Johan moet nog even langs een huisarts hier voor een klein medisch dingetje (alles ok!) en we doen ook weer boodschappen voor de komende dagen en de was. Joke heeft een leuk adresje gespot waar lokaal stof wordt geweven. We mogen zelfs een kijkje nemen bij de 50 jaar oude weefmachines en nemen de tijd om uitgebreid in het winkeltje rond te snuffelen.
Maar dan is het tijd voor het belangrijkste moment: Midsommer. Dat is een nationale feestdag met allerlei festiviteiten, dus dat willen we ook wel een meemaken. Het belooft ook nog eens een mooie zonnige dag te worden!
Centraal in het feest staat een meiboom. Dit is een lange paal die wordt bekleed met eikenbladeren, waar ook twee hoepels versierd met bloemen aan hangen. We kijken ’s morgens toe hoe vrijwilligers dit aanpakken.
Om twee uur ’s middags wordt de meiboom opgericht en komt een dansgroep in klederdracht aan.
Ze geven een voorstelling van diverse traditionele dansen. Daarna verzamelt het publiek zich om de meiboom.
Men zingt en danst om de boom op de maat van allerlei traditionele liedjes. De beroemdste is de “little frog song”. Wij hebben ons voorbereid door de tekst te leren en de bewegingen die erbij horen. Heerlijk maf die Zweden!
Joke stort zich in het feestgedruis en zingt lekker mee
Het gaat er allemaal heel gemoedelijk en gezellig aan toe. Söderköping wordt wel de ijsjes-hoofdstad genoemd, dus gaan we tegen het einde van de festiviteiten langs een plaatselijk beroemde ijstent. Het terras zit helemaal vol en er staat een flinke rij te wachten. Het valt echter mee. Het stroomt redelijk door en niet lang daarna genieten we van een heerlijke coupe ijs, met allerlei sausjes, nootjes en slagroom.
Direct tegenover de boot is een 60 meter hoge rots met een uitzichtpunt. Om de overvloedige ijsmaaltijd te laten zakken besluiten we daar naar toe te wandelen. Een lange trap leidt ernaar toe en boven hebben we een mooi uitzicht op de stad en zien we de boot liggen.
Zaterdag is het bewolkt en regenachtig, dus blijven we nog wat rondhangen, werken de blog bij en kijken naar de F1 kwalificatie. Morgen gaan we weer verder. Er komt een stuk aan met maar liefste twaalf sluizen en een paar nauwe passages. We zijn benieuwd!
Begin van het Göta kanaal
We blijven nog een dagje voor anker liggen in de baai van Verholmen. We genieten van de rust en gebruiken de tijd ook om voor te bereiden op de tocht door het Göta Kanal. Voor zo’n reis door het kanaal betaal je een aanzienlijk bedrag, maar als je bedenkt dat de overnachtingen en de bediening van 58 sluizen en vele bruggen erbij inzit, dan valt het ook wel weer mee. We registreren en betalen online.
Gedurende de reis door het Caledonisch Kanaal hebben we van Zweedse mensen tips en tricks geleerd over het inrichten van de meerlijnen. Het punt is dat de lijn voor en de lijn achter door één persoon moet kunnen worden bediend, omdat de andere met de uiteinden in de hand aan wal moet meelopen tijdens het invaren van de sluis. Je begint tenslotte met omhoog schutten, dus je vaart een lege sluis in met kale muren waar je geen houvast hebt. We graven even in ons geheugen (en in de foto’s op de telefoontjes) om te kijken hoe we dit ook alweer deden. Johan diept wat lange lijnen op vanuit het achteronder en we richten ons aanmeersysteem in.
Woensdag vertrekken we naar Mem. We hebben wind tegen dus op de motor scharrelen we langs talloze rotsen en eilandjes naar de diepe inham die eindigt bij de sluis. Voor de zekerheid maken we de dieseltank nog even vol bij een jachthaventje met “de laatste pomp voor het kanaal”. Dan varen we door en meren af voor de sluis.
