Thuisreis

Na drie dagen belt Martin van Svendborg Marine Service. De vervanger van het kapotte onderdeel (de homokinetische koppeling om precies te zijn) is gearriveerd. Ze komen met een splinternieuwe as die nota bene in Nederland is gemaakt. De montage duurt niet al te lang en gelukkig blijkt bij een test dat het euvel verholpen is.

We laten er geen gras over groeien. Onmiddellijk maken we los en zetten koers naar Marstal. Er staat nauwelijks wind, dus gaat de motor weer aan. Af en toe kan de genua wat meehelpen. De route verloopt grotendeels door een aantal hele smalle geultjes en is verder zonder bijzonderheden. We arriveren aan het eind van deze donderdagmiddag in Marstal en nemen een borrel op de goede afloop.


De hoop was gevestigd op vrijdag om direct verder te kunnen gaan naar Fehmarn. Het weer is echter minder gunstig dan de verwachtingen aanvankelijk lieten zien. De wind is heel krachtig en staat te zuidelijk. We zouden heel hoog aan de wind moeten opkruisen tegen de forse zeegang. Bovendien regent het flink als onze wekker om 05.10 uur gaat. Al met al is het zo onaantrekkelijk dat we ons bed weer opzoeken.

Zaterdag gaan we wel. Er is aanvankelijk een beetje wind, die later grotendeels wegvalt. Wederom moet de motor bij, maar met de vooruitzichten voor de rest van de week is de keuze niet zo moeilijk. We zouden waarschijnlijk nog meerdere dagen in Marstal moeten wachten op beter weer.









We arriveren om 14.00 uur in Fehmarn en gaan langs de shop van de firma Weilandt die de winterstalling verzorgt. Maandag gaat de boot er al uit, dus is er werk aan de winkel. De zeilen moeten eraf, de lijnen van het lopend want alvast zo veel mogelijk binnenhalen of vervangen door oude, de schoonmaak, sorteren van de bagage, enzovoort.



Maandag is het zo ver en gaat de boot de wal op. We nemen onze gebruikelijke route naar huis: de bus naar Lubeck waar we een nacht in een hotel blijven. De volgende dag stappen we op de trein die ons met een aantal overstappen weer thuis brengt.















We kijken met veel plezier terug op de belevenissen van de afgelopen zomer. De tijd in de Zweedse scheren aan de oostkust, het Göta Kanaal, de grote meren, het Trollhätte Kanaal waren heel bijzonder doorheen te reizen. Vooral het Göta Kanaal, dat in de eerste helft van de 19e eeuw is gebouwd ademt nog helemaal de sfeer van die tijd. De afgelegde afstand is ruim 940 zeemijl (ongeveer 1750 kilometer). Alle 64 sluizen en talloze bruggen zijn we zonder problemen gepasseerd, terwijl het lang niet altijd gemakkelijk was. We zijn een prima team, goed op elkaar ingespeeld.





Binnenkort gaan we met de auto nog een paar dagen naar Fehmarn om de boot verder winterklaar te maken. Daarna gaan we ons weer op het normale leven thuis richten. Dus voorlopig zal de blog weer stoppen. Wie weet wat volgend jaar nog te beleven valt met de boot!

Pech onderweg

We blijven in Kerteminde liggen, omdat het een aantal dagen heel hard waait en ook nog eens uit het zuiden. Dat is wind tegen, terwijl onder dit soort omstandigheden het water door de Grote Belt wordt gestuwd. Dat levert ook nog eens stroom tegen op. De haven van Kerteminde is vernieuwd en ziet er netjes uit. Het stadje is best leuk, dus het is geen straf om hier een poosje te blijven.











