Thuisreis

We besluiten dat de eerstvolgende stop Årøsund is. Aan het einde van de Koldingfjord zien we twee zeehonden. We verwachten deze hier niet, dus denken we eerst een stootwil te zien drijven, maar die bewegen niet en duiken ook niet onder. Vlak bij de boot kijkt er eentje Joke recht in de ogen voordat hij onderduikt, nu weten we het zeker.



Eenmaal uit de Koldingfjord neemt de wind toe en is het heel mooi zeilweer. Jammer om in Årøsund al te stoppen. We meten het nog eens na op de kaart en besluiten om door te zeilen naar Faaborg. We koken weer eens ouderwets aan boord. De stuurautomaat stuurt en we voelen ons weer in ons element. Na een mooie zeildag meren we met zonsondergang af in de jachthaven.














We bekijken het weerbericht. Daar zitten weer heel wat regendagen en dagen met heel veel wind in. We mikken op twee dagen met een goed vooruitzicht. Dat geeft ons eerst nog een rustdagje in Faaborg, waarna we weer een leuke zeiltocht naar Marstal kunnen maken.



Het waait vrij stevig en op dubbel gereefd grootzeil, kotterfok en halve genua varen we met ruim zes knopen richting de smalle geul die uiteindelijk naar Marstal leidt. Steeds als we denken dat we niet hoger aan de wind kunnen, blijkt het toch mee te vallen en kunnen we tot bijna voor Marstal onder zeil blijven. De geul slingert zich door heel ondiep water, dus er is niet veel ruimte, ondanks dat het water tussen de eilanden heel breed is.










Ook in Marstal blijven we een dag liggen en maken nog een leuke wandeling door het natuurgebied dat de natuurlijke haven omringt. Onderweg staan een paar typische strandhuisjes die beschermd zijn. De huurders mogen er niets aan veranderen. Ze leveren een schilderachtig plaatje op. Aan het einde van de wandeling staat een oude kalkoven. Er is een steigertje en er zijn hier zowaar barbequeplekken ingericht! We wandelen terug en halen nog een ijsje en doen een paar boodschappen in een supermarkt. Al met al hebben we bijna negen kilometer gelopen.
















De laatste etappe is van Marstal naar Burgstaaken. Om zes uur ’s morgens varen we uit. Er zou nog wat noordwesten wind staan en we besluiten om “melkmeisje” te gaan varen: het grootzeil aan de ene kant, de uitgeboomde genua aan de andere kant en de kotterfok in het midden als slingerzeil. Het inrichten van de fokkeboom gaat voorspoedig. We gebruiken hiervoor een ophouder, een foreguy en een aftguy. Drie lijnen die de boom fixeren in de juiste stand. De genua kan zo in de boom worden uitgerold en ingerold. We laten voor het eerst dit jaar Arie, de windvaan, sturen. Het lukt om zo nog een mijl of vijftien te zeilen, totdat de wind bijna helemaal wegvalt. Uiteidelijk moeten we de motor starten, een laten we “ons Miep”, de elektrische stuurautomaat, de boot verder sturen. We komen vrij vroeg in de middag aan in Brugstaaken, wat eerder dan verwacht omdat we tijdens de oversteek behoorlijk veel stroom mee hadden.
















We krijgen twee dagen mooi weer (en ook weer warm!). Prima weer om de zeilen eraf te halen en buitenop alles klaar te maken voor de aankomende overwintering op de wal.









Kolding

Het weerbericht was eerst zo slecht dat we vreesden een week in Fredericia te moeten blijven. Gaandeweg knapt het echter op en blijven de voorspelde storm en regen uit. Tim heeft zijn treintickets al geboekt, dus moeten we hem wel ergens langs de spoorlijn afleveren. We besluiten om naar Kolding te gaan, ondanks dat het daar niet heel aantrekkelijk is, temidden van een industrieel gebied. Als we de jachthaven van Fredericia uitvaren, zien we aan de kade achter ons een schip dat wordt gelost. Grote gele stofwolken doen ons afvragen wat het vervoert, wellicht maismeel? We varen op de motor grotendeels tegen de wind in naar de Kolding Fjord. Afgezien van een grote elektriciteits centrale aan het begin is de fjord wel mooi, met heuvelachtige terrein en veel groen aan weerszijden.