We moeten ons melden bij een kantoortje en krijgen een pakketje met informatie mee en krijgen ook complimenten als ze horen hoe we ons hebben voorbereid. Het gaat allemaal heel relaxed. We nemen een kijkje bij de sluis om even te spieken hoe het verloopt en maken de boot klaar voor het schutten. Dan mogen we een seintje geven aan Embla, de sluismeester. Ze zei “you may wave like crazy” als we er klaar voor zijn.
We zijn de enige boot en met Joke op de kant gaat de boot de sluis in. We krijgen nog wat aanwijzingen hoe precies af te meren. De motor moet uit en dan gaan de deuren dicht en met een flinke stroming in het water gaan we omhoog. Johan houdt de lijnen op de fokkelieren en het begin verloopt heel ontspannen.
Bij de tweede sluis brengen we de groeten over van Embla, omdat haar broer hier de sluismeester is. Hij is verrast als we haar naam correct uitspreken. Ook hier verloopt alles vlot. We moeten nog één sluis door in Söderköping, waar onze eerste stop is. Hier blijven we een paar dagen liggen.
Risö
Maandag halen we het anker op. De ketting en het anker zitten onder de modder, maar dat zijn we wel gewend. Het doel vandaag is Verholmsskären. Daar is een beschutte ankerplek in het noorden van het eiland Risö. De tocht gaat weer tussen talloze rotsen en eilandjes door, maar dit keer kunnen we profiteren van een beetje wind mee. We zetten de genua erbij en de motor kan uit.
Het gaat niet hard, maar we hoeven maar een mijl of 12 vandaag. Het is een bijzondere beleving om hier onder zeil te varen. Er is nauwelijks zeegang en je hoort de vogels fluiten. Er lopen wat schapen op een heel klein eilandje, die we ontdekken nadat we ze eerst hoorden blaten.
Vroeg in de middag koersen we het baaitje in en laten het anker vallen. Als we klaar zijn en naar binnen gaan om de lunch klaar te maken begint het te regenen. Na de lunch breekt de zon door en kunnen we in de kuip van de rust genieten. Het is heerlijk stil en we horen voor het eerst een koekoek. Joke vermaakt zich met de verrekijker en spot diverse watervogels. Als het aan het einde van de middag weer betrekt is het toch tijd om te gaan koken, dus het enigszins wisselvallige weer deert ons niet.
We willen hier morgen blijven en woensdag door naar Mem, waar het avontuur in het Götakanaal gaat beginnen!
Harstena
De volgende ochtend gaan we door naar ons eerste ankerplekje in de Zweedse scheren. We varen de haven uit en koersen langs een beboeide route naar zee. De koers loopt aan de oostkant dicht langs de scherenkust. Als er wat wind komt, kan de fok worden uitgerold om een beetje mee te helpen. Het blijft bij motorzeilen. Het laatste stuk is enigszins een puzzelroute tussen talloze rotsen, eilandjes en ondieptes. Met het kalme weer en de goed functionerende elektronische kaart op de telefoontjes is het geen probleem.
We hebben op de elektronische kaart zitten speuren naar wat leuke plekjes. Dit keer hebben we ons oog laten vallen op Harstena, een diepe inham in een klein eiland. Het is van alle kanten beschut, dus het wisselvallige weer kan ons niet deren. Via een hele smalle ingang komen we achterin de baai en laten het anker vallen. We zijn nu nog de enige boot hier. Dat blijft niet zo, maar het wordt niet druk.
We blijven er drie nachten. Zondag is het goed wandelweer, dus doet de bijboot weer eens dienst. Er is een heel klein dorpje op het eiland met een restaurant en een winkel. Die zijn beide nog gesloten omdat het seizoen nog moet beginnen. Rondwandelend hebben komen we op plekjes met een mooi uitzicht over de scheren en over de baai. ’s Avonds komt er een front langs met regen en windstoten, maar dankzij de hoge bomen om ons heen hebben we er geen last van.
