We maken een wandeling van een kilometer of negen over Omø. We komen welgeteld drie auto’s, twee voetgangers en een fietser tegen. Wat een rust! Het hoogste punt is 24 meter. We hebben daar een aardig uitzicht over het eiland. Het monumentje dat het hoogste punt markeert, ligt in een graanveld. We lopen er voorzichtig heen, om het nog jonge graan niet te beschadigen. Het landschap is verrassend gevarieerd. We lopen langs glooiende graan- en koolzaadvelden, een strand naast de klif, een laaggelegen meer met een moerasachtige omgeving, het kleine dorpje en langs de iets ruigere westkant naar de vuurtoren.
Na een paar boodschappen in het supermarktje wandelen we uiteindelijk weer terug naar de boot.
De weersvooruitzichten blijven aangeven dat er slecht weer aankomt. De volgende dag cocoonen we binnen in de boot, terwijl het vrijwel de hele dag regent met veel wind. Ook in het haventje wordt het onrustig van de “surge” (heen en weer stromen van het water) als gevolg van de grote golven die langs de havenpieren rollen. We hebben hier ervaring mee, omdat we dit verschijnsel kennen van de Atlantische havens. We leggen de boot dus goed vast met veel lijnen. Desondanks slapen we onrustig door de knerpende lijnen en soms het schokken van de boot.
De volgende dag zou er aanvankelijk nog steeds veel wind staan, maar dat leek mee te vallen. Het plan is om nog een dagje te blijven en de was te doen. Het washok is echter op slot. Omø wast vandaag niet door en door schoon! Rond het middaguur besluiten we toch uit te varen. Bijna alle boten waren al weg. We kiezen voor een korte tocht naar het naburige eiland Agersø. Het tochtje van een mijl of tien zeilen we alleen op een half uitgerolde genua. Eenmaal buiten de beschutting van de haven blijkt er toch nog een kleine windkracht zes te staan en loopt de boot op alleen het puntje fok 6 knopen. Als we vrij van Omø zijn, rollen er behoorlijke golven dwars onder de boot door en stuitert en hobbelt de boot als een kermisattractie.
Filmpje van Beluga in de golven:
Uiteindelijk lopen we de haven van Agersø binnen door een hele smalle ingang, met een uitgestrekte ondiepte ernaast. Het gaat allemaal goed en we vinden een prima plekje in de verrassend grote en goed beschutte haven. We liggen weer eens heerlijk rustig.
De volgende ochtend gaat Joke vroeg aan de gang met de was, terwijl Johan de motor controleert en een paar kleine onderhoudsklusjes doet. In de middag maken we een wandeling. Ook hier is de rust weldadig en het glooiende landschap weer mooi. We sluiten vriendschap met drie paarden en lopen omzichtig langs twee stieren. Er zit wel schrikdraad tussen ons en de stieren, maar snappen zij dat ook?
Weer terug aan boord maken we plannen voor de komende tijd. Tim heeft gisteren een vliegticket voor zijn terugreis geboekt. We hebben een aantal opties voor de komende week. Het ziet ernaar uit dat we morgen met een nachttocht in één keer naar Zweden doorvaren. Onderweg zullen we wel zien hoe het loopt, er zijn een paar mogelijkheden voor een tussenstop als dat eventueel nodig is.
Aan het einde van de dag komt er een grote rolwolk aan, we leggen nog een paar extra lijnen uit. Gelukkig viel het mee met de wind en is de boot ook weer schoongespoeld.