De komende dagen wordt een vrij stevige aflandige wind verwacht. Dat is voor ons een mooie gelegenheid om noordwaarts te gaan. Na enig puzzelen komen we uit op Whitby (ongeveer 150 mijl) of Hartlepool (ongeveer 175 mijl). Whitby kan je alleen aanlopen in een periode van 2 uur voor tot 2 uur na hoog water, omdat de ingang van het riviertje anders te ondiep is. Voor Hartlepool geldt hetzelfde, alleen is het window 4 uur voor en na hoog water. Op zo’n lange afstand is het lastig om te voorspellen hoe laat je aankomt, omdat de getijdestromingen elke 6 uur mee- of juist tegen gaan lopen en de boot afhankelijk is van de windkracht. Het zal ook nog eens zo’n 30 uur duren om 150 mijl af te leggen. Uiteindelijk besluiten we voor Whitby, omdat die 150 mijl haalbaar lijkt en goed aansluit op een gunstig vertrektijdstip vanuit Lowestoft met stroom mee.
Vrijdagochtend 10 juni vragen we via de marifoon de verplichte toestemming om de jachthaven te mogen verlaten. Dit is nodig omdat we in de buitenhaven anders de grote scheepvaart in de weg zitten. We mogen weg en gaan de haven uit naar buiten. Johan stuurt en voor Joke begint dan eerst de race tegen de klok om op de inmiddels flink wiebelende boot de stootwillen en landvasten op te ruimen en vervolgens het grootzeil te hijsen. Johan verleent van achter het stuurwiel zo veel mogelijk assistentie. Hij moet ook op de route letten, omdat er al snel zandbanken voor de haven liggen.
We hijsen de zeilen, laten Arie (de windvaan) sturen en de boot gaat er vandoor met recordsnelheid. Geholpen door de stroom tikken we af en toe zelfs de 10 knopen aan. De wind is vlagerig en varieert tussen de 14 en 25 knopen (windkracht 4 – 6). Johan is steeds aan het werk om de zeilen en de windvaan zo af te stellen dat de boot ongeveer de gewenste koers blijft varen.
Elke zeilboot heeft namelijk de neiging om bij toenemende wind de neus in de wind te draaien en bij afnemende wind het omgekeerde. We lopen zoals gewoonlijk wachten van 3 uur op en 3 uur af, maar het is door de onrustige snelheid behoorlijk lastig om af en toe een beetje slaap te pakken. Ook is er sprake van een soort adrenaline kick, zodat het hoofd eerst tot rust gebracht moet worden voordat er überhaupt sprake is van een beetje slaap vatten. Joke heeft er wat minder last van, maar Johan is veel bezig met het managen van de boot en soms ook de bemanning 😉
De avond breekt aan met een heldere lucht. We varen ook hier regelmatig langs de nodige windfarms, maar kunnen er vrij gemakkelijk tussendoor zigzaggen. Op de AIS zien we Indigo, een Frans zeiljacht dat we heel langzaam oplopen. Op een gegeven moment nemen wij een route buitenom een windfarm en zij binnendoor. Ze voeren kennelijk in de weg voor een zeeschip, want die probeerde ze herhaaldelijk via de marifoon op te roepen. Tevergeefs aangezien ze niet reageerden.
Voorbij de windfarms komen we Indigo weer tegen. Joke moet zelfs nog even uitwijken. Wel grappig om een soort zeilrace te houden via de AIS. Zij kiezen een betere route, want vlak onder de kust liepen ze weer uit. Naderhand zien we op de AIS dat zij naar Hartlepool gingen, maar buiten voor anker gingen, omdat ze het 4-uurs window van die haven hadden gemist.
Een mijl of 15 vóór Whitby besluiten we om een poosje snelheid te minderen, omdat we te snel gaan en wellicht te vroeg bij Whitby arriveren. We lopen één uur voor hoog water Whitby binnen, na 150 mijl met een record snelheid van 6,5 knoop gemiddeld te hebben afgelegd. In de opwinding waren we vergeten dat we geacht worden de havenmeester op te roepen. Als zij ons oproepen op kanaal 16 (het standaard uitluister kanaal) zoekt Joke nog snel even op dat we op marifoonkanaal 11 moeten zijn. Veel havens worden in Engeland door beroepsvaart en pleziervaart aangelopen en dus is het redelijk dat ze verlangen dat we ons netjes aanmelden. De jachthaven van Whitby ligt achter een brug (die ook van 2 uur voor tot 2 uur na hoog water bediend wordt en dan nog slechts eens per half uur). Uiteindelijk worden we netjes opgevangen door de havenmeester van de jachthaven, die ons een plekje toewijst. We liggen wel op de plaats van een grote motorboot. Die komt later terug met de laatste brugopening en moeten we nog even los om vervolgens langszij de motorboot weer af te meren.
Johan is inmiddels een soort zombie door het slaapgebrek, Joke heeft daar minder last van. Het was een gave tocht, maar wel vermoeiend!