De wekker gaat om 04.40 uur en we varen zo snel mogelijk uit. We ontbijten in dit soort situaties om beurten nadat we onderweg zijn gegaan. De beloofde wind steekt inderdaad op uit de goede richting, maar wel wat sterker dan verwacht. We kunnen al snel onder zeil. Onder dubbel gereefd grootzeil, een half uitgerolde genua en de kotterfok zeilt de boot heel hard, gemiddeld zo’n zes knopen met uitschieters boven de zeven knopen.
Er is echter een dingetje: een gigantische windfarm ligt in de weg. We twijfelen of je er tussendoor mag, dus kiezen we voor een korte omweg langs de noordzijde. Onderwijl neemt de wind nog wat toe naar windkracht vijf tot zes. Johan puzzelt met Arie, de windvaan en het lukt om de boot op die manier te laten sturen. Na wat experimenteren met de zeilen is de zaak keurig in balans.
Het is een flinke tocht van 57 mijl, maar we komen om een uur of drie in de middag al aan. We worden op de steiger opgevangen door een hulpvaardige achterbuurman, een Deen die hier met zijn boot ligt. Hij vraagt aan Joke waar we vandaan komen. “Klintholm”. Hij vraagt verder: “hebben jullie gezeild, niet de motor gebruikt? Met deze windstoten?” We voelen ons gelijk heel trots. Kennelijk is het toch een stevige tocht die we hebben gedaan!
We maken nog een wandeling in Ystad, dat er best leuk uitziet.