We vinden een plekje in de jachthaven tussen twee klusboten, die nog worden afgebouwd of gerestaureerd. Wellicht dromen ze ook van verre reizen? Tim doet met zijn monowheel boodschappen en is rap weer terug. Aan de andere kant van de haven ligt een grote berg oud metaal. Er komt een vrachtschip aan de kade liggen en met veel geraas wordt het metaal erin geladen. Dat gaat de hele nacht door. Ook wordt een schip met boomstammen uitgeladen. Zelfs Tim heeft slecht geslapen van het lawaai. Maar ach, ook de Deense werkgelegenheid moet zijn plaats hebben, dus mogen we niet klagen.



Tim biedt ons een etentje aan in Kolding. We maken een wandeling langs het Koldinghus, een groot kasteel op een heuvel en komen later op een gezellig pleintje terecht waar terrasjes zijn. Een prima plek voor een dinertje! De volgende dag is het tijd voor Tim om naar huis te gaan. we nemen afscheid en hij gaat op zijn wiel naar het station. Er staat een harde zuidenwind, dus Joke en Johan besluiten om nog een dagje in de haven te blijven.
















Met de auto eropuit

De jachthaven ligt eigenlijk niet in Fredericia zelf, maar in Sanddal. We vinden op niet al te grote afstand een Budget/Avis vestiging die op zaterdag open is. Joke reserveert online een auto, als echte Hollander de goedkoopste uit de dure lijst, een Dacia Dokker.
Als we zaterdagochtend bij de verhuurder aankomen krijgt Johan een heldere ingeving als hij de Dacia bestelautootjes ziet staan. Hij informeert of we er wel met zijn drieën in kunnen. De verhuurder kijkt even en zegt dat het niet gaat. Johan vraagt of er een auto is waar wel wel met drie personen in passen. Die is er wel, maar die moet nog even van brandstof worden voorzien. We horen een diesel starten en even later rijdt een grote bestelbus weg. Het zal toch niet….? De verhuurder denkt natuurlijk dat we een bestelauto met drie zitplaatsen willen! Het duurt al met al even, maar uiteindelijk rijden we met een bijna nieuwe Renault Megane weer naar de boot.

Het begint weer flink te regenen. We maken plannen voor de dag en rijden dan zeer decadent eerst naar het havenkantoor. Zo hoeven we niet in de regen naar de betaalautomaat te lopen. Dan zetten we koers naar Odense. De weg gaat eerst over de nieuwe brug over de Kleine Belt, maar we verlaten de grote weg aan de andere kant en rijden via een wat meer toeristische route naar Odense. Daar aangekomen vinden we een ruim parkeerterrein en parkeren naast de parkeerbon-automaat. Met de creditcard kunnen we inchecken. Handig, zo hoeven we niet direct te bepalen hoe lang we blijven. Joke legt het bonnetje achter de voorruit.



We wandelen door Odense, waar veel leuke dingen te zien zijn. Gelukkig vinden we op tijd een winkel die paraplu’s verkoopt, want het begint al gauw stevig te regenen. Na een kopje koffie met gebak wandelen we door de stad. Odense is de geboorteplaats van Hans Cristian Andersen, de beroemde schrijver van sprookjes. Er staan nog diverse oude huizen waar hij is geboren, gewoond en gewerkt heeft en dergelijke. Al met al vermaken we ons prima, ondanks de regen. Als we weer bij de auto terugkomen checken we uit bij de parkeerautomaat en willen wegrijden. Tot onze schrik vinden we een parkeerboete van omgerekend ruim honderd euro onder de ruitenwisser. Ons bonnetje achter de voorruit heeft vermoedelijk ondersteboven gelegen, zodat ze het niet konden controleren. Joke belt onmiddelijk met de servicedienst van Q-Park, maar de afdeling die hierover gaat is al gesloten voor het weekeinde. Maandag gaan we het wel proberen op te lossen.





















Via een toeristische route rijden we weer terug naar de boot, waar we de auto dicht bij de boot kunnen parkeren.

De auto is voor twee dagen gehuurd, dus zondag 12 augustus gaan we er weer op uit. Dit keer naar Kasteel Egeskov. Vertaald betekent het eikenbos, het kasteel is namelijk op eiken houten palen gebouwd en tijdens de bouw is er een heel bos gebruikt.
Het landgoed ligt in de zuidelijke helft van Fyn, een rit van een kilometer of 70.



