Snorkelen in het donker

Tim en Bas hadden al een tijdje het idee om een keer in het donker na zonsondergang te snorkelen. We

hadden verwacht dat we bij Anguilla een leuke plek hadden kunnen vinden, maar helaas het water was erg

troebel. Bij Grand Case, Sint Maarten hebben we echter meer geluk: er is een rots, Rocher Creole, die

een beschermt baaitje vormt waar moorings liggen.
Bij aankomst in Grand Case waren we al eventjes langs de rots geweest om er te snorkelen en we vonden

dat deze plek geschikt was voor onze nachtelijke snorkeltrip.

Joke besluit toch om mee te gaan en om half acht vinden we dat het donker genoeg is (de zon gaat om half

zeven onder). We stappen in de dinghy en varen zo’n 12 minuten van Grand Case naar Rocher Creole. Daar

aangekomen is het even zoeken, maar we vinden toch een mooring, achteraf bleek dat er nog een aantal

dichterbij waren maarja… in het donker zie je niet zo heel veel. Rocher Creole lijkt in verhouding

veel groter dan overdag, terwijl andere rotsen weer kleiner lijken. We vinden het toch wel spannend, het

donkere water is toch niet zo super aantrekkelijk en toen we aan kwamen varen sprongen er een hoop

vissen om ons heen, een roofvogel komt ook nog even kijken wie er een nachtelijk bezoek brengt aan

Rocher Creole.
Tim en Bas gaan als eerste het water in en vinden uit dat er een heleboel kleine visjes op de lamp

afkomen en ook tegen je aan zwemmen. Het zijn er zoveel dat je er af en toe helemaal gek van wordt. De

grote vissen zijn echter schuwer en blijven liever uit het licht. Overdag heb je bepaalde vissen,

genaamd Sergeant Major, die in tientallen om je heen zwemmen, ’s nachts is het water echter vrij leeg.







Ze zitten voornamelijk tussen koraal en onder rotsjes, ook zij zoeken dus een holletje op. Verder zien

we nog een stuk of 7 Caribbean Reef Squid (inktvis) en nog een aantal andere grote vissen.
Het valt ons eigenlijk tegen dat er relatief weinig te zien valt. Ook de verhoudingen onder water zijn

heel anders: je denkt dat je veel dichterbij de rotsen bent dan dat het in werkelijkheid is, het lijkt

veel ondieper en sommige stenen zijn groter of juist kleiner. Na zo’n drie kwartier te hebben gezwommen

gaan we terug naar de dinghy en gaan Bas en Joke nog een klein halfuurtje zwemmen. Na nog geen 20 meter

te hebben gezwommen zien we een slapende Parrotfish met nog een kleinere vis, die onder zijn vin ligt te

slapen. We roepen Tim terug en laten ook hem nog
even dit wonderlijke spektakel zien.








We gaan weer verder en zien niet heel veel meer, slechts een aantal grotere vissen en natuurlijk de

hele hoop kleintjes om de lamp heen. Om een uur of tien zijn we weer terug op de Beluga en besluiten we

dat dit een hele leuke ervaring is geweest, maar om het nou vaker te doen… misschien wel een nachtduik

met een instructeur erbij. Ook is het plan om de volgende dag nog even met zijn vieren te gaan snorkelen

voordat we terug naar Marigot Bay gaan.

Rond half negen in de ochtend worden we wakker geroepen door de Port Police. Wat krijgen we nou weer? We

krijgen te horen dat we in de weg liggen voor de aanloop van het vliegveld. Er hebben al meerdere

vliegtuigen geklaagd over een bootje dat in de weg ligt. Uhm… oké, we gaan maar meteen weg. Bas haalt

nog even een paar baguettes terwijl de rest alvast het anker ophaalt. Bas komt precies terug als de

anderen net klaar zijn en na de dinghy vast te hebben gemaakt gaan we weer naar Rocher Creole. Het is

maar een klein stukje varen en we zijn er dan ook snel.





We springen in het water en zien weer een heleboel mooie dingen. Johan ziet onder andere een murene, een

porcupinefish en enkele angelfishes. Tim en Bas vinden een Great Barracuda en twee schildpadden en

natuurlijk zien we allemaal nog een hoop ander koraal.