De gastenplaatsen worden aangegeven met een groen bordje. Dat geeft aan dat de eigenaar van die box met vakantie is. We meren af om de volgende dag het bordje op rood te vinden. De havenmeester regelt dat, dus moeten we plaats maken en verhuizen naar de box naast ons. Die is een dag later ook weer rood.
We verhuizen naar de overkant, langszij een kopsteiger waar de plaatsen nog niet zijn ingericht. Er lag eerder ook al een boot, dus het leek ons wel wat. Een ietwat zeurende booteigenaar haalde de havenmeester erbij. Die geeft aan dat we vanaf de palen met de boeg naar de steiger moeten liggen. Dat klopt normaal gesproken wel, maar hier is het nog werk in uitvoering. De bolders om boten aan de voorkant vast te maken zijn er nog niet. Johan probeert nog dispensatie te krijgen, maar men is onverbiddelijk: verhuizen! Dat doen we dus maar. En we zijn niet heel erg verbaasd dat even later een Deense boot op precies dezelfde plek afmeert en er wel mag blijven liggen.

Eindelijk kunnen we verder. We staan weer eens heel vroeg op en gaan met het eerste daglicht zuidwaarts. Daar moeten we eerst de brug over de Grote Belt onderdoor. Die bestaat uit twee delen. De oostelijke kant, meer dan 60 meter hoog is vooral voor de grote scheepvaart. De westelijke kant heeft een doorgang die 18 meter hoog is. De marifoonantenne op onze mast reikt tot 16,9 meter hoogte, dus dat moet kunnen. Je bent hier verplicht om bij een masthoogte van meer dan 15 meter de verkeerscentrale op te roepen. Op kanaal 11 neemt Joke contact op en we krijgen toestemming om onder het westelijke deel door te gaan. Door het perspectief lijkt het van onderaf gezien altijd alsof de mast veel te hoog is. Pas op het laatste moment zie je dat er nog ruimte boven de mast is.






De bestemming is aanvankelijk Lundborg. We hebben weliswaar wind en stroom tegen, maar op de motor en af en toe hulp van een zeil schiet het goed op. We zijn er al om een uur of elf. Daarom besluiten we door te gaan naar Marstal. Dat halen we echter niet. Een heel stuk na Lundborg klinkt er een hard geratel van onderuit de boot. Johan gaat op onderzoek uit. Er is iets met de Python Drive. Dat is de koppeling tussen de motor en de schroefas. Wat nu? Goede raad is duur. Met een rustig toerental kunnen we wel verder, maar helemaal tot Marstal door een aantal hele smalle geultjes met rotsachtige ondieptes aan weerszijden is niet aanlokkelijk meer. We wijken uit naar Svendborg. Dat is een vrij grote stad, dus hopelijk kunnen we daar technische assistentie krijgen.



Johan belt met een Marine Service die dit soort pechgevallen oplost. Het is donderdagmiddag, maar ze hebben maandag pas tijd. Begrijpelijk, het is hoogseizoen dus doen veel mensen een beroep op ze. We sturen en mail en wachten af. Maandag komen ze langs. De diagnose is inderdaad de koppeling naar de schroefas (voor de kenners: een homokinetische aandrijving). Die heeft speling en lijkt het euvel te zijn. Doorvaren is niet aan te raden. Als het op het verkeerde moment misgaat, dan kan het echt gevaarlijk worden. Ze bieden aan om de as eruit te halen en een vervanger te bestellen. Deze zijn op redelijk korte termijn leverbaar.











Sejerø

Vrijdag gaan we weer door. Er is wederom nauwelijks wind, dus gaat de motor weer helpen. We vertrekken wel vroeg, omdat we ons oog hebben laten vallen op Sejerø, een klein eiland westwaarts onder de landtong waar Odden op ligt. De tactiek is om bijtijds aan te komen, zodat er nog plek is. Die opzet slaagt, want de lange kade is grotendeels vrij als we ruim voor het middaguur al aankomen.



Er is hier een restaurantje dat hele goede reviews heeft. We reserveren voor zaterdag (vandaag zitten ze al vol), omdat we onszelf nog op een etentje willen trakteren voor ons huwelijksjubileum.

Internet is hier wel een dingetje. Er is alleen een beetje mobiel bereik als je een heuvel op loopt. Er is wifi, maar die is alleen in bereik als je bij het havenkantoor gaat zitten. Maar ach, een beetje terug in de tijd en afkicken kan geen kwaad.