De toegangsprijs is stevig, rond de 30 euro per persoon, maar het blijkt allemaal zeer de moeite waard. We wandelen eerst door de prachtig onderhouden tuinen van het landgoed. Als het harder gaat regenen gaan we de diverse gebouwen in, waar hele mooie verzamelingen oude voertuigen staan. Auto’s, fietsen, brommers en motoren en brandweerauto’s en dergelijke. Vele zijn meer dan 100 jaar oud en al met al zeer interessant om te bekijken. We bekijken natuurlijk ook het kasteel zelf, wat een leuk beeld geeft van hoe men in de afgelopen honderden jaren heeft geleefd. Het kasteel is overigens nog steeds bewoond, momenteel door de 9e generatie Ahlefeldt-Laurvig-Bille!























































Aan het eind van de middag rijden we weer terug naar de Avis-vestiging en leveren de autosleutel in. Door de regen wandelen we naar de boot en besluiten dat we wel een etentje hebben verdiend in het restaurant pal voor de boot. Het smaakt heerlijk en tevreden over de afgelopen dagen gaan we weer aan boord.

Maandagochtend belt Johan met de servicedienst van Q-Park. Johan legt de situatie uit en de vriendelijke beambte geeft aan dat als we een mailtje sturen met een foto van de bonnetjes, de bekeuring zal worden geannuleerd. Hopelijk is dit dus ook weer opgelost.

Fredericia

Tim moet ook weer aan zijn terugreis gaan denken en boekt een treinticket vanuit Fredericia. We gaan daar de 9e augustus heen. Het is niet zo ver varen maar er staat een fikse stroom tegen op de Kleine Belt. Vooral als we onder de twee bruggen doorvaren stroomt het hard en zijn er grote draaikolken in het water. Er is van oudsher een flinke populatie bruinvissen aanwezig in de Kleine Belt, waarop vroeger gejaagd werd. Het vet werd gebruikt om er lampolie van te maken. Men neemt aan dat het vlees destijds ook werd gegeten door de arme bevolking. Ook nu nemen we diverse keren bruinvissen waar. Joke ziet zelfs een moeder met jong, het kleintje springt helemaal uit het water.













Eenmaal in de jachthaven van Fredericia aangekomen, wenkt een Deen ons en wijst naar een aantal vrije gastenplaatsen. Johan vertrouwt het niet helemaal, maar besluit toch om er gebruik van te maken. We brengen wel extra lijnen uit om de boot goed stevig vast te leggen. De plaatsen liggen namelijk recht tegenover de ingang van de haven. Later komen er nog drie Nederlandse boten aan, die ook in de buurt afmeren. De haveningang ligt open naar het zuidoosten en dat hebben we geweten! ’s Nachts steekt er een zuidoosten storm op die ervoor zorgt dat we allemaal heftig liggen te deinen op de binnenkomende golven. Onze buren brengen in de regen nu ook extra lijnen uit. Het wordt een zeer onrustige nacht met weinig slaap, maar wij liggen er verder goed bij en de boot beweegt soepel in zijn spinnenweb van lijnen.

De volgende ochtend is de wind gedraaid naar het westen en is de rust in de haven weergekeerd. Onze Nederlandse buren houden het voor gezien. Eén vaart de haven uit en de andere gaan wat verder de haven in. Wij maken onderwijl een wandeling in de omgeving en doen wat boodschappen. Het gaat onderwijl weer regenen. Tim vindt later nog twee vrije plekken helemaal achterin de haven, beschut achter de golfbreker. Als het even droog is verhuizen we daarheen. Het plan is om nog een aantal dagen hier te blijven, omdat er nog heel wat regen aankomt. Maar dan moeten we wel rustig liggen!










Middelfart

Maandag 6 augustus gaan we nog een keer een ankerplek opzoeken, dit keer in Gamborg, een langgerekte baai ten oosten van Middelfart. Het was lekker rustig en er waren weer bruinvissen in de buurt.










De volgende dag gaan we naar de jachthaven aan de zuidkant van Middelfart. We willen daar in de buurt eens rondkijken. We meren af in een hele grote box aan de binnenkant van een kopsteiger. Met veel misbaar meerde een Duitse les-boot af aan de andere kant van de steiger. Het was bijna windstil, maar toch gebruikten ze alle trucs met voorlijnen, achterlijnen en springen om af te meren. Wij vinden het wel vermakelijk, maar misschien was het wel leerzaam voor de cursisten aan boord. Even later moesten ze een stukje naar voren, omdat de ligplaatshouder eraan kwam, een 74 voets motorjacht van ruim 22 meter lang. Zij voeren met zijn tweeën, maar de aanlegmanoeuvre ging heel rustig, welliswaar met hulp van personeel dat op de steiger stond te wachten.