Na de lunch gaan Tim, Bas en Joke weer snorkelen en zien een groep duikers die ze van het begin tot en

met het eind volgen. Zo gaan we redelijk ver, zwemmen tussen behoorlijke golven en zien we mooie vissen.

We ‘freediven’ (duiken zonder flessen en als je adem nodig hebt ga je weer naar boven) naar de duikers

toe en de duikers zijn dan ook behoorlijk verbaast als Tim en Bas langs komen op 10 meter diepte. Eén

duiker heeft een onderwater camera en maakt een foto van Bas.

Joke ziet een rare vis wat echter een Porkfish blijkt te zijn, deze vis komt zelden voor in de Carieb.

Op de terugtocht zien Tim en Bas een Hogfish. Dit is een vis met drie lange stekels op zijn kop, als Tim

en Bas ernaartoe duiken zien ze hem van een rode kleur naar een wit/grijze kleur veranderen… heel

bijzonder en gaaf om te zien.



Gran Case

Op het fokje varen we door naar Gran Case, eveneens aan de franse kant van Sint Maarten. Aan de noordkant van de baai ligt Roche Creole (volgens de Imray kaart heet die Roche Crole), waarvan staat aangegeven dat je daar aan de zuidkant kan ankeren en leuk kan snorkelen. Het blijkt dat er inmiddels moorings liggen. Van de gele moorings mogen we er een oppikken, wel zo makkelijk.

We springen overboord en zwemmen naar de rots. In eerste instantie lijkt het een beetje saai, maar naar mate we langer rondkijken zien we veel vissen die we nog nooit eerder hebben gezien. Ook is het koraal hier en daar heel mooi. Er vaart zelfs een glass-bottom boot af en aan met toeristen van de cruiseschepen uit Philipsburg.




























Na de snorkel actie lunchen we en varen de baai van Gran Case in. Er is weinig swell, dus kunnen we rustig ankeren. We hebben een paar maanden geleden besloten dat we omstreeks 7 mei willen vertrekken van Sint Maarten voor de grote oversteek naar de Azoren. We maken nu een week of twee pas op de plaats om dit voor te bereiden en om tussendoor Sint Maarten te bekijken. Deze tijd besteden we aan een grondige controle van de boot, onderhoud, inventariseren en herbevoorraden. We hebben een klussenlijst van zo’n 35 punten. We doen dit nu, mocht een controle iets aan het licht brengen, dan hebben we nog de tijd om het op te lossen.

We prijzen ons gelukkig dat we tot op heden nog geen enkel probleem hebben gehad. We zijn gezond, de boot vertoont geen enkel mankement. De controles leiden steeds tot de conclusie dat er niets mis is. Omdat we zoveel zelf hebben gewerkt aan de boot, ook constructieve delen hebben verbeterd en aangebracht, kijken we extra scherp. Alles is echter nog als nieuw. Geen haarscheurtje te bekennen. De boot is net zo solide als toen we uit Wassenaar vertrokken. Ook hebben we tot op heden geen enkele lekkage onderin, zelfs niet bij de schroefas. De bilges (laagste punt waar het water zich verzamelt) zijn zowel voorin als achterin volkomen droog. Alle elektrische aansluitingen glimmen nog als nieuw. Geen oxidatie te bekennen. Kortom “even afkloppen” en vooralsnog tevreden constateren dat onze vier jaar werk en voorbereiding zich nu lijken te lonen.















De komende dagen zijn we nog zoet met verdere checks en onderhoud. Ook willen we een autootje huren om de boodschappen te doen en rond te kijken. Als alles goed gaat hebben we de laatste paar weken dan verder vrij om nog wat rond te toeren. Wellicht nog naar Sint Barts, de jongens willen graag nog een keer naar Saba om te duiken, we zien wel.

Marigot Bay, St. Martin (France)

We zijn weer op St. Maarten, dat in tweeën is gedeeld. Een frans deel en een nederlands deel. Deze keer

ankeren we bij het franse deel, bij het stadje Marigot. Als we ingeklaard zijn gaan we het Fort Louis

bekijken. Het fort bestaat nu uit de restanten van het in 1789 gebouwde fort dat de stad moest

beschermen tegen de britse invasie. Vanaf het hoogste punt hebben we een fraai uitzicht over de baai en

het Lagoon. Ver onder ons zien we Beluga liggen in het blauwe-groene water. De Fransen hadden vanaf hier

inderdaad een goed overzicht over de aankomende Britten, hetgeen ook tot een overwinning van de Fransen

heeft geleid volgens de informatieve borden die bij het fort staan.





















