Maandagochtend om 8 uur gooien we los van de mooring bij Saba, we vinden het jammer om het eiland achter
ons te laten. Samen met Dominica is dit tot nu toe onze favoriet. De jongens hopen hier nog eens een
duik te kunnen maken.
We hebben een prima zeiltocht en na 27 mijl ankeren we ’s middags in Simson Bay bij St. Maarten. Wat een
verschil met Saba, hier zien we mega-jachten en veel grote vakantiehotels. Elke tien minuten land of
vertrekt er een vliegtuig, wat soms gepaard gaat met een hoop herrie.
We bespreken wat we de komende tijd verder gaan doen, toch nog naar de Virgins of hier rondscharrelen.
Uiteindelijk is het besluit om de volgende dag naar Anguilla te gaan en daarna naar het Franse deel van
St. Maarten, St. Barths en misschien nog een keer Saba als de wind meezit en er weinig swell is.
De volgende ochtend varen we wederom 27 mijl en ankeren we in Road Bay bij Anguilla. We blijven hier een
dagje liggen, zodat Bas wat achterstallig schoolwerk kan doen. Het is opmerkelijk dat op de wat armere
eilanden altijd meteen wifi hebben en op de wat rijkere, zoals St. Maarten, geen onbeveiligde
netwerkverbinding kunnen maken. Tim en Joke gaan naar de supermarkt zo’n 3 km verderop. Onderweg krijgen ze een lift aangeboden, toevallig komt dezelfde man weer langs als ze op de terugweg beladen met boodschappen de hoofdweg weer inslaan. Voor de dingy-steiger worden ze met een vriendelijke glimlach afgezet, da’s nog eens makkelijk boodschappen doen.
Anguilla heeft de mooiste plekken tot marine park verheven. We halen een cruising permit en betalen de
fee voor de mooring waar je helaas alleen overdag aan mag liggen. Donderdag zijn we vroeg op en varen
naar Sandy Island. Beluga leggen we aan een mooring buiten het rif en met de bijboot varen we door
dingy-pass, best nog wel spannend met al die brekers rondom ons.
We zijn alleen op het kleine eilandje en scharrelen een tijdje rond. We zien veel afgebroken koraal, een
gevolg van de hurricane’s. Johan vindt een stukje spons en we zien veel takjes koraal en kleine
schelpjes.
Als de eerste dagjesmensen arriveren gaan we snorkelen, dat valt een beetje tegen door het matige zicht.
Bas spot wel een Dwarf Wrasse, volgens ons boekje een zeldzaam exemplaar hier in de Carieb.
Na het snorkelen hebben we het wel gezien en we besluiten naar Little Bay te gaan, het volgende marine
park plekje.
Bij Pelican Point schijnt een prachtige snorkelplek te zijn, we varen er met de dingy naar toe en zien
de pelikanen al op de rotsen zitten. Door de noordelijke swell is het helaas ook hier niet helder, soms
lijkt het wel of je in de mist zwemt. Het ziet er prachtig uit en we hopen dat de swell de komende dagen
afneemt, dan kunnen we er nog een keer naar toe. Joke spot een Queen Triggerfish, met prachtige lijnen
rondom zijn ogen. De meeste foto’s die we maken zijn wazig door het aanwezige fijne zand. Tim haalt een
handje zand van de bodem en laat het rondzweven in het water. Als stof dwarrelt het rond en schittert in
de zon.
Omdat we niet mogen overnachten in het marine park, schuiven we een stukje op en ankeren in Crocus
Bay.
De volgende dag gaan Joke en Tim boodschappen doen. Met de dingy maken we een perfecte strandlanding en
lopen naar het stadje The Valley, de hoofstad van Anguilla. In onze ogen is het niet echt een stad, hier
en daar staan wat huizen. De mensen zijn bijzonder vriendelijk, ze zeggen spontaan goedendag en we