Tim ging op verkenning uit op zijn monowheel en kwam enthousiast terug. Er zijn leuke wandelmogelijkheden en er is een soort safarigebied met herten. Dit zijn we de volgende dag gaan verkennen. Het is een leuke wandeling door een bosachtige omgeving. Als we door een hek gaan, komen we in het uitgestrekte gebied met de herten uit. We zien in de verte twee kudde’s en lopen erheen over de beschikbare wandelpaden. De herten liggen aan weerszijden van het pad, op een niet al te grote afstand. We kunnen ze rustig bestuderen, een bijzonder leuke ervaring!













We lopen via een omweg door naar Middelfart. Dit is een leuk stadje met een middeleeuwse stadskern. We vinden een terras aan het water, waar we genieten van koffie met gebak. Terug aan boord maken we plannen voor de rest van de week. Het weer slaat nu eindelijk om en er wordt bijna alle dagen veel wind en regen verwacht.

















Eilandexpeditie

We bekijken de kaart en besluiten om weer een nachtje in Dyvig te gaan liggen. Hiervoor moeten we eerst door Sønderborg, waar de brug open moet. Als we aankomen, gaat de brug net voor ons neus dicht. Ze hebben het hier handig geregeld: op een display staat het tijdstip waarop de brug weer open gaat. We meren tijdelijk af aan de stadskade en gebruiken de wachttijd om wat Pokemons en een lekker ijsje te scoren. Na de brug varen we eerst op de motor door de smalle Als Sund die uitkomt om de bredere Als Fjord. De wind in de Als Fjord staat tegen, maar we zijn actieve zeilers en laveren het hele stuk naar de ingang van de baai van Dyvig. Het resultaat is een aardige dronkemansroute op de track van de AIS. We ankeren dicht bij de plek waar de de vorige keer hebben gelegen.













De volgende ochtend is het windstil. We varen op de motor naar het eiland Barsø. We gaan even ten zuiden van het miniatuurhaventje voor anker en blazen de bijboot weer op. Het is hier een “dayanchorage”, oftewel een mooie stek om overdag een poosje te blijven. We varen naar de wal en maken een leuke wandeling over het eiland. Het wordt hier, conform de weersverachting, lagerwal.




















Als we terugkomen is er al een noorwestelijke wind opgestoken, dus is het tijd om weer ankerop te gaan. We vinden achterin de Genner Bugt een beschutte ankerplek voor de nacht. Twee bruinvissen zorgen nog voor een leuke show in de baai en Joke probeert ze te vlug af te zijn met de camera. Joke en Tim maken later nog een wandeling rond het schiereiland Kalvø.













De volgende dag is het tijd om een haven op te zoeken. We mikken op Årøsund, een kleine haven ten noorden van de Genner Bugt. Onder zeil varen we naar de bestemming in een steeds toenemende vlagerige wind. Met een snelheidsrecord van 7,8 knopen bereiken de de haven waar we een mooie plek vinden aan een kopsteiger. We blijven een extra nacht hier, omdat er veel wind wordt verwacht.










Tim maakt nog wat ritjes op zijn elektrische éénwieler, waarbij hij ook nog een brood weet te scoren bij een supermarktje.
Zondag maken we een wandeling rondom Årøsund, we krijgen nog wat druppels van een overtrekkende bui over ons heen. ’s Avonds is het tijd om de blog bij te werken, we lopen alweer aardig achter.











Het lijkt erop dat de eindeloze zomer toch een beetje gaat aflopen, dus we gaan de komende dagen eens bekijken wat we verder kunnen gaan doen!

Tim ophalen en trouwdag

Vanuit Glücksburg is het niet ver meer naar Flensburg, waar Tim zal aankomen met de trein. Na het onweersgeweld van de vorige avond, was het weer zonnig en er was niet veel wind. Het lukt om de Flensburger Fjord hoog aan de wind in te zeilen, tot aan het einde de wind helemaal wegvalt. Op de motor gaan we het laatste stukje afleggen. Na een rondje door het laatste deel van de doodlopende fjord vinden we een leuk plekje in een kleine clubhaven. Een clublid hielp ons aanmeren en legde uit dat we een sleutel nodig hebben voor het hek dat de steiger afsluit. De vriendelijke havenmeester komt later langs en geeft ons een sleutel, met het verzoek dat we die weer bij vertrek afleveren in een soort brievenbus aan het hek.