Als we ’s middags even in het water duiken om af te koelen, zien we een Great Barracuda zwemmen die ons

af en toe volgt. Als Bas achter een andere vis aan is gezwommen en zich omkeert staat hij oog in oog met

de barracuda, hij schrikt zich een hoedje. Later zwemt de barracuda rond de boot en kunnen we veel

details zien.







Via e-mail maken we een afspraak met de Mero, da’s nog niet zo eenvoudig als het klinkt omdat we op de

boot geen wifi-verbinding hebben. ’s Avonds bij een restaurantje kunnen we een mailtje sturen en de

volgende dag roepen we ze op via de marifoon. Bij de supermarkt halen we weer een mailtje op met de

coordinaten van hun ankerplaats. Tim gaat in de nog steeds ietwat lekke dingy het Lagoon op en de rest

wandelt de afstand van ruim 4 kilometer. Er is veel bebouwing langs het water, waardoor het moeilijk in

te schatten is waar we zijn. Met de GPS van ons mobieltje komen we uiteindelijk op de goede plek

terecht. Gelukkig zien we net Tim komen aanvaren als we door de bush naar de waterkant zijn gelopen. Met

z’n vieren tuffen we naar de Mero.
We kletsen gezellig bij, we hebben elkaar in Mindelo (begin december) voor het laatst gezien. Even later

schuift ook Joris van de Cedo Nulli aan. We drinken koffie en lunchen met z’n allen in de kuip. Heerlijk

om de verhalen van de anderen te horen. Een paar uur later gaan we weer richting Beluga, Bas gaat met de

dingy en de anderen lopen het eind en doen onderweg nog boodschappen. Als we weer op de boot zijn, zijn

we moe en voldaan. Even op visite gaan is hier toch heel wat vermoeiender dan in Nederland.



















De volgende dag willen we een stukje doorvaren, naar de baai van Gran Case. Er is daar een rots die veelbelovend lijkt om te gaan snorkelen.

Relaxen op Anguilla (met foto’s)

Tweede Paasdag varen we van Crocus Bay weer naar Road Bay, het waait stevig en alleen op de kotterfok al zeilen we lekker voor de wind. In de beschutting van Anguilla hebben we al windkracht 6, we schatten dat het op open zee windkracht 7 waait. Als we bijna bij Road Bay zijn, zien we de start van een zeilwedstrijd van locale boten uit Anguilla. Het zijn open boten met een bemanning van zo’n 15 personen. Het enorme grootzeil valt ons op, de giek steekt meters achter de boten uit.
De oorsprong van deze boten ligt in 1700 toen mensen van Anguilla gingen werken op suikerplantages in de Dominicaanse Republiek. Anguilla is behoorlijk oud en plat en heeft weinig vruchtbare grond. De plantages die hier aangelegd werden leverden dus te weinig op. Het zeilen van en naar de Dominicaanse Republiek groeide uit tot de nationale sport van Anguilla: wedstrijdzeilen.

Als we even later in de baai voor anker liggen zien we de eerste boten met schade binnenkomen, een met gebroken mast, een verbogen mast en een gescheurde fok. Later blijkt er nog een boot gezonken te zijn, gelukkig is ie weer boven water gehaald door duikers. Van de zeven gestarte boten hebben er drie de finish gehaald, een enerverende start van het wedstrijdseizoen van Anguilla. En, zoals wij al hadden opgemerkt, het waaide ongebruikelijk hard.



















De volgende dag waait het nog iets steviger, we besluiten om lekker nog een dagje te blijven liggen. Bas doet een practicum scheikunde en maakt gebruik van de goede internetverbinding. We checken alvast uit, omdat we morgen naar Marigot willen gaan, aan de Franse kant van Sint Maarten.
Anguilla is het laatste eiland dat we aandoen waar de munteenheid de East Carribean Dollar is. We maken onze laatste EC’s op door uit eten te gaan bij Ripples, een restaurant gerund door de Engelse Jacquie. We genieten van een heerlijke maaltijd met cocktails en de Engelse humor van Jacquie.

