Tropical storm Nadine was eindelijk weggetrokken en de storingen met zuidwesten wind verdwenen ook. Tijd om ons voor te bereiden op de overtocht naar de Canarische eilanden. Welk eiland zouden we naar toe gaan? Voor het voorbereiden van de Atlantische oversteek hebben meerdere ervaren zeilers ons aangeraden rustig de tijd te nemen en een paar weken in een haven te gaan liggen. Las Palmas valt af, omdat de haven is afgehuurd door de zeilers die aan de ARC (Atlantic Rally Crossing) deelnemen en is afgesloten voor andere bezoekers.
Een bij veel andere vertrekkers populaire haven is San Sebastian op La Gomera. Een prima mogelijkheid, maar wellicht erg druk. Zeilende Amerikanen hadden ons La Palma aanbevolen. De jachthaven is nog maar anderhalf jaar open, rustig en van alle gemakken voorzien. In de pilots staat La Palma omschreven als een goede plek om een Atlantische oversteek voor te bereiden. Na wat verder speuren besloten we dat dit onze bestemming zou worden.
Na een paar weken willen we wellicht nog een poosje langs La Gomera en dan van daar uit verder varen.
Donderdag 11 oktober om 9 uur voeren we uit, na eerst nog twee dagen windstilte te hebben afgewacht. De afstand is 250 mijl. Naar verwachting iets meer dan twee etmalen. Buiten de haven blijkt er wel wat wind te staan en zetten we de twee fokken, elk op een fokkeboom.
Dit is een aardig testje, omdat dit wel eens onze passaat-zeilvoering zou kunnen worden.
Als we onder de invloed van Madeira uit zijn begint de boot behoorlijk te rollen (dat is van links naar rechts schommelen).
Er loopt een lange deining vanuit beide kanten. Deze zijn bijna de hele tocht gebleven en veroorzaakten dat de boot afwisselend rustig voer en dan weer regelmatig heftig bewoog.
Na verloop van tijd veranderen we de zeilen, omdat de wind meer naar het oosten draaide. We hijsen het grootzeil en zetten de genua. Het gerol bleef. Omdat er niet veel wind stond werd door het bewegen van de mast regelmatig de wind uit de zeilen genomen, om vervolgens met een behoorlijke klap weer in de normale stand te komen. Een rustige tocht met binnen toch wel een behoorlijk lawaai van het geklap.
De boot vaart ongeveer 4,5 knoop, dat is 110 zeemijlen per etmaal. Genoeg voor ons vaarschema om zaterdag met daglicht aan te komen. Dit gaat zo door tot vrijdagmiddag. Dan begint de wind af te nemen. De dubbele deining (ver weg veroorzaakt door harde wind bij Marokko en een noord-atlantische storm) blijft van links en rechts inkomen. Het klappen van de zeilen wordt wel erg irritant en overigens ook een slijtageslag. We proberen het lichtweer zeil eens uit. Dit werkte goed, totdat de wind nog verder wegviel.
We hebben het zo lang mogelijk uitgesteld, maar nu is het toch echt tijd om de motor te starten. Met alleen de kotterfok als slingerzeil is dit zo gebleven voor de rest van de tocht. De nachten zijn helder, met alleen wat schaapjeswolken (passaat-wolken?). De sterrenhemel is ongelofelijk helder. Sterrenbeeld de Grote Beer (Ursa Major) is een typisch noordelijk sterrenbeeld. Je kan zien dat we steeds meer zuidelijk komen. De bodem van de “steelpan” zakt steeds verder onder de horizon.
Bij de Canarische eilanden zijn er zogenaamde acceleratiezones. Hier neemt de wind plotseling toe met 10 tot 15 knopen. Men adviseert om preventief de zeilvoering af te stemmen op windkracht 6 tot 7. Met alleen onze kotterfok zat het dus wel snor.
Zaterdag ochtend komt La Palma in zicht, nadat eerder in de nacht de vuurtoren al zichtbaar werd.
Iets naar links (eigenlijk moeten we dit bakboord noemen) zien we La Gomera. Verder naar links steekt de hoge top van Tenerife boven de wolken uit. In de ochtend komen we in de acceleratiezone. Omdat er zo weinig wind was (we voeren nog steeds op de motor) was hier weinig van de merken. Een minuut of vijf windkracht drie, dat was het zo ongeveer.
Om een uur of twee op zaterdagmiddag varen we de haven in. Het havenkantoor is gesloten. Aan de receptiesteiger worden we opgevangen door de waarnemend havenmeester. Het eerste waar hij naar vraagt is een bewijs dat we verzekerd zijn. Dat hebben we, dus mogen we een box uitzoeken aan pontoon B. We vullen een registratieformulier in en moeten ons maandag melden op het kantoor.
We komen uit naast Nederlandse buren, de haven is verder voor hooguit een derde gevuld. De haven is een beetje gevoelig voor binnenlopende deining, maar dat zijn we al gewend van Porto Santo en Madeira. Verder zijn we hier van alle gemakken voorzien. Dit wordt waarschijnlijk de stek voor de komende weken.