We blijven nog een dagje voor anker liggen in de baai van Verholmen. We genieten van de rust en gebruiken de tijd ook om voor te bereiden op de tocht door het Göta Kanal. Voor zo’n reis door het kanaal betaal je een aanzienlijk bedrag, maar als je bedenkt dat de overnachtingen en de bediening van 58 sluizen en vele bruggen erbij inzit, dan valt het ook wel weer mee. We registreren en betalen online.
Gedurende de reis door het Caledonisch Kanaal hebben we van Zweedse mensen tips en tricks geleerd over het inrichten van de meerlijnen. Het punt is dat de lijn voor en de lijn achter door één persoon moet kunnen worden bediend, omdat de andere met de uiteinden in de hand aan wal moet meelopen tijdens het invaren van de sluis. Je begint tenslotte met omhoog schutten, dus je vaart een lege sluis in met kale muren waar je geen houvast hebt. We graven even in ons geheugen (en in de foto’s op de telefoontjes) om te kijken hoe we dit ook alweer deden. Johan diept wat lange lijnen op vanuit het achteronder en we richten ons aanmeersysteem in.
Woensdag vertrekken we naar Mem. We hebben wind tegen dus op de motor scharrelen we langs talloze rotsen en eilandjes naar de diepe inham die eindigt bij de sluis. Voor de zekerheid maken we de dieseltank nog even vol bij een jachthaventje met “de laatste pomp voor het kanaal”. Dan varen we door en meren af voor de sluis.
We moeten ons melden bij een kantoortje en krijgen een pakketje met informatie mee en krijgen ook complimenten als ze horen hoe we ons hebben voorbereid. Het gaat allemaal heel relaxed. We nemen een kijkje bij de sluis om even te spieken hoe het verloopt en maken de boot klaar voor het schutten. Dan mogen we een seintje geven aan Embla, de sluismeester. Ze zei “you may wave like crazy” als we er klaar voor zijn.
We zijn de enige boot en met Joke op de kant gaat de boot de sluis in. We krijgen nog wat aanwijzingen hoe precies af te meren. De motor moet uit en dan gaan de deuren dicht en met een flinke stroming in het water gaan we omhoog. Johan houdt de lijnen op de fokkelieren en het begin verloopt heel ontspannen.
Bij de tweede sluis brengen we de groeten over van Embla, omdat haar broer hier de sluismeester is. Hij is verrast als we haar naam correct uitspreken. Ook hier verloopt alles vlot. We moeten nog één sluis door in Söderköping, waar onze eerste stop is. Hier blijven we een paar dagen liggen.