Road bay en Crocus bay zijn prima ankerplekken, maar je moet bijna volledig op de bootvoorraad leven. De door de pilot beloofde supermarkt bij Road bay is gesloten en staat te huur. Een mini-winkeltje met weinig meer dan wat brood is alles wat resteert. Een supermarkt is heel ver lopen, niet zo aantrekkelijk als je ook wat bronwater of frisdrank wil meenemen.

Op Anguilla is niet zo heel veel te zien, het eiland is vrij laag en droog. Het meest aantrekkelijk zijn de baaien met lange stranden en de afgelegen ankerplekken aan de noordkant zoals Dog Island, Prickley Pears en Sandy Island. Helaas hebben ze vrijwel alle baaien en ankerplekken tot Marine Park benoemd of gewoon tot verboden gebied. Wellicht goed voor de natuurbescherming, maar een prijs van ruim 50 US dollar per dag (verplichte permit en mooring fee) is wel erg absurd in onze ogen. We laten het dus maar bij Sandy Island en Little Bay en hebben de tijd verder besteed aan enkele klussen, relaxen aan boord en genieten van de mooie kleur van het water.






Vrolijk Pasen vanuit Anguilla

We hebben zojuist hier aan boord met een heuse paasbrunch gehad, compleet met gekookte eitjes. Het was een beetje improviseren, want hier op het eiland is geen enkel paasdingetje te vinden. Johan en Tim hebben gisteren cocoscandy gemaakt en zelf een zandkoek (in de koekenpan) gebakken. Tim had chocoladeblokjes in de koelkast gedaan en zo hadden we met enige fantasie toch lekkere chocolade paaseitjes.
Het weer is bijna Nederlands, het is bewolkt en gisteravond en vanmorgen heeft het de hele tijd geregend. Voor ons doen is het zelfs fris hier, maar nog lang niet zo koud als in Nederland.




Anguilla

Maandagochtend om 8 uur gooien we los van de mooring bij Saba, we vinden het jammer om het eiland achter

ons te laten. Samen met Dominica is dit tot nu toe onze favoriet. De jongens hopen hier nog eens een

duik te kunnen maken.
We hebben een prima zeiltocht en na 27 mijl ankeren we ’s middags in Simson Bay bij St. Maarten. Wat een

verschil met Saba, hier zien we mega-jachten en veel grote vakantiehotels. Elke tien minuten land of

vertrekt er een vliegtuig, wat soms gepaard gaat met een hoop herrie.







We bespreken wat we de komende tijd verder gaan doen, toch nog naar de Virgins of hier rondscharrelen.

Uiteindelijk is het besluit om de volgende dag naar Anguilla te gaan en daarna naar het Franse deel van

St. Maarten, St. Barths en misschien nog een keer Saba als de wind meezit en er weinig swell is.








De volgende ochtend varen we wederom 27 mijl en ankeren we in Road Bay bij Anguilla. We blijven hier een

dagje liggen, zodat Bas wat achterstallig schoolwerk kan doen. Het is opmerkelijk dat op de wat armere

eilanden altijd meteen wifi hebben en op de wat rijkere, zoals St. Maarten, geen onbeveiligde

netwerkverbinding kunnen maken. Tim en Joke gaan naar de supermarkt zo’n 3 km verderop. Onderweg krijgen ze een lift aangeboden, toevallig komt dezelfde man weer langs als ze op de terugweg beladen met boodschappen de hoofdweg weer inslaan. Voor de dingy-steiger worden ze met een vriendelijke glimlach afgezet, da’s nog eens makkelijk boodschappen doen.








Anguilla heeft de mooiste plekken tot marine park verheven. We halen een cruising permit en betalen de

fee voor de mooring waar je helaas alleen overdag aan mag liggen. Donderdag zijn we vroeg op en varen

naar Sandy Island. Beluga leggen we aan een mooring buiten het rif en met de bijboot varen we door

dingy-pass, best nog wel spannend met al die brekers rondom ons.
We zijn alleen op het kleine eilandje en scharrelen een tijdje rond. We zien veel afgebroken koraal, een

gevolg van de hurricane’s. Johan vindt een stukje spons en we zien veel takjes koraal en kleine

schelpjes.
Als de eerste dagjesmensen arriveren gaan we snorkelen, dat valt een beetje tegen door het matige zicht.

