‘Peniche is murder’, roept Mike de Marine Consultant van Nazaré als we bijna willen vertrekken. Hmm, dat geeft te denken. We hebben al in de pilot gelezen dat de aanlegplaats in de haven van Peniche niet echt fijn is. De vissersboten houden zich niet aan de voorgeschreven snelheid van 3 knopen (ong. 5,5 km/uur). Hierdoor liggen de boten langs de steiger behoorlijk te rukken aan hun lijnen. In 2004 is een boot zijn mast verloren omdat door de golven van de vissersboten twee boten tegen elkaar knalden.
We besluiten om dus te gaan ankeren, dat kan bij Ilha da Berlenga of buiten de haven van Peniche.
Als we lekker zeilen komen twee dolfijnen langs, een moeder met een kleintje. Ze zwemmen een tijdje bij de boeg, waar we een kort filmpje van hebben kunnen maken. Leuk om te zien hoe het kleintje afstand neemt, naar beneden duikt en dan weer naar zijn moeder zwemt.
Aangekomen bij Ilha da Berlenga blijkt dat het wel erg druk is met bootjes, we kunnen geen geschikte ankerplek vinden. Vanaf het water zien we veel toeristen, tentjes en een restaurantje. Niet echt een rustig idyllisch plekje, op naar Peniche dan maar. Als we daar nog maar net voor anker liggen krijgen we de maritieme politie aan boord, ze vullen hun papieren in met alle gegevens van de boot en van ons en een half uur later vertrekken ze weer. We liggen heerlijk te dobberen achter ons anker en gaan vroeg slapen. De volgende ochtend staan we vroeg op om naar Cascais te gaan, een vaartocht van ongeveer 9 uur.
We varen rustig richting Cascais, het is een beetje een saaie tocht omdat we geen wind hebben. Ook zien we voor het eerst sinds Engeland geen dolfijnen, wel een paar kwallen en opspringende vissen.
Bij de marina krijgen we als welkomstgeschenk een fles wijn uit de regio, die openen we zodra we in een box liggen. We evalueren de reis tot nu toe en komen tot het besluit dat we vanuit hier naar Madeira en de Canarische Eilanden gaan. De komende dagen is er weinig wind, dus tijd genoeg om Cascais en Lissabon te gaan verkennen.