In de brochure van het eiland staat dat we fietsen kunnen huren. Dat lijkt ons wel wat. Als we bij de verhuurder aankomen blijkt dat het zelfbediening is. Alleen met contant geld of via een app met Deense rekening kan je betalen, dit in tegenstelling tot Zweden, waar je echt overal met de pinpas (al dan niet op je telefoon) terecht kan. Er is geen pinautomaat op het eiland, we vragen bij de supermarkt of we bij een boodschapje wat extra kunnen pinnen. Dat zou alleen mogelijk zijn met de fysieke pas, dus niet met de pas op de telefoon. We lopen terug naar de boot. Johan gaat nog wat klusjes doen en Joke gaat met pinpas en creditcard gewapend naar de supermarkt. Weer tevergeefs, het lukt niet.



Dus gaan we zaterdag een wandeling maken. Het is lekker weer en we genieten van de prachtige omgeving en de vergezichten.









’s Avonds melden we ons bij het restaurant. Er heerst een hele fijne sfeer. Het menu is vast, alleen voor het hoofdgerecht is er keuze uit twee varianten. Eén voor een komen de gerechten op tafel. Het smaakt allemaal heel goed. Het zijn bijzondere combinaties die we nog nooit eerder hebben geproefd. Al met al een mooie gelegenheid om nog een keer stil te staan bij het 35 jarig huwelijksjubileum.



Zondag wordt er regen verwacht met onweer. Dat laatste valt mee, maar het is al vrij laat in de ochtend als de regen voorbij is. Al met al niet zo aantrekkelijk om nog te vertrekken naar de volgende bestemming. We houden dus nog een dagje rust. Er komt een boot naast ons liggen. De wind trekt in de loop van de middag flink aan en dat gaat de hele nacht door. Dat geeft weer een hoop geschok en gekraak met twee boten die aan onze landvasten hangen. Joke gaat ’s avonds nog vragen of de buurman extra lijnen naar de wal wil uitbrengen. Samen met wat andere kunstgrepen liggen we nu weer rustig, afgezien van het geloei van de wind door de tuigage.

De volgende bestemming is Kerteminde. Met tochtjes naar het havenkantoor voor wifi controleren we de updates van de weersverwachting. Elke keer is het weer iets anders. Conclusie is dat we maandagochtend om acht uur willen vertrekken. De buurman verhuist naar een vrijgekomen plek en wij varen uit.

Al gauw gaan we onder zeil. Het waait aanvankelijk nog stevig en hoog aan de wind proberen we een schiereiland te ronden. Dat lukt bijna, omdat een stevige stroming ons opzij probeert te zetten. Met een half uurtje hulp van de motor komen we er langs. Dan kan de koers weer verlegd worden en zeilen we langs de scheepvaartroute van de Grote Belt. Volgens de windverwachting zou de wind wegvallen, maar dat gebeurt veel later. Zo zeilen we over de scheepvaartroute bijna tot Kerteminde. De golven zijn verdwenen en het wordt een lekker rustig tochtje.



De jachthaven is sinds 2022 uitgebreid en vernieuwd. Het ziet er allemaal keurig uit. We doen nog een boodschapje en genieten na het eten nog van een kopje koffie in de kuip. De weersvooruitzichten voor de komende week zijn heel onzeker, met mogelijk een fikse storm in aankomst. Dat wordt nog even puzzelen wanneer we verder gaan en waar we de storm gaan afwachten.

Odden

Donderdag gaan we vroeg uit de veren. De wind en de golven zijn een stuk minder geworden. Onze buitenbuurman is ziek, maar moet toch even uit zijn bedje om ons er tussenuit te laten. De motorboot gaat gelijk met ons weg, zodat ze een plekje aan de steiger kunnen innemen. Onze volgende bestemming is Odden. Een haventje dat ongeveer 30 mijl naar het westen ligt.



De wind is bijna weg, maar eenmaal op zee resteert er nog een flinke deining. We zetten de stuurautomaat erop en laten Beluga lekker rollebollen over de golven. Om de beurt houden we wacht, maar er gebeurt verder niet veel. Vroeg in de middag lopen we de haven van Odden binnen. Er is voldoende plek aan de lange kade.

