Vrijdag besluiten we door te gaan. De sluis waar we voor liggen is de laatste die omhoog gaat. We stijgen naar 91,8 meter boven zeeniveau, een hoogterecord voor onze boot! Na Forsvik volgen twee hele smalle stukjes kanaal die destijds met behulp van explosieven uit de rotsen zijn gehakt. Ze zijn letterlijk geen centimeter breder en dieper dan nodig. We komen gelukkig niemand tegen, want zelfs twee jachten kunnen elkaar niet passeren. Officieel zijn er geluidssignalen om aan te kondigen dat je het kanaaltje invaart. We hoeven dat niet te gebruiken, omdat het eerste stukje (genaamd Billströmmen) met lichten door de sluismeester wordt geregeld en het tweede stukje, het Spetnäs Kanal is vrij recht, dus kan je zien of er iemand invaart.
Dan vaar je het Viken meer op. Op de een of andere manier lijkt het ook zichtbaar dat je hier op een behoorlijke hoogte vaart. De omgeving is overal prachtig. Dat kan niet gezegd worden van het weer. Om de haverklap komt er een fikse bui over ons heen. Joke probeert wat te schuilen onder de sprayhood en moet navigeren. De buien ontnemen het zicht op de boeitjes in de verte, maar je moet wel koers houden omdat er links en recht af en toe rotsen aan de oppervlakte liggen.
Johan zit in de regen achter het stuur zich af te vragen hoe leuk het ook alweer is om een vaartocht te maken. Aan het einde van het Viken meer ligt het plaatsje Tätorp. Daar is een sluis die ons slechts 20 centimeter naar beneden brengt. Desondanks moeten we ruim twee uur wachten, omdat er een aantal passagiersboten langs moeten. Gelukkig licht de buurman ons in, zodat we rustig de tijd nemen om met lekkere afbakbroodjes een lunch te maken.
Als we door de sluis zijn volgt er een stuk kanaal door een wat vlakker landschap. Er zijn dan ook geen sluizen, maar wel bruggen. We mikken erop om in het plaatsje Töreboda te overnachten. De voorlaatste brug is een spoorbrug die onmiddellijk opengaat als we eraan komen, maar de brug die erop volgt betreft een drukke weg, dus die bedient niet zo frequent. We moeten 40 minuten wachten, maar er is een prima wachtsteigertje. Nog een klein stukje varen en we meren af aan de lange gastensteiger en houden het koud en nat voor gezien.