Non-stop de Duitse bocht door

De weersvooruitzichten voor de komende dagen zijn niet ideaal, maar ze beloven tot dinsdagnacht rustig weer. Daarna zal de wind in de Duitse Bocht flink toenemen. We besluiten door te gaan naar Makkum, waar we aan het begin van de avond voor anker gaan bij Kornwerderzand. Onderweg was het warm en vrijwel windstil, dus kwam er weer een enorme muggenplaag uit het IJsselmeer tevoorschijn. Aan het einde van de dag lagen overal grote bergen dode muggen in het gangboord. Genoeg reden voor ons om te verlangen naar zout water!



Na een laatste controle van het weerbericht besluiten we om vanuit Makkum in één keer te sprong naar Cuxhaven te gaan wagen. Een afstand van 180 mijl, met een verwachte aankomst in de nacht van dinsdag. We moeten eerst door de Lorentz sluis. Het is druk en een aantal voordringers zorgen voor de onvermijdelijke puinhoop. Wij sluiten achterin de sluis aan. Voor ons is een stevige discussie gaande, omdat de ergste brokkenpiloot tegen een aantal boten is gevaren en schade heeft veroorzaakt.
Als ze de sluis uitvaren liggen ze nog steeds aan elkaar gebonden en gaan langzaam aan naar de kant, ongetwijfeld om de verzekeringsgegevens uit te wisselen. Wij moeten het daarom rustig aan doen en zijn genoodzaakt om een opdringerige boot aan te manen een heel klein beetje afstand te houden.

We gaan nog even bij Harlingen de haven in om het roertje van de windvaan op te hangen in het water. We varen uit en zijn benieuwd hoe het zal gaan. Met een flinke wind tegen gaan we tussen Terschelling en Vlieland de zee op.






Eenmaal op zee kunnen we een tijdlang zeilen, terwijl Arie, de trouwe windvaan, stuurt. We komen al snel in het wachtritme. De wind neemt in de avond en nacht af en we moeten op de motor verder, terwijl de nieuwe stuurautomaat het sturen overneemt van Arie.






We houden de weerberichten in de gaten, met name waar de onweersbuien worden verwacht. In onze omgeving is niets aan de hand. Het wordt wel af en toe mistig, maar met hulp van de AIS en de radar blijft alles onder controle.
Om de beurt slapen we alledrie prima. Het weer blijft zich keurig aan de verwachtingen houden, we krijgen dus wat zwakke tegenwind. Maar al met al blijft het rustig.

Tim vist de gegevens van passerende schepen op uit de AIS. Joke heeft brooddeeg gemaakt en Johan bakt het brood.






De boot ploegt voort en de volgende nacht dient zich aan. In donker verkennen we de boeien van de Elbegeul en zonder problemen lopen we om kwart voor twee ’s nachts Cuxhaven binnen. We zijn redelijk moe, maar wel heel tevreden. Voor Tim is het extra leuk, omdat we zijn vakantiedagen niet verwaaid in een tussenliggende haven hoeven door te brengen. Dinsdag zeilen we op het fokje een winderige en hobbelige Elbe op naar Brunsbüttel. In het wachtgebied voor de sluis moet de motor flink aan het werk om de boot op zijn plek te houden tegen de wind en stroming in. Johan ziet 29 knopen op de windmeter, we zijn blij dat we niet meer op zee zitten. Bij het binnenvaren van de sluis, zien we de golven binnenrollen en moeten we helemaal achterin afmeren om een beetje rustig te kunnen liggen. Even later leggen we aan in het haventje en trakteren onszelf op een etentje.





Woensdag varen we het Noord-Oostzee-kanaal op. Na 65 kilometer kanaal varen we de Ober Eidersee op en stoppen in de jachthaven in Rendsburg. Het waait heel hard, de verwachte storm op de Noordzee is inderdaad gekomen. Het is nog even spannend om de box in te varen met de sterke dwarswind, maar ook dat klusje klaren we goed. Tijd om te proosten en morgen een rustdagje in Rendsburg!