Bas spot wel een Dwarf Wrasse, volgens ons boekje een zeldzaam exemplaar hier in de Carieb.


























Na het snorkelen hebben we het wel gezien en we besluiten naar Little Bay te gaan, het volgende marine

park plekje.

Bij Pelican Point schijnt een prachtige snorkelplek te zijn, we varen er met de dingy naar toe en zien

de pelikanen al op de rotsen zitten. Door de noordelijke swell is het helaas ook hier niet helder, soms

lijkt het wel of je in de mist zwemt. Het ziet er prachtig uit en we hopen dat de swell de komende dagen

afneemt, dan kunnen we er nog een keer naar toe. Joke spot een Queen Triggerfish, met prachtige lijnen

rondom zijn ogen. De meeste foto’s die we maken zijn wazig door het aanwezige fijne zand. Tim haalt een

handje zand van de bodem en laat het rondzweven in het water. Als stof dwarrelt het rond en schittert in

de zon.






















Omdat we niet mogen overnachten in het marine park, schuiven we een stukje op en ankeren in Crocus

Bay.
De volgende dag gaan Joke en Tim boodschappen doen. Met de dingy maken we een perfecte strandlanding en

lopen naar het stadje The Valley, de hoofstad van Anguilla. In onze ogen is het niet echt een stad, hier

en daar staan wat huizen. De mensen zijn bijzonder vriendelijk, ze zeggen spontaan goedendag en we

worden geholpen om de weg te vinden naar de supermarkt.







Nieuwe blogs

We zijn vandaag op Anguilla gearriveerd en hebben weer wifi-verbinding gevonden. Hier onder staan vier nieuwe blogs van Statia, Saba en het duiken en snorkelen. Bas heeft voor het eerst een verhaal geschreven met als onderwerp het duiken op Saba.
Veel leesplezier.

Duiken op Saba

Van te voren wisten we al dat we bij Saba een duik wilden maken. Zodra we aankomen in Fort Bay op Saba gaan Johan en Joke aan wal om in te klaren, een taxitour af te spreken en om natuurlijk een duikafspraak te maken. Bij de duikschool ‘Saba Divers’ komen ze de bemanning van de Cedo Nulli tegen. Zij hebben bij Diamond Rock gedoken en ze vonden het toch wel een van de mooiste duiken die ze gemaakt hebben. Johan en Joke nemen even contact op via de handmarifoon en we besluiten dat wij dan ook graag bij Diamond Rock willen duiken, als anderen zo positief zijn moet het toch wel erg mooi zijn!

Twee dagen later worden we opgehaald van Beluga in Wells Bay (vanwege de ongunstige golven zijn we om de hoek gaan liggen waar het een stuk rustiger is).








De eerste duik bij Hot springs is een echte ‘privé’ duik, alleen de instructrice en wij tweeën maken de duik. Omdat we relatief weinig duiken hebben gemaakt en slechts Open Water Divers zijn verwacht men dat wij snel door onze lucht heen zijn en dat we nog wel wat hulp nodig hebben tijdens het duiken. De lucht is echter geen probleem meer voor ons, de duik duurde zo’n 50 minuten en we hadden nog 90 van de 200 bar lucht over! Ook ziet Bas een stingray (rog), twee gespikkelde kreeften, een schildpad en een school tarpons (roofvissen die variëren van ongeveer een halve meter tot twee en een halve meter). Tim ziet onder andere een van de grootste murenes die we tot nu toe gezien hebben en een porcupinefish (een vis met witte lipjes en een lichaam dat naar achter toe smaller wordt).De instructrice laat ons onder andere schelpjes zien met een soort huid die ze terugtrekken als je de huid aanraakt. De vulkaan van Saba is nog steeds een beetje actief en bij deze duikplek kan je dat voelen door je handen in het zand te steken. De eerste keer voel je de warmte slechts miniem, bij de tweede keer voel je toch wel duidelijk de warmte en bij de derde keer is het zand zelfs gekleurd door de zwavel. Als je bij de laatste keer je handen in het zand stopt en vervolgens weer terugtrekt is het water toch wel erg koud, en dat bij een water temperatuur van zo’n 27 graden!

