus die op een zondag (domingo) voet aan land zette. Regelmatig stopt hij om een tak of vrucht te plukken en aan ons te laten zien. We komen ondermeer bij de Red Rocks waar lang geleden een aardbeving de vruchtbare laag aarde van de harde ondergrond heeft verwijderd en een scheur in de rotsen heeft gevormd. Het is daar een indrukwekkend maanlandschap met diepe spleten in de grond en een mooi uitzicht over de kust en de oceaan. We komen bij een koude zwavelbron, waar de gassen via gaten in de grond opborrelen.




















We gaan ook naar de Chaudiere Pool. Dat is een waterval die zich in een diepe poel stort. Het is een uurtje lopen door de wildernis. We klauteren over de rotsen en boomwortels terijl Winston als een hinde vooruit snelt. Je kan bij de waterval vanaf een meter of acht naar beneden springen en je via een natuurlijke glijbaan de waterval af laten storten. Tim en Bas vermaken zich prima. Joke springt na lang aarzelen wel de poel in en Johan kijkt dapper toe.

























Dit waren slechts de hoogtepunten van een tocht die de hele dag (ruim 8 uur) in beslag heeft genomen, terwijl in de beschrijving stond dat het om een 4-uurse tocht ging. Om een indruk te geven wat Winston allemaal heeft laten zien aan planten en bomen, soms in plantages, soms gewoon in het wild groeiend in het regenwoud: vanille, kaneel, cacao, koffie, abrikoos, sinaasappel, mandarijn, mango, banaan, plantaan (een banaan die je moet koken), citroen, limoen, papaya, ananas, kruidnagel, nootmuskaat, bosaardbei, avocado, broodvrucht, yam (soort aardappel), taro root (soort spinazie, ook wel callaloo), cashewnoot, pompelmoes, gember, kokosnoot, een gomboom, wierook, limoengras, katoen, pompoen en nog een aantal die we weer vergeten zijn.





























Dit alles in een prachtige overdaad aan groen waarmee Dominica is overdekt van zeeniveau tot aan de ruim 1400 meter hoge toppen van de bergen. Aangestoken door het enthousiasme van Winston komen we allemaal, zowel de Fransen als wij opgetogen aan het einde van de dag weer terug in Porthmouth. Hij regelt een boatboy om ons weer bij onze boten te brengen. Later komt Jack langs en informeert of alles goed is gegaan en tegen de avond komt Andrew langs om af te rekenen. We kregen, zoals Jack ons vooraf had beloofd, een prima deal. We betaalden alleen voor de lange bustour (zoals keurig vooraf in de informatiemap stond aangegeven). De Indian River en het regelen van de clearance werden niet in rekening gebracht. Vooraf had Jack ons gezegd: “first we want you to have a good time, money is not the most important”. Wij vinden echt dat ze dat hebben waargemaakt. Daarom een beetje reclame voor Cobra Tours.














Dominica, the place to be!

We hebben een aantal positieve verhalen gehoord over Dominica, dit in tegenstelling tot de wat oudere verhalen en een negatieve aantekening die nog altijd op de actuele elektronische zeekaart staat. Op de Tobago Cays kwamen we Canadezen tegen die het een schitterend eiland vonden, op de blog van Doen lazen we positieve berichten en de bemanning van Anna Sophia raadde ons ook aan om Porthmouth te bezoeken. We besloten we om de volgende dag vroeg op pad te gaan.
Om half vier ’s morgens haalden we het anker op en in het donker voeren we weg van Martinique. Het was even wennen zo midden in de nacht. Al snel ging het behoorlijk waaien, we hebben alles gehad tussen de 0 en 23 knopen en dat verschillende keren afgewisseld.
Eind van de ochtend kwamen we op de hoogte van Rouseau, de hoofdstad, waar de carnavalsmuziek op een afstand van 3 mijl uit de kust was te horen. Langs de magnifieke kust voeren we naar Portsmouth in het noorden.





