We zijn weer op St. Maarten, dat in tweeën is gedeeld. Een frans deel en een nederlands deel. Deze keer
ankeren we bij het franse deel, bij het stadje Marigot. Als we ingeklaard zijn gaan we het Fort Louis
bekijken. Het fort bestaat nu uit de restanten van het in 1789 gebouwde fort dat de stad moest
beschermen tegen de britse invasie. Vanaf het hoogste punt hebben we een fraai uitzicht over de baai en
het Lagoon. Ver onder ons zien we Beluga liggen in het blauwe-groene water. De Fransen hadden vanaf hier
inderdaad een goed overzicht over de aankomende Britten, hetgeen ook tot een overwinning van de Fransen
heeft geleid volgens de informatieve borden die bij het fort staan.
Als we ’s middags even in het water duiken om af te koelen, zien we een Great Barracuda zwemmen die ons
af en toe volgt. Als Bas achter een andere vis aan is gezwommen en zich omkeert staat hij oog in oog met
de barracuda, hij schrikt zich een hoedje. Later zwemt de barracuda rond de boot en kunnen we veel
details zien.
Via e-mail maken we een afspraak met de Mero, da’s nog niet zo eenvoudig als het klinkt omdat we op de
boot geen wifi-verbinding hebben. ’s Avonds bij een restaurantje kunnen we een mailtje sturen en de
volgende dag roepen we ze op via de marifoon. Bij de supermarkt halen we weer een mailtje op met de
coordinaten van hun ankerplaats. Tim gaat in de nog steeds ietwat lekke dingy het Lagoon op en de rest
wandelt de afstand van ruim 4 kilometer. Er is veel bebouwing langs het water, waardoor het moeilijk in
te schatten is waar we zijn. Met de GPS van ons mobieltje komen we uiteindelijk op de goede plek
terecht. Gelukkig zien we net Tim komen aanvaren als we door de bush naar de waterkant zijn gelopen. Met
z’n vieren tuffen we naar de Mero.
We kletsen gezellig bij, we hebben elkaar in Mindelo (begin december) voor het laatst gezien. Even later
schuift ook Joris van de Cedo Nulli aan. We drinken koffie en lunchen met z’n allen in de kuip. Heerlijk
om de verhalen van de anderen te horen. Een paar uur later gaan we weer richting Beluga, Bas gaat met de
dingy en de anderen lopen het eind en doen onderweg nog boodschappen. Als we weer op de boot zijn, zijn
we moe en voldaan. Even op visite gaan is hier toch heel wat vermoeiender dan in Nederland.
De volgende dag willen we een stukje doorvaren, naar de baai van Gran Case. Er is daar een rots die veelbelovend lijkt om te gaan snorkelen.