We vinden het een leuke haven. Er zijn actieve vissersbootjes, een authentieke scheepswerf waar houten schepen worden gerestaureerd. We zien hoe ze een huidgang aanbrengen op een van de boten op de helling.









Het is 1 augustus, en onze 35’ste trouwdag. Dus hebben we wat te vieren. Er is een ijstentje dat grote ijsjes in zelfgebakken wafels verkoopt. Dat lijkt ons wel wat. Smullen dus!



In de loop van de dag komen er nog heel wat boten binnen, maar het blijft in verhouding tot Gilleleje vrij rustig. We genieten van een rustige avond en vooral ook van een stil liggende boot die niet aan de lijnen ligt te rukken!





Zeilen naar Gilleleje

Maandag is er nog veel wind en is er net buiten onze lagerwal haven nog een onaangename zeegang. Dinsdag zal het een stuk rustiger zijn, maar dan wellicht weer te weinig wind. Keuzes, keuzes. We gaan voor dinsdag, dus kunnen we maandag nog wat chillen. We besluiten een ijsje te gaan halen. Bij de haven is ook een plaats waar campers kunnen staan. Als we het ijsje nuttigen verbazen we ons over het aantal campers dat aan komt rijden.
Eén voor een proberen ze zich aan te melden bij de betaalautomaat. Dat gaat niet, omdat het terrein vol staat. De meeste campers zijn bijna van vrachtwagenformaat, dus moeten ze al heen en weer stekend rechtsomkeert maken.

Dinsdag gaan we vroeg uit de veren. Om half zes varen we uit en zetten zeil. Gilleleje ligt op iets minder dan 50 mijl aan de noordkant van Sjaeland, het grote Deense eiland waar ook Kopenhagen op ligt. We vrezen dat de motor zal moeten helpen, maar die kan uit. Onder zeil gaat de boot er rap vandoor met vijf tot zes knopen.





De wind blijft de hele tocht doorstaan en zo komen we bijtijds in de middag al aan in Gilleleje. Het is heel druk in de haven en er is nauwelijks een plekje te vinden. Uiteindelijk gaan we maar langszij een Nederlandse motorboot aan een kopsteiger. De plek is niet ideaal, omdat het niet ver van de ingang van de haven is, die aan de noordkant open ligt.






We wandelen wat rond, halen ons welverdiende ijsje en rusten uit van de stevige zeiltocht. We krijgen buren langszij, zodat we driedik liggen. Achter ons liggen ze zelfs met vier boten naast elkaar. De volgende dag is er weer heel veel wind. Aanvankelijk west, maar later noordwest. Johan had al wat voorzorgsmaatregelen genomen met extra lijnen en inderdaad komt de verwachte deining steeds steviger de haven inrollen.









De buitenste boot achter ons heeft geen lijn naar de wal uitgebracht, maar één naar onze buren. Het gevolg is dat de krachten van de bewegende achterburen ook bij ons uitkomen. Het geeft een hoop rukken en schokken. Aangezien ze kennelijk niet zelf kunnen of willen afmeren hoe het hoort zegt Johan er wat van. Met enige tegenzin wordt door boot drie een lijn naar de wal uitgebracht en de foute verbinding met onze buren niet losgemaakt, maar wel verlengd. Dat verhelpt de ergste schokken op onze landvasten.

We gaan een onrustige nacht in. Johan gaat er nog twee keer uit om wat landvasten bij te stellen, maar we moeten het met een fikse dosis gepiep en gekraak blijven doen.

Falkenberg

Er staat zaterdag een goede zeilwind. Rond de 12 knopen en ook nog eens uit een gunstige richting. Door de harde wind van de vorige dag staat er nog wel een forse zeegang. We moeten weer eens ouderwets inslingeren als de boot af en toe flinke schuivers maakt. We besluiten om bij toerbeurt op de hand te sturen, omdat het lastig is om koers te houden.