De boatboys hebben zich verenigd in een organisatie PAYS (Portsmouth Association of Yacht Security) genaamd. Elke boot krijgt zijn eigen boatboy toegewezen, dus geen gezeur van bedelende mannen meer. Er is zelfs een security die ook ’s nachts de wacht houd. We hadden al gehoord van de wekelijkse barbecue en waren precies op tijd gearriveerd. Elke zondagavond wordt er een Beach BBQ gehouden inclusief rumpunch, de opbrengsten komen ten goede aan de organisatie. Het was lekker druk en we kwamen aan een tafel te zitten met een stel Engelsen en Nederlanders. Linda en Dirk van sy Jade hadden we ’s middags al ontmoet. Wat een heerlijke mensen, lekker down to earth en enthousiaste vertellers. Ze hebben een wereldreis van 6 jaar achter de rug en runnen in de zomer een restaurant in Nederland en in de winter zeilen ze in warmere oorden rond. De Engelsen zijn echte zeilers, hij is 78 en ze gaan deze zomer terug naar Engeland en daarna meteen weer oversteken naar de Carieb want ze zijn dol op oceaanzeilen. Johan heeft een hele tijd met ze zitten kletsen over de Contessa 32 (onze vorige boot). Het bleek dat de man als skipper van de Contessa 32 “Destroyer of Hornet” de Fastnet Race van 1979 heelhuids had oveleefd. In die race waren vele jachten beschadigd en gezonken. Alle Contessa’s hadden het echter goed doorstaan. De barbeque was heel gezellig.










Saint Pierre, Martinique

St. Pierre is onze laatste ankerbaai op Martinique. Wat meteeen al opvalt is de berg Mont Pelée. Vroeger was St. Pierre de hoofdstad van Martinique,

ooit was dit de belangrijkste, mooiste en rijkste stad van het eiland. Vlakbij deze stad werden in 1658 de laatste Caribische indianen vermoord,

volgens de legende spraken de laatste indianen vlak voor hun dood een vloek uit over de berg. Op 8 mei 1902 (Hemelvaartsdag) barstte de vulkaan uit,

met als gevolg bijna 30.000 doden.








De vulkaan gaf al dagen van te voren waarschuwingen, maar de gouverneur van het eiland durfde geen

verantwoordelijkheid te nemen voor een evacuatie. Hij werd daarbij gesteund door de plantagehouders, die vanwege financiële belangen geen evacuatie

wilden. Zelfs de krant schreef de dag voor de uitbarsting dat er geen gevaar aanwezig was. Enkele individuen hadden het gezonde verstand om weg te

gaan, voor de rest van de bevolking was alleen al het idee dat zo’n belangrijke stad vernietigd zou worden ondenkbaar. Denkende aan onze moderne maatschappij,

hebben we het gevoel dat de mensheid nog niet veel van de geschiedenis heeft geleerd.
De vulkaanuitbarsting was zeer heftig, er was een zogenaamde pyroclastische stroom. Dit is een van de verwoestendste effecten van een

vulkaanuitbarsting. De golven bestaan uit vaste of halfvloeibare lava, gas, rotsen en as. Ze kunnen temperaturen bereiken tot circa 850 °C en snelheden

tot circa 725 km/u. De uitbarsting van de Mont Pelée was zo bijzonder, dat het fenomeen de naam nuée ardente kreeg, deze stroom had een rode gloed

vandaar de naam die betekent “brandende wolk”.
Er waren slechts twee overlevenden. De bekenste hiervan was Cyparis, die zijn straf voor moord uitzat in de plaatselijke gevangenis. Cyparis zat

opgesloten in een stenen isoleercel die gespaard bleef tijdens de ramp en er nog steeds staat. Hij had flinke brandwonden door de hoge temperatuur maar

hij wist het nog drie dagen vol te houden totdat hij gevonden werd. Hierna werd hem gratie verleend en zoals dat vroeger ging met mensen die iets

afwijkends hadden, kreeg hij daarna een carriere in een rondreizend circus waar hij zijn brandwonden toonde.