Er is genoeg ruimte om aan de rotsen af te meren met een hekanker, of gewoon in het midden te ankeren. Desondanks moet Johan een Duitser aanspreken die het nodig vond om zo ongeveer bovenop ons anker te gaan liggen. Later ging hij toch maar verkassen. De eerste weken lag de nadruk soms op mijlen maken. Daarom gunnen we ons nu de tijd om even tot rust te komen in de Zweedse scheren.
Västervik
We maken ’s Ochtends om 05.30u los en varen om naar de brandstof steiger. We hebben na de mislukte pogingen van de vorige keer de truc nu wel ontdekt en kunnen de tank vullen. Het is nog vrijwel windstil en varen op de motor de haven uit. In het begin is het nog even opletten om de boeitjes en rotsen aan de juiste kant te passeren.
De bestemming is Västervik. De tocht erheen is verder kalmpjes. Motorzeilen met de genua erbij en de stuurautomaat neemt ons het werk uit handen. We zijn zeven jaar geleden ook in Västervik geweest. De haven is vernieuwd. De gastensteigers liggen nu aan de linkerkant. Het ziet er keurig uit en we worden zowaar ontvangen door Björn de havenmeester. Dat gebeurt tegenwoordig niet zo veel meer.
Joke gaat wat boodschappen doen. Onderweg ontdekt ze een dönertentje, waar we later gaan eten. We herkennen tijdens de wandeling nog een aantal plekken. Zo is er een stenen beeld van een zeehond die we destijds ook op de foto hebben gezet. Na enig graven in de archieven blijkt ons geheugen nog helemaal te kloppen.
Poekie de Tourguide
Joke verricht weer haar speurwerk op internet en vindt een leuke bestemming om te gaan ontdekken: Stensjö By. Dat is een heel oud dorpje, dat als Zweeds cultureel erfgoed is aangemerkt. Om er te komen moeten we eerst een paar haltes met de bus en vervolgens nog een kilometer of twee wandelen door een mooi gebied.
Het dorpje is geheel gerestaureerd en laat een kleine boerengemeenschap zien uit de 18e en 19e eeuw. Als we aankomen rusten we even uit en krijgen meteen gezelschap van een kat die spinnend kennis komt maken en zelfs op schoot komt. We wandelen door het dorpje en wat blijkt: onze kat wijst de weg, dus doopt Johan hem Poekie de Tourguide.
Je mag hier in diverse huisjes een kijkje nemen. Zo kan je zien hoe men vroeger vlas verwerkte, diervoer verzamelde voor de winter en eten verbouwde in de zomer. Als we nog een ommetje maken in de omgeving loopt Poekie weer met ons mee. We vermaken ons prima met zijn gezelschap.
Er is één cafeetje, waar we van een kop koffie en een aantal zweedse lekkernijen genieten. Het is nog steeds mooi weer, ondanks de onheilspellende weersverwachtingen. Er vallen slechts een paar druppels regen. We wandelen weer terug naar de bushalte en doen nog een boodschapje in Oskarshamn.
Morgen willen we door naar Västervik. Dat wordt weer een vroege wekker!
Oskarshamn, deel 2
Het is momenteel een beetje twijfelachtige weersverwachting, harde windstoten en onweersbuien. Zondag blijven we lekker binnen, teveel regen, wind en kou naar ons idee. We zitten met extra truien en dekentjes om ons heen. Maandag toch maar op pad met muts, handschoenen en sjaal om proviand in te slaan.
Vanaf dinsdag is het nog wel koud, maar verder prima weer om iets te gaan ondernemen. We besluiten om naar de stadshaven van Oskarshamn te gaan. Er is daar een brandstofsteiger, dus gaan we daar even langs om te tanken. Dachten we. We snappen niet hoe het werkt. Dat leverde een heleboel gecancelde pintransacties op. Na een telefoontje komt de eigenaar even langs. Maar net als we kunnen tanken loopt het weer mis. De tijd tussen pinnen en tanken mag maar één minuut zijn en Johan kreeg de slang net niet op tijd aan boord. Vervolgens ging de pinautomaat op slot. De bank vindt al die gecancelde transacties niet leuk en verbreekt nu zelf de verbinding. De vriendelijke medewerker biedt nog aan om de volgende ochtend langs te komen, maar we hebben inmiddels de truc afgekeken en proberen het later nog wel eens.
