Nachttocht van Póvoa do Varzim naar Nazaré

Momenteel is er noordelijke wind, een gebruikelijk weerbeeld hier. Door de effecten van het opwarmen van het land overdag en afkoelen ’s nachts, begint de wind langs de kust eerst oostelijk, draait dan naar het noorden tot noordwesten en neemt vanaf een uur of drie ’s middags fors toe tot meestal windkracht 5 tot 6, soms nog iets meer. In de loop van de nacht neemt de wind af tot zwak en in de ochtend begint het feest opnieuw met oostelijke wind. Dit hele fenomeen wordt Nortada genoemd (de Portugese Noord). Op onze tocht hadden we een schoolvoorbeeld van dit verschijnsel.

We begonnen om 10 uur ’s ochtends met een noordoosten wind, die we benutten om schuin weg van de kust te varen met de twee fokken op. We willen afstand nemen van de kust. Langs de Portugese kust komen namelijk ontelbare visstaken voor. Dit zijn op zijn best stokjes met een drijver en een of meer vlaggetjes eraan. Op zijn slechtst een drijvende jerrycan of soms zelfs wat takken. Daaronder loopt een lijn tot op de bodem (tot soms 100 meter diep!) met aan het einde iets om vis of kreeft te vangen.







Overdag zijn ze al heel slecht te zien, ’s nachts kan je het helemaal vergeten om ze te zien. Als je er overheen vaart is de kans aanwezig dat het touw verward raakt in de schroef en de motor niet meer bruikbaar is. Je hebt dan een behoorlijk probleem bij het aanlopen van de volgende haven. Bij daglicht moesten we al twee keer uitwijken voor zo’n ding recht voor de boot. Hoe moet dat dan ’s nachts? Joke vond het op Minesweeper lijken, overal waren vlaggetjes net als in het bekende pc-spelletje. Het plan was om ’s nachts ver genoeg uit de kust te zijn om de visstaken te vermijden. Bovendien zetten we tijdens het zeilen de schroef stil, zodat er niet zo gauw iets in verward kan raken.

Alhoewel we op grote afstand van de kust nog steeds enkele staken zagen vonden we het welletjes. De wind ging eerst even liggen en begon vervolgens van achter te komen. We rolden de kotterfok in en zetten de genua op de fokkeboom.





De windvaan stuurt en zo voer de boot in de steeds toenemende wind parallel aan de kust op een mijl of 15 afstand. Die 15 mijl kregen we overigens zonder veel om te varen, omdat de kustlijn in een langgerekte bocht terugwijkt.
Rond zonsondergang kregen we weer bezoek van dolfijnen. Sommige sprongen uit een golftop en kwamen zo behoorlijk hoog. Bas zag er een voor de boot hoger dan de boegspriet uitkomen. Het blijft fascinerend om ze te zien!

De boot vaart goed voor de wind, maar slingert behoorlijk. Dat komt door een ander verschijnsel: de deining. Dit zijn golven die ver weg zijn ontstaan in (storm-) depressies. Behalve de windgolven heb je daar ook mee te maken. Deze kunnen soms zo hoog zijn dat sommige havens worden gesloten. De golfhoogte wordt hier dan ook in twee delen opgegeven in de weerberichten: de deining en de lokale windgolven. De deining viel vandaag mee, maar kwam wel dwars in. De boot maakt hierdoor regelmatig behoorlijke schuivers. Dit is weer een nieuwe beweging voor ons gedurende de nacht. We hebben daardoor allemaal slecht geslapen.

Om middernacht moest de fokkeboom naar de andere kant worden gezet, omdat de wind om middernacht was gedraaid. Johan en Tim werken op het voordek, in het lichtschijnsel van het deklicht.





Joke neemt de lijnen in de kuip voor haar rekening en Bas stuurt. Even geen slaap voor degenen die geen wacht hadden. Later kunnen we dit wellicht met minder mensen, maar we zijn nog steeds aan het leren hoe dit zo goed mogelijk aan te pakken op een slingerende boot.

Als het licht wordt wijzigen we koers en sturen op de bestemming aan. Langzaam komt de baai van Nazaré in zicht en om 11 uur meren we af.









Nadat we eerst aan de brandstofsteiger konden tanken (dat was al een poosje geleden, zo vaak komen we die luxe niet meer tegen), gaan we naar het haventje voor bezoekers. We worden opgevangen door Captain M.F. Hadley en zijn vrouw Sally. Met de marifoon roepen ze ons op en dirigeren ze ons naar een ligplaats in de kleine haven. Ze runnen hier de haven en verzorgen de formaliteiten. Ze ontvangen ons aan boord van hun schip, twee zeer charmante en inmiddels behoorlijk op leeftijd zijnde mensen. Het is een mooie baai, morgen gaan we het hier bekijken. Nu eerst tijd voor een welverdiende siësta.