Het is weer heel warm en de kok (Johan) stelt voor om uit eten te gaan. Zo’n voorstel is eigenlijk een stakingseis, dus lopen we om de haven heen naar de oude binnenstad en vinden een druk maar gezellig terras waar we een typisch Duitse maaltijd nuttigen.

De volgende dag is het weer zonnig en warm. Joke doet met assistentie van Johan de was in de wasmachine van de haven. ’s Middags gaan we boodschappen doen, het is een aardige wandeling bergop. We bedenken dat het rolkoffertje en een boodschappentas op wieltjes erg handig zijn. Met gemak nemen we vele liters sap, melk en yoghurt mee terug. Tim komt op de geplande tijd aan in Flensburg en op zijn éénwielig electrisch voertuig staat hij korte tijd later beladen met een rugzak en weekendtas voor het hek van onze haven. Nadat we hebben bijgekletst besluiten we om weer uit eten te gaan, dit keer bij een Grieks restaurant.



Op 31 juli varen we weer uit. Het lukt om onder zeil de bochtige Fjord uit de varen en we steken over naar de langwerpige baai boven het eiland Kegnæs, waar we een prima ankerplek vinden.










Één augustus is onze trouwdag, 29 jaar inmiddels, en dat vieren we met een tochtje met de bijboot naar het dorpje Høruphav. Er is daar een haven waar we een plekje voor de bijboot vinden. We maken een leuke wandeling door de omgeving en vinden in het dorpje een glasblazerij. Zij maken prachtige kunstwerken en we besluiten om onszelf een mooie glazen schaal cadeau te doen. De glasblazer geeft speciaal voor ons nog een demonstratie hoe het proces in zijn werk gaat.



























We varen terug en maken het feestje compleet met een lekkere barbeque op de Cobb. Het is weer een zeldzaam mooie avond en we genieten tot ruim na de zonsondergang van de rust om ons heen.



Het Maritieme Hitteplan

Het bevalt ons in Dyvig en de komende twee dagen is het vrijwel windstil. We blijven dus lekker voor anker liggen. We lezen dat in Nederland het Nationale Hitteplan wordt ingesteld. Hier wordt het ook zo heet, dus stellen we ons eigen Maritieme Hitteplan in: met doeken schaduw in de kuip proberen te maken, niets doen, emmers koud water over ons heengooien en ’s avonds nog een bijboot tochtje maken in de noordelijke uitloper van de baai. Het is ruim 32 graden in de boot. We wanen ons weer terug in de Carieb!

Dan wordt ineens weer heel harde wind voorspeld, zo hard, dat we dan toch maar een nachtje in het haventje van Dyvig gaan liggen. We liggen nauwelijks op onze plaats als het weerbericht de voorspelde windstoten van windkracht acht weer heeft ingetrokken. Maar ach, we maken van de nood een deugd en maken de boot van buiten schoon met de beschikbare waterslang en doen een boodschapje in het miniatuur winkeltje. Die avond is het nog lang onrustig door kinderen die urenlang heen en weer racen in hun bijbootje met buitenboordmotor. Een paar honderd mensen in de haven kunnen al die tijd meegenieten van de herrie. De kinderen weten niet beter, maar de ouders zouden toch best een grens kunnen stellen. Een uurtje raggen in je bootje en dan iets anders gaan doen of zo?

Over een aantal dagen komt Tim aan boord. Hij gaat met de trein naar Flensburg. Wij kunnen hem het beste daar ophalen of in Sønderborg. Wij gaan daarom ook maar weer op pad, om acht uur ’s morgens varen we uit. Er staat vandaag een redelijk mooie zuid-oostenwind en we gaan eerst maar eens richting Sønderborg. Dit is niet helemaal bezeild, dus moet de motor nog een stukje helpen. In Sønderborg moet een brug geopend worden. We moeten een minuut of veertig wachten, dus meren we even af aan de kade. Als de brug open gaat zien we dat er wel vrije ligplaatsen zijn aan de stadskade, maar het is daar helemaal uit de wind. We varen door en hijsen de zeilen. We hebben in de Flensburger Fjord een ankerplek op het oog en het is zonde om de mooie oostenwind niet te benutten. Vlak bij de bestemming duikt er een bruinvis naast de boot op. Hij komt vier maal boven en we horen hem ademen. Een leuke show, die altijd weer blijft boeien. In de loop van de middag laten we het anker vallen in vijf meter diep water in een baai aan de noordkant van de fjord. De grens tussen Duitsland en Denemarken ligt halverwege de Flensburger Fjord, dus zitten wij nu nog even aan de Deense kant. ’s Avonds wordt de temperatuur weer wat aangenamer en we zitten tot middernacht met kaarsjes aan te genieten van de stilte.



















