Zoals verwacht kunnen we maandag verder. Vanuit Borensberg varen we het meer Boren op. Dat is ongeveer zes mijl lang. De wind staat pal tegen, dus we kunnen geen zeil zetten om een beetje mee te helpen. Aan het einde van het meer is een klein haventje met wachtsteigers voor de vijfvoudige sluistrap Borenshult.
We komen daar om 9.45 uur aan. Een digitale aanduiding laat weten dat de eerstvolgende bediening om 13.00 uur is. De sluismeester komt nog even langs en legt uit dat er nog tien boten liggen te wachten en een passagiersschip moet er ook nog door. Zo’n sluistrap kan niet even heen en weer schutten, zoals een enkele sluis. Dus we wachten rustig af.
Het is inderdaad even na 13.00 uur als we de eerste sluis in kunnen varen. We liggen samen met een grote Finse boot in de sluis. We pakken direct de routine weer op. Joke op de wal met de meerlijnen en Johan aan boord die de lijnen strak houdt met hulp van de lieren. Zo wandelen en varen we de sluizen door.
Er zijn meestal wel wat toeristen die bij zo’n sluizencomplex komen kijken. Joke sprak een mevrouw aan en die beloofde wat foto’s te maken en door te appen, bij het doorgeven van het 06-nummer bleek het een Nederlandse te zijn. Niet veel later kwam er een hele stroom foto’s binnen en ook een leuk filmpje dat goed laat zien hoe alles in zijn werk gaat.
Hierna volgt nog een stuk kanaal met wat bruggen en een enkele sluis. Dan liggen we in Motala. Dat is een vrij grote stad aan het uitgestekte Vättern meer.
We sluiten de dag af met een etentje in de havenkroeg. Een wat luidruchtige gelegenheid, maar het eten was prima.