Het laatste deel van het Caledonisch kanaal ligt voor ons. We beginnen om 9.00 uur met de sluis van Gairlochy. De sluismeester komt klokslag 9 uur met een auto aanrijden, omdat hij wegens personeelstekort meerdere sluizen en bruggen moet bedienen rijdt hij ook mee naar de volgende draaibrug.
Vanuit Gairlochy zijn er nog wat bruggen en dan komt de grote Neptune’s Staircase. Deze bestaat uit een rij van maar liefst acht sluizen, waarmee in één klap een groot deel van het hoogteverschil met zeeniveau wordt overbrugd. Dit kost zo’n 90 minuten. Via de marifoon vernemen we dat er om 14.00 uur een sluisbediening start.
Dankzij de hulp van een Zweedse dame van een andere boot die we eerder hadden ontmoet, verloopt Neptune’s Staircase redelijk relaxed. Zij neemt meestal de achterste lijn voor haar rekening om mee naar de volgende sluis te lopen. Joke doet weer de voorste lijn. De sluis ligt niet al te vol. Na de laatste sluis van de Staircase moeten we wachten voor de spoorbrug die er direct naast ligt. De reden is dat de beroemde Harry Potter stoomtrein eroverheen rijdt.
Het eerste plan was om voor de Staircase te overnachten, daarna dachten we tussen de Staircase en de volgende sluis te overnachten. In de Staircase rijpte het plan om toch weer naar zee te gaan en daar voor anker te gaan. Vervolgens besloten we om toch maar in één keer door te gaan naar Oban, zo’n 28 mijl vanaf de zeesluis. De zeesluis gaat alleen open tussen twee uur voor en twee uur na hoog water, dus de stroom zou na een tijdje mee moeten gaan lopen als we richting Oban gaan.
Er volgt nog een dubbele sluis en tenslotte de zeesluis. Zo hebben we vandaag maar liefst 12 sluizen gehad vanaf Gairlochy. In de laatste sluis leveren we de sleutel van de “facilities” in en zo belanden we rond 17.00 uur plotseling weer op zout water.
We hadden de zeekaart al bestudeerd en Joke zet nog snel een route in de kaartplotter. Ze maakt ook een hapje eten, zodat we na de lange inspannende dag er nog een paar uur tegen kunnen. De stroom loopt nog een beetje tegen, maar we verwachten dat dit snel zal draaien. Dat beetje tegen wordt heel veel bij een nauwe doorgang na een mijl of zeven. We krijgen zo’n 4 knopen stroom tegen, terwijl we een kabelferry moeten passeren. Het was al slack (tijkentering), maar daar trekt het zich in zo’n flessehals niets van aan. Uiteindelijk worstelen we ons erdoorheen.
Vanaf dat moment gaat het tij keren en krijgen we steeds meer stroom mee. Halen we Oban op tijd? We overwegen nog om een ankerplaats op te zoeken. Het nadeel daarvan is dat het momenteel vrijwel windstil is terwijl morgen het juist hard gaat waaien. Uiteraard is het dan weer wind on the nose. We rekenen uit hoe hard we moeten gaan, zetten de motor een tandje bij en besluiten door te gaan.
Het is nodig om voldoende snelheid te maken, want we willen voor donker in Oban arriveren. Onderwijl genieten we van een bijzondere sfeer op het water. Een grote regenbui voor ons splitst zich en trekt links en rechts voorbij en trekt achter ons weer samen. Ben Nevis verdwijnt helemaal uit zicht en de bergen achter ons krijgen een mysterieuze sfeer, met mist en laag hangende wolken.
Twee dolfijnen die vlak naast de boot uit het water opspringen maken het bijzondere moment compleet!
We navigeren door nog een paar nauwe doorgangen. De bootsnelheid loopt daar fors op, maar het blijft allemaal goed beheersbaar. De zon gaat (achter de donkere regenwolken) rond 22.15 uur onder. Een kwartier later, bij het laatste daglicht, arriveren we in Oban.
We pikken een visitor mooring op in de jachthaven van Kerrera. Dat is het eiland aan de overkant van Oban. In Oban zelf zijn maar weinig overnachtingsplaatsen voor jachten (en met 3,20 pond per meter bootlengte nogal prijzig voor onze 13 meter). We hebben genoten van de sprookjesachtige sfeer en zijn trots dat we het veranderende plan goed hebben uitgevoerd. Tegen 23.00 uur maken we nog een fles wijn open en vieren dit met een glaasje en een chipsje. Het Caledonisch kanaal was geweldig en dit was voor ons een perfecte afsluiting van dat avontuur. We hebben nu een paar dagen rust verdiend en gaan ons beraden op het vervolg van de reis aan de westkust van Schotland.