We komen rond het middaguur aan. Er is een rivier die hier uitmondt. De uitgaande stroming zorgt voor een ruw golfpatroon voor de haven. Iets om rekening mee te houden. Een lokale zeiler vangt ons op als we achterin, vlak voor een brug afmeren aan de gastensteiger. Hier is het in tegenstelling tot Varberg weer heel rustig in de haven.

We wandelen de stad in en worden meteen toeschouwer van een hardloopwedstrijd. Een grote groep hardlopers komt aan over de brug, dus wachten we die natuurlijk af en glimlachen de lopers bemoedigend toe. Als we na verloop van tijd weer aan boord zijn genieten we van het mooie weer met een drankje in de kuip.






De volgende dag staat er een harde noordwesten wind. Te veel om uit te varen, dus wachten we rustig af. We zijn niet de enige. Er vaart niemand uit en er komt ook niemand aan. Tijd om nog wat rond te wandelen, een boodschap te doen en wat kleine klusjes aan boord te doen. En natuurlijk om naar de Grand Prix van Spa te kijken! Eerst maar eens wachten of de noordwester afneemt. Misschien kunnen we morgen weer verder.








Varberg

De volgende dag richten we ons op de bestemming Varberg. We moeten eerst Sandö uit. Dat is nog even spannend. Het waterpeil is wat gezakt. Johan vaart heel voorzichtig uit. De dieptemeter laat steeds minder zien. Het loopt terug tot nul, dus met slechts een centimeter onder de kiel lukt het om weg te komen.
Er staat een goede zeilwind uit het westen. Dat is een prima richting, dus kunnen we halve wind lekker zeilen.






We komen al aan het begin van de middag aan. Varberg is een wat grotere havenstad, waar ook grote zeevaart aanmeert. Achterin is een ruime havenkom waar bezoekende jachten mogen liggen. Voor het eerst is het druk. We gaan langszij een ander jacht dat we al eens eerder hebben gezien in het kanaal.
Als we het stadje en de omgeving van de haven gaan bekijken valt het ook op hoeveel vakantiegangers hier zijn.









Een wandeling door de oude vesting laat zien hoe het in vroeger tijden nogal eens hommeles was met aanvallers uit Denemarken.









Het is mooi weer, dus maken we van de gelegenheid gebruik om op een terrasje te genieten van een fish & chips. De vis is weer heel vers in zo’n vissershaven! Er klinkt muziek waarop men aan het gymmen is. Op een podium naast de boot wordt ’s avonds gedanst. Het is een gezellige boel hier. Men neemt het ervan, omdat er voor volgende dag weer veel regen en wind is voorspeld.



We blijven dus een dag liggen. De regen valt af en toe wel mee, we wandelen nog wat door de stad. Joke maakt ook van de gelegenheid gebruik om tussen de buien door de was te doen in de wasmachines die bij de havenprijs zijn inbegrepen.

Langs de Zweedse westkust naar Sandö

Vanaf Göteborg gaan we naar het zuiden. Dat kan door eerst over te steken naar Laesö of Anholt, twee eilanden in het Kattegat om van daaruit naar Jutland te gaan. Wij kiezen er echter voor om eerst langs de Zweedse westkust af te zakken. De keuze valt op Sandö. Dat is een jachthaven die twaalf mijl zuidelijker ligt.






We herinneren nu pas dat we nog twee pilots op de boekenplank hebben staan en we vinden daar Sandö zowaar in terug. De aanloop is namelijk erg onduidelijk. Is het diep genoeg? Het zou moeten kunnen, dus wagen we de gok. We moeten wel op de motor, omdat er weinig wind is en die staat ook pal tegen. We scharrelen langs talloze rotsen en eilandjes en komen uiteindelijk uit bij Sandö. Johan vaart heel voorzichtig langs een paar rotsen, waarvan er slechts één gemarkeerd is met een staak. De dieptemeter loopt terug tot 30 centimeter onder de kiel. Het gaat net. In de haven is het weer iets dieper. In de middag valt er weer langdurig regen.