Tegenwoordig wonen er nog maar 5.000 mensen en is Fort de France de hoofstad van Martinique. Er zijn nog vele ruïnes van de ramp waaronder het

indrukwekkende theater en Quartier de Figuier (18e eeuwse opslagruimtes). Veel van de huidige huizen zijn gebouwd op de oude fundamenten. Er liggen minstens 12 wrakken in de baai als gevolg van de vulkaanuitbarsting. Tim en Bas zijn naar de meest ondiepe, nog altijd 30 meter, gezwommen en hebben daarvan de contouren gezien.








De volgende dag gaan we wandelen, we komen in het dorp de kindercarnavalsoptocht tegen. De kinderen dansen enthousiast en zijn kleurig aangekleed. Als

we een foto willen maken worden we met ons fototoestel naar voren geschoven (dat moet wel een hele trotse ouder zijn).





Buiten het stadje gaan we eerst naar een waterval met de mooie naam Jardin de Plantes.
We klimmen gestaag omhoog en komen langs weelderig groeiende en bloeiende planten en bomen. Jammer dat we bij de waterval niet kunnen afdalen om een

even te plonzen, het is veel te steil. De heenweg zou wel lukken, maar terug gaat niet meer. We nemen een flinke slok van ons meegebrachte water en

gaan op weg naar ons volgende doel, een rumdistilleerderij.





















De fabriek van Depaz is zeven jaar na de vulkaanuitbarsting weer in gebruik genomen door de enige overlevende van de hele familie, 20 jaar na dato is het landhuis weer herbouwd. In het museum zien

we de oude klok die door de hitte gedeeltelijk gesmolten is. Met een foldertje in de hand lopen we rond op het terrein en leren en zien van alles over

het maken van rum. We hebben het geluk dat de oogsttijd van februari tot juni loopt en dat de machines net opgestart worden en de aanvoer van

suikerriet is begonnnen. De machines worden nog door een echte stoommachine aangedreven. Het afval van het suikerriet wordt gebruikt voor brandstof en het

as wordt later als mest op de velden gebruikt. Het water dat samen met de uit het riet geperste suiker gebruikt wordt als bais voor de rum, is afkomstig van de berg. Er is 12 kilometer

water gekanaliseerd en dus overvloedig aanwezig. Daar maken we dankbaar gebruik van door onze gezichten even te verfrissen en de bidons opnieuw te

vullen. Per dag wordt 25.000 liter rum gemaakt, van witte rum tot old rum (een aantal jaren gerijpt in vaten).
Aan het eind van de rondleiding kopen we nog een fles rum en twee rumpunch (rum met vruchtensap). Als we weer aan boord zitten toosten we op de

Martinique, een mooi eiland.






































Fort de France, Martinique

In La Palma hadden we voor het laatst de boot bevoorraad. Sindsdien hebben we alleen wat verse spullen, kleine aanvullingen en de laatste paar weken

ook frisdrank gekocht. Ons doel was om op Martinique opnieuw te bevoorraden. De “yachting scene” heeft zich op Martinique naar Le Marin in het

zuidoosten verplaatst. Dat vonden we echter niet zo handig, omdat de windrichting het voor ons moeilijk bereikbaar maakt. Daarom gingen we vanaf Grand

Anse d’Arlet naar Ans Matin, tegenover de hoofdstad Fort de France. Het was een ruig zeiltochtje.







Hier zit de kern van het hoteltoerisme en volgens de pilots zijn er legio autoverhuurbedrijven. We wilden met een huurautootje naar de grote

supermarkten in de buurt van Fort de France, omdat in de hoofdstad zelf niet al te beste supermarkten zouden zijn.

We mikten op de kleine jachthaven die in het verleden al meermalen was vernield door een hurricane, maar in 2008 weer als herbouwd in de pilots staat.

En inderdaad op stevige betonnen palen, zo dik als wijnvaten, was het zaakje weer herbouwd. En inmiddels opnieuw vernietigd. Een gestrand jacht dat er

vlak naast ligt als trieste getuige erbij.








