Vanuit Norsholm varen we aanvankelijk een relaxte route. We hebben eerst slechts één sluis tussen een verkeersbrug en een spoorbrug. Vanwege de brug kan Joke niet aan de wal meelopen, dus wijkt deze sluis af van de normale procedure. Er hangen lijnen vanaf de sluismuur waar we aan hangen om de boot in bedwang te houden.
Dan varen we een vrij groot meer op, Roxen genaamd. We hebben tijd om wat te lunchen met de door Joke gescoorde broodjes!
Aan het einde van Roxen ligt Berg, een dorpje met een zevenvoudige sluistrap. Daar vaar je steeds een sluis uit en de andere direct weer in. We volgen weer de standaard procedure, met de aanvulling dat Joke de extra lijn nu steeds zelf meeneemt de volgende sluis in. Het weer is nog steeds prachtig. Dat houdt ook in dat het in de sluizen bloedheet is en windstil. We werken ons weer in het zweet. Het kost twee uur om de “trap” te nemen en daarmee weer ruim 18 meter te stijgen.
Direct na de sluizen ligt een jachthaven met goede afmeergelegenheid waar we wederom moe maar voldaan afmeren. Na een snelle douche volgt een lekker ijsje bij de sluizen, nu kunnen wij even toeristje spelen en naar andere boten kijken. We besluiten om hier een dag liggen te blijven.