Sandö ontleent het bestaan voornamelijk aan de jachthaven, er is een foodtruck waar we een ijsje scoren. Er kunnen ook wat campers terecht. Er is een natuurgebied waar we de volgende dag doorheen wandelen. Joke beklimt een rotsachtige heuvel, Johan haakt hier even af. Het is vrij glad door de regen en lastig te beklimmen. Er is wel een leuk uitzicht over de scheren.











Göteborg citytour

Er is een goede tramverbinding naar de stad. We mikken op Haga, het oudste deel van de stad, dat bekend staat om de fika (gebakjes!). Met behulp van een goede app kan je precies zien hoe je naar de haltes moet lopen en volgen waar de tram rijdt. We vinden zonder moeite de halte waar we uit moeten stappen. Na een leuke wandeling ontdekken we Skansen Kronan, een van de oude gebouwen die de ingang van de rivier bewaakten tegen invallen van de Denen. Het ligt op een heuvel, zodat we een mooi uitzicht over Göteborg hebben.















Weer beneden moeten we natuurlijk een fika op de kop tikken. Op een terrasje nuttigen we de lekkernij met een frisdrankje erbij. Daarna brengen we nog een bezoek aan de botanische tuin, als het ook hier te warm voor ons is gaan we met de tram weer naar de boot. Daar is het door het water een stukje koeler dan in de stad.












Het is al een paar dagen zonnig en warm, de tweede keer deze reis dat het een aantal dagen droog blijft. We kijken later op de dag naar de Hongaarse Grand Prix en genieten tot laat in de avond van het mooie weer. Morgen is dat weer voorbij en wordt er weer langdurig regen verwacht. Dan gaan we maar eens verder kijken naar de route over het Kattegat.

Naar Göteborg

Het is tijd om verder te gaan. Dus zorgen we ervoor dat we om negen uur voor de sluis liggen. Gelukkig mogen we er direct invaren. Samen met een aantal andere boten zakken we in vier sluizen 32 meter naar beneden. Vanaf de tweede sluis kan je alleen links aanmeren, omdat de rechterzijde bestaat uit de ruw uitgehakte rotsen met wat verticale balken. Voor de grote schepen geen probleem, maar voor jachten is dat gevaarlijk.

Het schutten gaat heel rustig. Joke houdt de boot voor vast aan een trapje en Johan pikt met een lijntje steeds een volgende bolder op als die boven water komen.












Dan ligt de Göta rivier (Göta Ålv in het Zweeds) voor ons. Je moet hier de aandacht bij het sturen houden, omdat er een flinke stroming staat. Het voordeel is dat we hard gaan. De laatste sluis ligt bij het plaatsje Lile Edet. Daar is nog een overnachting mogelijk in een haventje, maar we besluiten door te gaan.






Het landschap langs de rivier is schilderachtig. Langzaam verandert dat als we Göteborg naderen. Het wordt steeds meer stedelijk met industrie en havens.









We moeten ook een aantal bruggen passeren die natuurlijk niet meer zo vlot openen, dus is er onderweg nog wachttijd. Het meest bij de laatste brug. De opening van 16.35 uur halen we niet, dus gaan we naar een wachtsteiger voor de volgende om 18.35 uur. Dat komt goed uit, omdat we de tijd kunnen benutten om eten te koken en de vaat te doen.






Als we door de laatste brug varen beseffen we dat de tocht dwars door Zweden er bijna opzit. Er zijn hier diverse jachthavens, maar de meeste willen geen passanten. We kiezen voor de jachthaven Långedrag. Johan moet nog wat ontwijkende manoeuvres maken om een nogal chaotisch varende Zweed te ontlopen. Wij geven hem de naam “de artiest”. Zijn laatste actie is om zonder om te kijken achteruit op ons af te varen bij het aanmeren in de haven. Het loopt, door onze vooruitziende blik goed af.



We zijn best trots op onszelf dat we dit hebben gedaan. In totaal 64 sluizen, vele bruggen en soms vrij krappe haventjes hebben we zonder schade en zonder schelden afgehandeld. Het was de moeite waard! Morgen blijven we liggen voor een dagje Göteborg.