Vrijdag staan we weer bijtijds op en gaan om acht uur ankerop. We gaan nu door naar Glücksburg, waar een leuke haven is van de plaatselijke zeilclub. Met alleen de genua is het hele stuk bezeild en we meren al om elf uur af in de haven. In de loop van de middag gaat het hard waaien, als voorbode van de onweersbuien die voor zaterdag zijn voorspeld. Johan wil wat extra lijnen uitbrengen, omdat er windstoten tot windkracht 10 zijn voorspeld. Voor is dat niet zo moeilijk, maar meerpalen aan de achterzijde zijn wel erg ver weg. Joke is inmiddels specialist in lijnen gooien en slaagt erin om ook daar een extra lijn aan vast te maken. De boot ligt zo veilig.
’s Avonds is het lang wachten op de maansverduistering, omdat we omgeven worden door heuvels en veel bomen. Uiteindelijk hebben we een prima zicht op de maan en genieten van de koele wind tijdens het kijken.





















Zaterdag gaan we eerst naar het dorp om wat boodschappen te doen. De vriendelijke havenmeester heeft ons een kaartje met een leuke route meegegeven. Het is erg warm en klam en we lopen ook nog een beetje om. Maar het lukt ons om de weg naar het dorp terug te vinden. Tegenover de supermarkt is een leuk terrasje waar we van een kopje koffie genieten. Op de terugweg weten we wel de door de havenmeester geadviseerde route te volgen. Het is een leuke wandeling. In de haven nemen we een douche, het is nog steeds moordend heet en klam. In de loop van de middag groeit de lucht dicht met grote aambeeld-vormige onweerswolken. Johan stelt wat losse spullen veilig, Joke zit binnen op de vloer naar de kwalificatie van de Formule 1 race van Hongarije te kijken. Het gaat waaien en flink onweren, maar de meest heftige windstoten blijven uit. Na een paar uur is het heerlijk afgekoeld. Morgen willen we door naar Flensburg, om de komst van Tim af te wachten.
























Fynshav en toch maar niet

Het is inmiddels 20 juli, het is nog steeds prachtig weer, de afgelopen dagen was er wel heel veel wind, maar die is nu wat geluwd. We hebben het naar ons zin gehad in Faaborg en omgeving. Nu is het tijd om eens naar een volgende bestemming uit te kijken. Fynshav op het eiland Als lijkt ons wel wat. Als Joke wat speurt op internet vindt ze uit dat de maximum lengte 12 meter is en maximum breedte 3,5 meter (een andere bron geeft maximaal 4 meter aan). De lengte over alles van Beluga is 13 meter, dus het zal wel wat proppen zijn om een plekje te vinden.



Vol goede moed varen we bijtijds uit en we kunnen op een aandewindse koers Fynshav net bezeilen. Er staat een goede zeilwind, die het de komende dagen juist laat afweten. Als we naar binnen gluren in het haventje lijkt er misschien een plekje aan de enige langssteiger die het haventje rijk is. Maar we willen de volgende dag eigenlijk door naar Dyvig. We zeilen lekker en besluiten om de gelegenheid te pakken en door te varen. Met de wind tegen kruisen we de Kleine Belt over. Pas in de middag neemt de wind af. De laatste mijlen leggen we op de motor af en aan het eind van de middag varen we de baai van Dyvig in. Het is inmiddels behoorlijk windstil en het water is zo glad dat we gemakkelijk de aanwezige bruinvissen boven zien komen, we tellen er acht! De baai ligt geheel beschut en is populair onder de vakantiegangers. De haventjes aan het einde zijn dan ook overvol, maar gelukkig willen we daar helemaal niet in. Wij gaan voor anker.






