Voor zondag en maandag waren we al gewaarschuwd: in Montserrat hadden we al gezien dat er een hoge
groundswell zou komen. Die kwam ook inderdaad. In de baai van Oualie Beach lig je enigszins beschut door
de ondieptes voor Nevis en de Narrows (het vaarwater tussen Nevis en St. Kitts) waar we metershoge
branding zagen breken. Desondanks begon ook bij ons af en toe een flinke swell door te komen. Eigenlijk
wilden we zondag al weg, maar de duikafspraak die nu eindelijk op maandag echt leek te gaan gebeuren
wilden we voor Tim en Bas toch laten doorgaan. De golven waren meestal voor een poosje rustig en dan
kwamen ineens een aantal grote aanzetten. Vissersbootjes achter ons verdwenen tot het gangboord achter de
golven en werden dan omhoog gesmakt.
Ook wij gingen uiteraard behoorlijk tekeer en rukten soms behoorlijk aan het anker. Voor de noordelijk
gelegen Virgins geldt een “small craft advisory”, oftewel een waarschuwing voor gevaarlijk hoge golven.
Dit geldt ook voor de naar het noorden openliggende doorgangen tussen de eilanden bij ons in de buurt.
Johan is de nacht van zondag op maandag grotendeels opgebleven om een oogje in het zeil te houden.
Maandagochtend gingen we naar de duikshop. Het kostte enige moeite om met de bijboot aan de jetty af te
meren. Op het strand waren grote hoeveelheden zeegras aangespoeld. Een local zei dat dit “very unusual”
was. De duik op de Monkey Shoals op een mijl of vijf afstand van Nevis was de moeite waard. Ze hadden hun
zinnen gezet om haaien te zien en dat is gelukt.
Toen Tim en Bas terug waren gingen we zo snel mogelijk anker op. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan.
De één tot anderhalve meter hoge swell die af en toe doorkwam zou de ketting of de ankerlier gemakkelijk
kunnen beschadigen als halverwege het inlieren de ketting plotseling strak zou worden getrokken. We
hadden het golfpatroon goed bestudeerd en een werkwijze doorgesproken. Gelukkig werkte dit heel goed.
Spelend met de motor konden we de ketting behoorlijk onder controle houden en snel inhalen. Alleen op het
moment dat de boot recht boven het anker lag, kwam de ketting twee keer strak te staan, gelukkig zorgde
dat er meteen voor dat het anker snel los kwam.
Op alleen de genua staken we kalmpjes de Narrows over. Een dolfijn springt naast ons hoog uit het water,
wentelt om zijn lengte-as en lijkt ons te feliciteren met de goede afloop. We ankerden na een klein
uurtje in Majors Bay in het zuiden van St. Kitts. Deze baai, alleen open naar het zuiden, blijkt volledig
beschut te zijn. We liggen heerlijk rustig, een hele verademing vergeleken met waar we vandaan komen. Soms liggen we hier met
enkele jachten en soms helemaal alleen. Er is hier, behalve een landingsplaats voor een kleine ferry,
eigenlijk helemaal niets, alleen een heel mooi strand.
St. Kitts is een afkorting van St. Christopher. Deze naam, door Columbus gegeven, wordt echter bijna
nooit gebruikt. Zelfs op officiële formulieren staat St. Kitts. Het zuiden van het eiland is vrijwel
onbewoond met een aantal heuvels met baaien her en der eromheen. De heuvels zijn niet al te hoog en dus
nogal droog.
Na een goede nachtrust wandelen we op een tip uit de pilot naar Turtle Bay aan de zuid-oost kant. Er zou
daar een leuk local restaurantje zijn waar we willen lunchen aan het strand. Er was echter niets meer te
bekennen, alleen een nieuwbouwproject van hele luxe leegstaande huizen en een heel erg duur uitziend
restaurant dat gesloten is. Via een gemillimeterd grasgazon liepen we naar het strand dat er niet al te
best bijlag. Ook hier had de swell huisgehouden. We lopen terug om een heuvel heen en gokken op de
ernaast gelegen Cockleshell Bay. Hier komen we tot onze verbazing in een massa bleke zonnebrandsmerende
toeristen op ligstoelen terecht. In een peperduur houten barretje is weliswaar een lunch beschikbaar,
maar we berperken ons maar tot een frisdrankje. Het is hier een enorme bende van weggegooid afval. Dit is
het dus ook niet, vinden wij.
We wandelen maar weer terug naar onze rustige baai en nemen hongerig, van acht kilometer wandelen in de
tropenzon, een hapje aan boord. Tijdens het wandelen vragen vele taxi chauffeurs of we terug willen naar
het cruise-schip. Daar komen al die toeristen dus vandaan. Van een Ier die op St. Kitts woont hoorden we
dat het gehele zuiden wordt ontwikkeld onder de naam Christophe Harbour. Het gevolg is dat het toch al
niet al te mooie heuvellandschap nogal wordt overhoop gehaald. Struikgewas is ontworteld en opzij
gegooid, we zien funderingen en containers die overwoekerd zijn. Een dam naar een groot zoutmeer is
doorgegraven en er zou een jachthaven komen. Er liggen drie boten. De Ier, die aan het Christophe Harbour
project werkt, vertelt dat de ingang steeds wordt uitgegraven en dat die vervolgens even hard weer
instort. Alles lijkt behoorlijk gestagneerd. De crisis die ook hier toeslaat?
Is er dan helemaal niets moois? We genieten van onze baai, het mooie strand en de rust. Er lopen wilde
geiten op de hellingen om ons heen. Tijdens de wandelingen zien we wilde apen, witte vogels en mongooses.
In de baai zwemmen roggen die soms, tot onze verbazing, uit het water springen. We zien ook schildpadden.
Rust in dit merkwaardig stuk “in the nowhere”-land is ook mooi!
De volgende dag gaan we door naar, geloof het of niet, een baai om de hoek die Shitten Bay heet. Dit is
een lunchtime anchorage. Onderweg bakken we een broodje. Na het snorkelen, waarbij we weer veel
bijzondere vissen hebben gezien, eten we onze eigengebakken boterhammen op die heerlijk smaken.
We gaan ankerop en varen weer even verderop naar Whitehouse bay. Hier kunnen we overnachten. Ook hier is
een graafmachine in de weer. Een groot project met villa’s staat hier op het programma. Naast ons liggen
rotsen die tot net onder water reiken. Ertussen ligt een oud wrak. Ook hier snorkelen en zien weer veel
onderwater leven. Na een flinke tijd zonder mogelijkheid om wat verse spullen in te slaan, willen we weer
een keertje naar de supermarkt toe om de bootvoorraad aan te vullen. We besluiten morgen naar de