We blijven een dagje in Kristianopel. Het is een klein dorpje (met 81 inwoners!) en een fascinerende geschiedenis. In het begin van de 17e eeuw is hier zwaar gevochten tussen de Denen en de Zweden. Net ten noorden van Kristianopel heeft ooit de grens tussen Denemarken en Zweden gelopen. Omstreeks 1611 zijn de Denen er uitgeknikkerd en is het uiteindelijk Zweeds geworden. Verschillende kenmerken herinneren aan deze periode. Zo zijn er restanten van fortificaties te vinden die aan de bloedige periode herinneren. Deze periode staat in contrast tot het heden, alles ademt nu rust en vrede.
We maken een leuke wandeling door de omgeving en ontdekken dat Kristianopel op een langgerekte landtong ligt, temidden van diverse eilandjes en andere uitlopers van het vasteland. In de bossen heb je het gevoel alleen op de wereld te zijn en genieten we van de rust, de vogelgeluiden en de wind die ruist door de bomen.
Ons besluit om nog een dag te blijven wordt ook ingegeven door het weer. Het is zonnig, koud op het water en warm op het land, maar vooral winderig, tot windkracht zeven. De volgende dag is de wind wat afgenomen en varen we door naar Kalmar.
Aan het einde van de geul die naar buiten leidt zetten we zeil en kunnen we in de vlagerige noordwesten wind nog net koers houden naar Kalmar. We varen nu tussen het vasteland en het nogal bizarre eiland Öland. Dit eiland is maximaal een kilometer of 15 breed en ruim 100 kilometer lang. Het vaarwater, de Öland Sund, heeft her en der nogal wat ondiepten, dus moeten we blijven opletten op de boeien. De wind varieert nogal, draait heen en weer en is vlagerig. Dit zijn geen goede omstandigheden voor Arie (windvaan) of Ray (stuurautomaat), dus gaan we op de hand sturen. In de fikse windvlagen gaat Beluga er met een flinke vaart vandoor, dus al met al hebben we een vlotte zeiltocht en gaat de motor pas vlak voor Kalmar aan als we de zeilen moeten strijken.
Na een kleine 30 mijl lopen we de haven van Kalmar binnen en vinden we helemaal achterin een plekje aan een boei, met de boeg naar de wal. Kalmar is een vrij grote stad. Het is niet echt charmant om in deze haven te liggen, maar een ijsjes-tent op 10 meter voor de boot maakt veel goed. Er is hier een goed gesorteerde watersport winkel. We hebben nog een zeekaart van het gebied tot Stockholm nodig en willen ook een haak op de kop tikken, waarmee de Zweden de boeitjes in de haven eenvoudig oppikken. Wij besluiten profi-Zweeds te worden en schaffen ook zo’n haak aan. Laat de rest van de boei-oppik-haventjes maar komen!