De stadshaven is een stuk dichterbij de winkels, dus maken we van de gelegenheid gebruik om boodschappen te doen. Johan heeft ook een nieuwe spijkerbroek nodig. Dat lukt in een jeanswinkel die ze in de aanbieding heeft.
Oskarshamn
Als we de weersverwachting nog eens bestuderen, dan lijkt het mogelijk om morgen, zaterdag, nog een volgende stap te maken. Zondag en maandag is het waarschijnlijk te slecht weer. Daarom bereiden we ons voor om de komende ochtend weer voor dag en dauw uit de veren te gaan en door te gaan naar Oskarshamn.
We staan weer vroeg op en varen uit, er is nauwelijks wind.
Voor de middag worden nogal heftige windstoten voorspeld, dus we mikken erop om bijtijds in Oskarshamn aan te komen. De tocht verloopt verder zonder bijzonderheden, wel bijna helemaal op de motor. Maar ja, het weer is momenteel behoorlijk van slag, dus moeten we de gelegenheid om te kunnen varen toch maar pakken.
Oskarshamn heeft een stadshaventje, maar ook iets ten oosten een verenigingshaven, Oskarshamn Ernemar genaamd. We besluiten daarop te mikken. Aan het einde van de ruime inham waarin die haven ligt, is een gastensteiger met stroom en water. Officieel moet je hier weer bow to afmeren, maar er ligt nog niemand. De verwachte harde dwarswind zou ons vermoedelijk weer in de problemen brengen met boeitjes waar onze boot te zwaar voor is. Dus meren we een beetje “aso” gewoon langszij af met de neus in de wind.
Later komen er nog twee Duitsers die voor ons ook langszij afmeren. Dus we vinden het wel best zo. Klaar voor een of twee dagen cocoonen met kou regen en harde wind. Maar ook met een F1 raceweekend, we vermaken ons wel!
Karlskrona – Kalmar
We blijven een dag extra in Karlskrona vanwege de harde wind. Bijna alles is gesloten vanwege Dag van de Zweedse vlag, een officiële feestdag. We gaan ’s middags rondwandelen op het terrein van het Naval Museum en drinken een kopje thee en koffie met iets lekkers. De plaatselijke mussen landen zowat op ons bord, ze weten precies waar ze de overgebleven kruimeltjes moeten vinden.
De komende dagen komt er slecht weer aan, kou, veel wind en regelmatig regen. Daarom willen we een flinke stap noordwaards maken. Het doel is Kalmar, een tocht van 60 mijl vanaf Karlskrona. De wekker gaat om 04.40 uur en niet lang daarna varen we uit. Het begint rustig als we nog in het uitgebreide havengebied van Karlskrona varen.
Eenmaal buiten wordt het onrustig. Nog altijd weinig wind, maar wel forse golven. Met het grootzeil als steun klotsen we op de motor voort.
De koers gaat eerst zuid en dan zuidoost met een boog om de ondieptes en eilanden heen. Daarna ronden we de zuidoostpunt van Zweden en gaan naar het noorden. De Zweedse kustwacht waarschuwt al maanden voor GPS verstoringen in dit gebied. Het signaal wordt door de Russen regelmatig gejamd, oftewel met storende radiosignalen onbruikbaar gemaakt. Er is zelfs een website voor opgericht, die het in kaart brengt op basis van actuele meldingen vanuit de burgerluchtvaart. Onze koers gaat vlak langs zo’n zone waar het signaal verstoord wordt. Gelukkig blijft onze GPS werken en kunnen we eenvoudig navigeren. Johan heeft voor de zekerheid wat kompaskoersen genoteerd en alvast wat maatregelen bedacht voor het geval de GPS het toch laat afweten. Het blijft bizar hoe een land het nodig vindt om op deze manier het water- en luchtverkeer te pesten.