Na de duik krijgen we een compliment over ons luchtgebruik ‘Did you guys breath at all!?’ en ook over de manier waarop wij duiken. Onze instructrice vond het een aangename en leuke duik: ‘A good, slow and relaxing dive, oh, and you’ve got very good eyes also by the way’. Dit soort complimentjes vinden wij toch wel erg leuk om te horen, ze verwachten blijkbaar iets anders van beginnende duikers.
Na deze duik varen we naar de haven in Fort Bay waar we vier Duitsers ophalen. Bij de bespreking voor de tweede duik krijgen we te horen dat we niet naar Diamond Rock gaan omdat de motor van het bootje problemen met de koeling heeft. Ze beloven ons echter wel dat deze duikplek (‘Tent Reef Wall’) ook heel erg mooi is en dat deze duik normaal gesproken voornamelijk wordt gedaan met meer ervaren duikers die ook dieper mogen duiken. Als we dit horen denken we dat we dan misschien toch wel geluk hebben dat de motor niet helemaal goed functioneert.

Deze tweede duik is een rechte muur naar beneden, de muur begint op zo’n 17 meter en gaat tot zo’n 35 meter diep. Het plan is dat de vier Duitsers samen met de instructeur gaan en dat wij met de instructrice iets minder diep gaan aangezien we al een duik hadden gemaakt.
Als we naar beneden duiken zien we al vrij snel de bodem in dit heldere water en als we bij de muur aankomen verbazen we ons over de felle en heldere kleuren koraal en sponzen. We zien vooral veel lionfish, een grote krab, een murene en Fairy Basslets (die zwemmen vaak met hun buik naar de rotsen toe waardoor ze ook wel is ondersteboven zwemmen).





Bovendien zien we een Blacktip Shark zwemmen op de bodem en horen we zelfs nog walvissen! Als we iets ondieper gaan zwemmen zien we nog een grote platvis die goed is in camouflage.

Na afloop kan de andere groep duikers maar niet geloven dat wij een haai hebben gezien en zij niet. Dan hebben we toch wel veel mazzel gehad dat we hier hebben gedoken!

Well’s Bay, Saba

Normaal is Fort Baai veel rustiger, maar nu liggen we hier rustig. Tim en Bas maken een duik en Johan en Joke gaan met de dingy naar Torrens Point, de noordwest punt van Saba. Het is hier adembenemend mooi en ruig. Als er enige swell zou staan is het hier levensgevaarlijk, maar nu is het zo rustig dat we tussen de rotsen door kunnen zwemmen en zelfs door een natuurlijke rotsboog kunnen. We zien veel bijzondere vissen, zelfs een kleine haai! Prachtige kleuren gevormd door koraal, sponzen, zeeanemonen lichten onder ons in de zonnestralen. Het water is hier glashelder en we schatten dat we zo’n 25 meter ver kunnen kijken. We maken weer heel veel foto’s.





























Als Tim, Bas en Joke ’s middags nog een keer gaan snorkelen zien ze in de verte het grote Nederlandse marieneschip weer varen.
Joke toont hun de natuurlijke doorgang van Torrens Point. Net als we erdoorheen gaan komen we terecht in een breker, met een noodgang worden we naar voren geduwd en vervolgens weer teruggespoeld. Als we omkijken zien we nogmaals een breker, de jongens kijken om zich heen en zwemmen naar rustiger water. Joke tolt nog wat rond, stoot haar knie en zwemt op het geroep van Bas af. Geschrokken kijken we om ons heen, even later zegt Tim dat het de golven van het marineschip waren die we ruim 10 minuten eerder ver weg zagen varen.






















Je ligt hier ook weer onbeschut als de deining of de wind meer noordelijk gaat draaien. Aangezien dat wordt verwacht gaan we morgen weer weg, ditmaal met het gevoel dat we nog veel langer hadden willen blijven. Wat is Saba een fascinerend eiland!
Als de volgende dag om half zeven de wekker gaat valt de swell nog mee, we besluiten om nog een dagje te blijven en weer te gaan snorkelen! Joke en Bas krijgen al gauw een Nurse Shark te zien, ietsie kleiner dan de jongens tot nu toe gezien hebben. Bas gaat terug naar de boot om het fototoestel te halen en Joke blijft boven de haai zwemmen (wel op een afstandje hoor). Tim gaat ook mee en gelukkig ligt de haai er nog, de jongens kunnen hem nu goed in detail bekijken. We zijn blij dat we nog een dagje zijn gebleven.