In Ans Matin was eigenlijk niet veel meer te beleven. We vonden wel Hertz, Europcar, Budgetcar, Avis en nog een riedel autoverhuurbedrijven. Deze

hadden echter één ding gemeenschappelijk: ze hadden geen auto meer ter beschikking. Het is hoogseizoen zo vlak voor carnaval. Het supermarktje was

ongeveer twee keer zo duur als die in St. Lucia, zouden we dan terug moeten voor de inkopen?

De volgende dag staken we op het fokje de grote baai over naar Fort de France. Dit zou behoorlijk passé zijn, maar dat valt inmiddels best mee. Ze

hebben een ankerplaats voor jachten gereserveerd, met een gigantisch groot en heel goed uitgevoerd dingydock (dat is waar je met je bijboot kan

aanleggen).







Het havenfront is fraai aangelegd met kinderspeeltuinen. De locale bevolking zorgt op die manier voor sociale controle en het ziet er heel gezellig

uit. En ze hebben een MacDonalds. Dit konden we natuurlijk niet versmaden en we hebben daar lekker gesmuld. De taxfree scheepsbevoorrader op een

kwartiertje lopen zochten we tevergeefs. Er was nog een gebouw met twee Schiphol-achtige taxfree drank, parfum en rookwaren winkels, maar die mogen aan

prive jachten niet leveren.



We gingen eerst naar een watersportwinkel (die bestond nog wel op de plaats die de pilot aangeeft) voor een paar kaarten. Ertegenover is de

“Leaderprice” supermarkt met redelijke prijzen. Inmiddels is er ook een grote Carrefour supermarkt in de stad. Deze was echter duurder. Ons

vergelijkend onderzoek verklaarde de Leaderprice tot winnaar.

We zijn vier keer beladen met tassen, rugzakken en een mini boodschappenkarretje op pad geweest en we zijn voorlopig weer voor een maand of drie

bevoorraad. Kennelijk zag het er zo ongewoon uit, verhitte en zwaarbepakte toeristen met boodschappen, dat we werden aangesproken of we een taxi

wilden. Op ons nee keek de taxichauffeur ons aan alsof we volkomen gek waren. Nou ja, beetje dan want de volgende dag hadden we allemaal spierpijn.

De bril van Bas was enigszins uit elkaar aan het vallen, dus zijn we tussendoor nog naar een opticien geweest. Die heeft kans gezien de oude glazen in

een nieuw montuur te zetten. Bas kan dus voorlopig weer goed zien.

Woensdag varen we verder naar Saint Pierre. We vinden Fort de France wel leuk, maar het is gewoon een grote levendige stad met veel verkeer, sirenes,

stoplichten, luide muziek en drukte. We gaan weer wat rustiger plaatsjes opzoeken, tevreden dat onze strategie om te mikken op Martinique voor de

herbevoorrading is geslaagd.














Nautische informatie

Om veilig met de boot te varen gebruiken we heel wat informatie. Naast het kompas en de papieren zeekaarten heeft de moderne elektronica ook veel te

bieden. De kern wordt gevormd door de GPS die binnen bij de kaartentafel hangt. Die gebruiken we natuurlijk als belangrijkste bron voor de navigatie.

Verder zit in de top van de mast een een windsnelheids- en windrichting meter. In de romp van de boot zitten verder nog een dieptemeter met

zeewatertemperatuur sensor en soort schoepje dat de snelheid van de boot meet. Dit alles is leuk en aardig maar je moet het ook ergens kunnen aflezen,

liefst bij het stuurwiel in de kuip. Daarvoor hebben we een systeem aan boord dat vanuit de verschillende informatiebronnen de gegevens draadloos naar

displays zendt. De displays hebben we op een plankje gemonteerd die we in de kuip bij het stuurwiel kunnen plaatsen. Dit syteem heeft de naam

“Tacktick”.