De volgende dag is het bijna tropisch warm en fabriceert Johan met doeken wat schaduw in de kuip en doen we eigenlijk verder gewoon niets. Zondag de 22e blazen we de bijboot op en varen we eens naar de wal om wat rond te kijken. Joke koopt wat kersen en aardappels uit een stalletje langs de weg. We ontdekken ook dat er een paar keer per dag een gratis bus gaat naar de wat grotere plaats Nordborg. De onvolprezen Google Maps laat ons zien dat daar ook een supermarkt is.




















Maandag leggen we de bijboot aan een steigertje en wandelen we naar Nordborg, dat ligt op een kilometer of vier van Dyvig. We zien onderweg een haas en een egel en genieten van de natuur om ons heen. In Nordborg gaan we op een terrasje zitten en smullen we van koffie met een Belgische wafel en ijs. De supermarkten liggen direct aan het busstation, dus dat is prima geregeld. We kopen verse spullen bij de Kvickly-supermarkt en wachten nog een paar minuten in de schaduw op de bus. Die komt precies op tijd en na een korte rit zijn we weer in Dyvig. ’s Avonds eten we in de kuip. De baai van Dyvig is mooi en er is genoeg te zien. De komende twee dagen wordt er nauwelijks wind voorspeld, dus we vermoeden dat we lekker Caribisch nog een paar dagen blijven liggen. Het wordt vermoedelijk heel warm, dus ook hier blijft de zomer zich van zijn beste kant laten zien voor de vakantiegangers. Onderwijl wordt het voor de boeren en de natuur wel lastig na zo’n lange periode zonder regen. We lezen dat dit in grote delen van Europa zo is, maar ok, wij genieten ervan!




















Lyø – Faaborg

We blijven nog een dag in Lyø, het is zo’n mooi eiland dat we nog een wandeling willen maken rond de westelijke kant. Hier is de natuur weer heel anders, de heersende wind is aanlandig en dat zie je terug in de natuur. Het ziet er veel ruiger uit. Het wandelpad is niet overal even duidelijk. Het gaat een heel eind gewoon over het kiezelstrand. We prijzen ons gelukkig met de stevige wandelschoenen, waarmee we over de losse stenen nog aardig vooruit komen. Onderweg zien we veel vogels en we beginnen sommige al te herkennen. Een langgerekte uitloper is tot 15 juli verboden gebied. Er zijn nog veel jonge meeuwen, die met rust gelaten moeten worden. Al met al lopen we ruim 10 kilometer.



























Zondag willen we richting Faaborg. Er zijn daar goede ankermogelijkheden en er zijn twee havens. Het is maar een mijl of vijf, maar we willen zo veel mogelijk zeilen. Er is nauwelijks wind en de snelheid loopt terug naar 0,2 knopen, maar we houden hardnekkig vol. Uiteindelijk komen we bij de eerste ankermogelijkheid aan, maar die bevalt ons niet. Het is erg diep en er is weinig zwaairuimte als de wind zou draaien. We varen door, dieper de baai in en tegenover de stad vinden we een prima ankerplek. Het is nog steeds prachtig weer en we vieren het die avond in de kuip met een lekkere maaltijd op de Cobb (een soort bbq).



















Na een rustig dagje breien en niets doen varen we daags daarna de haven in. We moeten wat boodschappen doen en er is heel veel wind voorspeld. We gebruiken die dag voor huishoudelijke klussen, het lukt Joke om de haven-wasmachine een paar keer te gebruiken. Johan doen onderwijl wat controles en onderhoud aan de boot en maakt binnen weer eens schoon schip.









Faaborg is een erg leuke en authentiek stadje. Er zijn heel oude karakteristieke huizen en straatjes. De bloemrijke voortuintjes met stokrozen maken het beeld compleet. Tijdens het boodschappen doen ontdekken we dat een jaren-50 treinrit van Faaborg naar Korinth gaat. Dat lijkt ons wel wat.

















Donderdag is een dag waarop de trein rijdt, dus dat komt mooi uit. Het is een leuke ervaring en in Korinth maken we een leuke wandeling van een kilometer of 6. Onderweg stoppen we in de buurt van het prachtige kasteel Brahetrolleborg, niets vermoedend gaan we in het gras zitten en zien op nog geen 5 meter van ons een damhert wegspringen.
Weer een prachtige ontmoeting met de natuur. We zijn op tijd op het stationnetje om eerst nog een ijsje te eten, voordat we weer terug naar Faaborg reizen.