Net als we na het avondeten wat aan het opruimen zijn en de route voor morgen plannen, krijgen we bezoek van de douane. Een mega speedboot met wel vijf mannen aan boord komen langszij, behoorlijk indrukwekkend. Twee mannen vragen om aan boord te komen en springen in het gangboord. De boot blijft op gepaste afstand naast ons liggen.
Ze willen weten hoeveel masten we hebben, welke kleur de boot heeft en alle paspoort gegevens, ze controleren zelfs de foto’s met onze gezichten. We hebben een Spaanse crewlist en dat maakt indruk. We krijgen zelfs nog Spaanse les, Johan is patron (kapitein) en geen tripulante (opvarende), tja onderscheid moet er zijn. Ook vertellen ze nog wat over de namen van de streek en proberen ons de namen goed uit te laten spreken. Na een half uur nemen ze afscheid en varen in het donker weer weg.
De rust is weer terug en we gaan verder met de tochtplanning. Als ik het laatste waypoint in de gps heb ingevoerd, gaat plotseling het ankeralarm af. We staan even verbaasd te kijken, want we liggen al anderhalve dag stevig vast achter ons anker. ’s Nachts en overdag heeft het flink gewaaid en het is net hoog water geweest. We gaan vlug naar buiten en inderdaad het 35 kg zware anker krabt, de boot drijft steeds verder achteruit richting ondieptes en rotsen. We halen het anker op en besluiten nog een keer te ankeren, nu in wat minder diep water. Als we weer liggen nemen we eerst nog een drankje en hapje om bij te komen. Na ruim een uur durven we weer naar bed, we blijven nog een tijdje met gespitste oren liggen. Zelfs midden in de nacht checken we de diepte en de positie. ’s Morgens bij het ophalen van het anker blijkt dat ie goed ingegraven is geweest, hij zit muurvast en er komt een hoop zand naar boven. Weer een les geleerd, de volgende keer dus in ondieper water of meer ketting uitvieren.