We hebben op deze manier de koers over de grond, de kompaskoers, de diepte, de windrichting ten opzichte van de boot, de windsnelheid, de

zeewatertemperatuur, de snelheid over de grond, de snelheid door het water, koers en afstand tot het doel en nog het een en ander. Heel handig om snel

en accuraat te reageren op veranderende omstandigheden en om een permanent oog op de navigatie te hebben … totdat het systeem uitvalt. Halverwege de

oversteek naar de Caribean begon als eerste de windmeter in de mast zijn signaal te verliezen, later de zender die de GPS gegevens uitzendt en nog

later de zender van de diepte, zeewatertemperatuur en de snelheid door het water. De laatste twee kregen we meestal wel weer aan de praat, maar vielen

wel heel vaak uit.

Van alle informatie die we zo verloren hadden was met name de dieptemeter wel het meest onmisbaar, juist nu we een paar maanden rond de Caribische

eilanden rondscharrelen en ankeren. Alle andere informatie kan je als “handig maar niet onmisbaar” beschouwen. De kern van de navigatie, de GPS binnen,

blijft binnen bij de kaartentafel natuurlijk gewoon te lezen.

Het draadloze systeem is gebaseerd op kleine zonnecellen in de diplays en de windmeter in de mast. Die laden interne batterijtjes op om ook ’s nachts

te blijven functioneren. De zenders binnen worden door de boordaccu’s gevoed, maar hebben ook interne batterijen. Onze verdenking was dat deze

batterijtjes het een voor een aan het opgeven waren.
Eerst hadden we onze hoop gevestigd op de dealer in Rodney Bay, St. Lucia. Omdat daar de ARC aankomt verwachtten we daar de nodige ondersteuning. De

specialist daar begon bij het woord “Tacktick” al meewaardig zijn hoofd te schudden. Hij adviseerde om het hele spul terug te sturen naar de fabriek.

Uit zijn houding bleek dat al vele boten voor ons hadden aangeklopt met vergelijkbare problemen. Nog geen twee minuten later stonden we ontgoocheld

weer buiten. Johan overwoog al om een nieuwe dieptemeter aan te schaffen.
Daarna hebben we het geval aan de leverancier in Nederland gemaild. Nadat we twee keer waren doorverwezen kwamen we uiteindelijk terecht bij Raymarine,

zij hebben Tacktick recent overgenomen. Zo ging er nogal wat tijd overheen, maar uiteindelijk kregen we mail-contact. Dit bleek succesvol. We kregen de

suggestie om via een verborgen instelling (die niet in onze handleidingen staat) de frequentie te wijzigen waarmee de apparaten draadloos met elkaar

communiceren. Het blijkt dat de standaard frequentie in Europa goed werkt, maar ergens halverwege de oceaan verandert er kennelijk iets in de atmosfeer

waardoor de andere frequentie beter doorkomt. Het leek ons nogal een sterk verhaal, maar natuurlijk gingen we het proberen. Tot onze verbazing heeft

alles sindsdien weer goed gewerkt en zijn we weer helemaal blij met alle nautische informatie.



Grande Anse d’Arlet, Martinique

Wat een wereld van verschil: Martinique en de andere eilanden, die we tot nu toe bezocht hebben. Dit eiland is een stuk rijker, er vliegen hier helikopters rond, de straten zijn van asfalt in plaats van beton. Ze spreken hier natuurlijk Frans. Het is ook weer even wennen om met de euro te betalen, mobiel bellen kost hier slecht 36 cent/minuut (op St. Lucia was dat 4,85 euro/minuut) en we kunnen ’s morgen gewoon stokbrood kopen. Een ware cultuurschok dus.

Tot onze verbazing kunnen we inklaren via de computer in een restaurantje, we krijgen van de dame achter de kassa een stempel en handtekening en liggen nu officieel op Frans grondgebied. We blijven gelijk maar plakken om te genieten van de Franse-creoolse keuken en een prachtige zonsondergang.




















We liggen hier in een prachtige baai, al gauw zien we de eerste zeeschilpadden zwemmen. We liggen dan ook al gauw weer onder water en spotten weer nieuwe visjes en veel schildpadden. Tim en Bas hebben een nieuw kunstje bedacht, ze blazen luchtbellen uit die veranderen in luchtkringen. Joke probeert het ook, maar krijgt er alleen maar de slappe lach van en komt niet verder dan een hoop losse belletjes.