Vakantiegevoel in de scheren

We blijven nog twee dagen in Ringsön liggen. Joke en Bas zwemmen zelfs even en we zwerven wat rond met de bijboot. Verder kunnen we een keer met onze Cobb BBQ’en in de kuip, kopen een ijsje bij de langsvarende “boatboy and girl” en relaxen we in de zon.

















Als we weer verder willen gaan, zoeken we wat plekjes op die op ongeveer 35 mijl zuidelijker liggen. We willen nog genieten van de scheren en onderwijl wat mijlen zuidwaarts maken. Ons volgende plekje heet Kupa Klint, genoemd naar een groot baken van op elkaar gestapelde stenen. Dit ligt op een heuveltop en is het oudste nog in gebruik zijnde baken in de oostelijke Baltische Zee.






We vinden bij Kupa Klint weer een mooi plekje om met het hekanker achter de boot af te meren met de boegspriet boven de rotsen. De boegspriet is hier heel handig om af te kunnen stappen op de wal. We beklimmen de heuvel en hebben een prachtig uitzicht over de scheren om Kupa Klint heen.
Op het bordje lezen we dat hier duizend jaar geleden grote schepen langs voeren en sindsdien het land drie meter is gestegen. Tegenwoordig vaart er alleen nog pleziervaart. Het is een wondermooie plek!
Joke en Bas klimmen ’s avonds nog een keer omhoog om de zonsondergang te bekijken.
























De volgende dag gaan weer een stapje verder naar het zuiden. Dit keer naar een eilandje met de naam Krokö, ter hoogte van Västervik. Via een puzzelroute door de rotsen varen we de smalle diepe inham in en zien dat er helemaal niemand ligt. Even gaan we dan toch twijfelen. Het is toch best goed beschut, zou er iets aan de hand zijn? Kunnen we er dan wel liggen? We besluiten dapper te zijn en zelf ons plekje uit te zoeken aan de hand van de beschrijving van de pilot. We zijn nog aan het manoeuvreren om haaks op de wal af te meren als de volgende Zweedse boten al binnenvaren. Mooi zo, als de professionals hier ook komen, dan hoeven we ook niet meer te twijfelen. Er zijn veel waterplanten op de bodem en de eerste keer wil ons hekanker niet echt goed ingraven. Het ligt te los. We gooien de voorlijnen op de wal en halen het anker nog een keer op en gooien het nog verder naar achteren uit. Nu gaat het beter en zijn we tevreden. Dit zal voorlopig onze laatste ankerplek zijn en we vieren dat met een barbeque op de rotsen voor de boot. We hebben een heerlijk rustige avond en genieten van de stilte om ons heen.




















De verse etenswaren zijn weer zo’n beetje op en we besluiten om de volgende dag naar Oskarshamn te gaan. Dit ligt een beetje uit de doorgaande route langs het begin van de Kalmarsund en wordt in de boeken als niet zo aantrekkelijk beschreven. We krijgen echter een positieve indruk. De havenmeester ontvangt ons heel vriendelijk en helpt ons met aanmeren. Oskarshamn heeft een klein oud centrum met houten huisjes en ziet er eigenlijk wel leuk uit. Joke doet de was en Johan en Bas gaan boodschappen doen en komen met goed gevulde tassen weer terug (alhoewel Joke onze twee pakken vanilleyoghurt niet zo’n goed idee vind, waarom niet één vruchtenyoghurt erbij!?).