Pech onderweg

We blijven in Kerteminde liggen, omdat het een aantal dagen heel hard waait en ook nog eens uit het zuiden. Dat is wind tegen, terwijl onder dit soort omstandigheden het water door de Grote Belt wordt gestuwd. Dat levert ook nog eens stroom tegen op. De haven van Kerteminde is vernieuwd en ziet er netjes uit. Het stadje is best leuk, dus het is geen straf om hier een poosje te blijven.











De gastenplaatsen worden aangegeven met een groen bordje. Dat geeft aan dat de eigenaar van die box met vakantie is. We meren af om de volgende dag het bordje op rood te vinden. De havenmeester regelt dat, dus moeten we plaats maken en verhuizen naar de box naast ons. Die is een dag later ook weer rood.
We verhuizen naar de overkant, langszij een kopsteiger waar de plaatsen nog niet zijn ingericht. Er lag eerder ook al een boot, dus het leek ons wel wat. Een ietwat zeurende booteigenaar haalde de havenmeester erbij. Die geeft aan dat we vanaf de palen met de boeg naar de steiger moeten liggen. Dat klopt normaal gesproken wel, maar hier is het nog werk in uitvoering. De bolders om boten aan de voorkant vast te maken zijn er nog niet. Johan probeert nog dispensatie te krijgen, maar men is onverbiddelijk: verhuizen! Dat doen we dus maar. En we zijn niet heel erg verbaasd dat even later een Deense boot op precies dezelfde plek afmeert en er wel mag blijven liggen.

Eindelijk kunnen we verder. We staan weer eens heel vroeg op en gaan met het eerste daglicht zuidwaarts. Daar moeten we eerst de brug over de Grote Belt onderdoor. Die bestaat uit twee delen. De oostelijke kant, meer dan 60 meter hoog is vooral voor de grote scheepvaart. De westelijke kant heeft een doorgang die 18 meter hoog is. De marifoonantenne op onze mast reikt tot 16,9 meter hoogte, dus dat moet kunnen. Je bent hier verplicht om bij een masthoogte van meer dan 15 meter de verkeerscentrale op te roepen. Op kanaal 11 neemt Joke contact op en we krijgen toestemming om onder het westelijke deel door te gaan. Door het perspectief lijkt het van onderaf gezien altijd alsof de mast veel te hoog is. Pas op het laatste moment zie je dat er nog ruimte boven de mast is.






De bestemming is aanvankelijk Lundborg. We hebben weliswaar wind en stroom tegen, maar op de motor en af en toe hulp van een zeil schiet het goed op. We zijn er al om een uur of elf. Daarom besluiten we door te gaan naar Marstal. Dat halen we echter niet. Een heel stuk na Lundborg klinkt er een hard geratel van onderuit de boot. Johan gaat op onderzoek uit. Er is iets met de Python Drive. Dat is de koppeling tussen de motor en de schroefas. Wat nu? Goede raad is duur. Met een rustig toerental kunnen we wel verder, maar helemaal tot Marstal door een aantal hele smalle geultjes met rotsachtige ondieptes aan weerszijden is niet aanlokkelijk meer. We wijken uit naar Svendborg. Dat is een vrij grote stad, dus hopelijk kunnen we daar technische assistentie krijgen.



Johan belt met een Marine Service die dit soort pechgevallen oplost. Het is donderdagmiddag, maar ze hebben maandag pas tijd. Begrijpelijk, het is hoogseizoen dus doen veel mensen een beroep op ze. We sturen en mail en wachten af. Maandag komen ze langs. De diagnose is inderdaad de koppeling naar de schroefas (voor de kenners: een homokinetische aandrijving). Die heeft speling en lijkt het euvel te zijn. Doorvaren is niet aan te raden. Als het op het verkeerde moment misgaat, dan kan het echt gevaarlijk worden. Ze bieden aan om de as eruit te halen en een vervanger te bestellen. Deze zijn op redelijk korte termijn leverbaar.