Bagenkop

Er is weinig wind als we Heiligenhafen uitvaren, maar eenmaal uit de geul kunnen we toch onder zeil gaan voor de oversteek naar Denemarken. De bestemming is Bagenkop, een charmant oud vissersplaatsje aan de zuidpunt van het eiland Langeland.
We kunnen zo’n tweederde van de afstand zeilen. Als in de scheepvaartroute de wind wegvalt, starten we de motor. Na verloop van tijd moeten de zeilen helemaal weg. Met de hulp van de AIS steken we vrij gemakkelijk de scheepvaartroute over en zeven uur na vertrek uit Heiligenhafen meren we af in Bagenkop. We liggen aanvankelijk alleen aan een kopsteiger, maar binnen een half uur zijn alle boxen bezet.






Er zijn een soort halfopen BBQ-hutjes waar allemaal bejaarden hebben plaatsgenomen. Ze eten smakelijk van alle hapjes die ze hebben meegenomen en er is live muziek. De Deense versie van “Daar in het kleine café aan de haven” hoempapaat in vele varianten over de steigers. Onze buurman vraagt met veel interesse wat voor boot wij hebben. Ze vinden het een prachtig schip en vertellen dat ze naar zoiets op zoek zijn. De vrouw van de buurman is heel geinteresseerd en stelt vele gerichte vragen. We nodigen haar uit om een kijkje aan boord te nemen en ze vindt het prachtig. Wij zijn ervan overtuigd dat ze serieus geïnteresseerd zouden zijn als Beluga te koop had gelegen.



We blijven een dag in Bagenkop en maken een leuke wandeling. We beklimmen nog een toren met een leuk uitzicht over de haven.



















We sluiten de dag af met een barbeque op een van de talloze zitjes die hiervoor rond de haven aanwezig zijn. Het is mooi weer en het weerbericht laat zien dat het voorlopig zo blijft.










Rustig de zomer tegemoet

Op 22 juni gaat Beluga weer te water. Wij zijn een dag eerder al met de trein aangekomen in het stadje Burg auf Fehmarn. Na een heerlijke maaltijd bij restaurant Netti’s overnachten we bij een “zimmer frei”, beide hadden we al ontdekt toen we eind april aan het klussen waren. Eind van de volgende ochtend is het zover, Beluga drijft eindelijk weer.






Daarna begint een klusperiode, we hebben vier dagen nodig om alles op te tuigen, in te richten, op te ruimen en de laatste boodschappen te doen. De eerste drie dagen stormt het, pas aan het einde van de derde dag gaat de wind liggen en kunnen de zeilen erop. In het kleine haventje van Burgstaaken doet de havenmeester zijn best om ons een plekje te geven. Omdat ook wat vissers en een vrachtschip een plek moeten krijgen, moeten we in vier dagen wel vijf keer verkassen. Maar ach, een beetje oefenen met aanmeren kan ook geen kwaad.






De 26’ste kunnen we weg. We willen eigenlijk naar het noord-oosten, en uiteindelijk naar het Götakanal, maar het wordt mooi weer, met als keerzijde dat er voorlopig geen wind is of noord-oostenwind. We mogen natuurlijk niet klagen, maar het plan moet de komende tijd wel anders worden. Daarom zetten we koers naar Heiligenhafen. Een korte tocht, maar we kunnen het grootste deel wel zeilen. Ten opzichte van vorig jaar loopt de boot zeker zo’n 15% sneller, omdat het onderwaterschip geen aangroei meer heeft. Al die plantjes en schelpen onder de boot remmen behoorlijk af. Het is een verademing om weer met zes knopen te zeilen bij een zeer matige wind. Het is een mooie oefening om er weer in te komen en te testen of alles er goed op staat.






Tevreden meren we in de loop van de middag af in Heiligenhafen. De zon breekt door de nevel heen en het wordt nog mooi weer.