Als we tussen het vaste land en Öland varen komt er, zoals verwacht wat wind. We strijken het grootzeil en kunnen we met alleen de genua uitgerold prima zeilen. Na verloop van tijd komen er flinke windstoten, dus moeten we met enig geworstel de genua wat inrollen om het beheersbaar te houden. Er staan nog steeds flinke golven, maar eenmaal onder zeil kan de windvaan goed sturen.
We hebben hier ook een flinke stroom mee, dus al met al schiet het lekker op. Eenmaal in Kalmar meren we “bow to” af met boei aan de achterkant en lijnen naar de steiger aan de voorkant. De boei pikken we op met een speciale haak, die we zeven jaar geleden hier in Kalmar voor dit doel hebben gekocht.
Het was een tocht waarbij we veel in actie moesten komen en zijn nogal moe. Daarom gunnen we ons de guilty pleasure om voor één keer in de naburige MacDonalds een hapje te eten. ’s Avonds vermaken we ons met het TV programma “Over de Oceaan”. Het is leuk om te zien hoe herkenbaar die belevenissen zijn. Het laat zien hoe lastig gewone taken zijn op zo’n bewegende boot en hoe die tocht op de gevoelens inspeelt. We voelen, twaalf jaar na dato, nog steeds de voldoening dat we dat destijds toch maar hebben geflikt!
Karlskrona
Vanaf Tjärö is het ongeveer 25 mijl naar onze volgende bestemming, Karlskrona. We scharrelen tussen de rotsen en eilandjes door naar open water en hopen weer op het fokje te kunnen zeilen. Er staat echter heel weinig wind en desondanks een flinke deining dwars op de boot. Het levert een hoop geklapper en weinig snelheid op.
De motor gaat daarom een poosje bij. Op het laatste stuk draait de wind en neemt wat toe, zodat er toch nog gezeild kan worden. Even voor Karlskrona komt een militair vaartuig op ons af en gaat op korte afstand met ons mee varen. De bemanning deelt mee dat er schietoefeningen worden gehouden met live munitie en dat we wat meer noordelijk moeten sturen om de “danger zone” te ontwijken. Onze koers buigt toch al af, dus dat is geen probleem. Desgevraagd bevestigt hij dat we gewoon door kunnen varen naar Karlskrona.
Even later komt de grote Stena Line ferry naar Gdynia (Polen) de haven uit. Ook hier gaan ze achteraan. Op de marifoon horen we de oproep en zelfs de grote ferry moet naar koers 123 graden gaan om de “danger zone” te ontwijken. We zien het schip van koers veranderen. Na verloop van tijd horen we inderdaad de doffe knallen van geschut achter ons. Het doet ons weer eens beseffen dat wat betreft militaire activiteiten inmiddels helemaal niet zo ver van Rusland af zitten. Eigenlijk geeft het wel een veilig gevoel dat men actief is en de boel in de gaten houdt.
Karlskrona is een grote stad, gebouwd op een aantal eilanden. Elke stadswijk heeft een ander eiland. Veel eilanden zijn natuurlijk verbonden met bruggen. De haven is hier belangrijk, niet alleen vanuit het oogpunt van economische activiteiten, maar ook voor de marine. We zien een aantal oorlogsschepen liggen en één vaart dicht langs ons heen.
De volgende dag maken we een leuke wandeling, doen wat boodschappen en plannen het vervolg van onze tocht. Er staat vandaag heel veel wind en dat is morgen niet veel beter. Havens aan de oostkust van Zweden zijn niet heel dik bezaaid en erg klein en ook nog eens relatief ondiep. De waterstand staat nog altijd zo’n 50 tot 80 centimeter onder normaal. Diverse boten van locals met een vaste ligplaats dicht bij de wal liggen aan de grond.
Wellicht gaan we ons opmaken voor een lange tocht van zo’n 60 mijl naar Kalmar!