Zoals de windverwachting er nu uitziet, zullen we morgen eerst oversteken naar Denemarken en daar de komende dagen wat gaan rondscharrelen. We houden de optie om richting het Götakanal te gaan nog wel open, maar dat hangt sterk af van de weersontwikkeling de komende weken. Eigenlijk precies zoals het hoort op een zeilboot: we zien wel waar de wind ons brengt!

By the Ocean we Unite: inspirerend!

Joke kwam op Facebook een actie tegen over plastic afval in de oceanen. Met een foto van onze manier van afvalscheiding aan boord tijdens ons Rondje Atlantic, wonnen we twee kaartjes voor een lezing, documentaire en film over de oceaan. Dit werd georganiseerd door een jonge actieve stichting: By Ocean we Unite. Zij verrichten onderzoek en maken het publiek bekend met de vervuiling van plastic in onze oceanen. Wij weten uit eigen ervaring dat dit echt waar is. We hebben de vervuiling letterlijk om ons heen gezien op de meest afgelegen plaatsen! Vooral daarom vonden we deze middag zo inspirerend dat we dit goede initiatief graag willen steunen met een bericht op onze website. We hopen hier ons steentje mee bij te dragen aan bekendheid met het werk van deze stichting en het bewustzijn dat we met zijn allen echt de manier van omgaan met plastic afval zullen moeten veranderen.

Graag nodigen we jullie uit om eens een kijkje te nemen op de website van By Ocean we Unite of op de Facebook-pagina van By Ocean we Unite.

Ons milieu is vaak in het nieuws. De opwarming van de aarde, weersverschijnselen die steeds extremer worden, luchtvervuiling en ga zo maar door. Wat veel mensen nog niet beseffen is dat het gebruik van plastic ook grote gevolgen heeft. Op onze atlantische zeilreis hebben wij dat met eigen ogen gezien. Al op Porto Santo zagen we een rand van kleine plastic korrels als zand in de branding rond spoelen. Het goudkleurige strand bevat kleine plastic deeltjes in allerlei kleuren. Op zo’n afgelegen eiland is pijnlijk zichtbaar wat de gevolgen zijn van ons zorgeloos omgaan met plastic afval. Het komt in zee, breekt af in steeds kleinere stukjes, maar verdwijnt nooit helemaal. Het komt in de voedselketen en daarmee uiteindelijk ook weer bij onszelf terecht.



Ook tijdens het oversteken van de oceaan hebben we veel plastic zien drijven. Op de terugweg, aan de rand van de Sargasso Zee (een soort gigantische draaikolk midden op de Atlantische Oceaan) zagen we plastic verward in het zeewier dat daar drijft. Dat zijn juist ook de plaatsen waar het zeeleven zich bevindt. Zo zagen we een jonge zeeschildpad tussen het wier, en dus ook tussen het plastic, zwemmen.



Wij kregen vaak de vraag hoe we met huishoudelijk afval omgingen tijdens de oversteken. We leefden met vier personen aan boord en vooral van verpakte voedselvoorraden komt veel afval. Wij gooiden alleen iets overboord als het volgens ons geen kwaad kan, bijvoorbeeld glas. Een chemicus heeft ons uitgelegd dat glas voornamelijk uit silicium bestaat, net zoals zand, gesteente en dergelijke. Dat houdt in dat het feitelijk een natuurlijk geheel vormt met de bodem en om die reden niet schadelijk is. Uiteraard hielden we ook glas aan boord op de kortere oversteken en zeker ook als de waterdiepte minder dan enkele kilometers was. Plastic overboord gooien was streng verboden. Maar hoe moet je dat dan bewaren? Opengemaakte verpakkingen van voedsel worden vies en gaan stinken. Onze oplossing was om in een paar lege petflessen alles te verzamelen. We knipten de verpakkingen in kleine stukjes en propten die in de petflessen. Met de dop erop zijn ze goed afgesloten en na aankomst in de haven konden we ze op een verantwoorde plaats als afval aanbieden. Zo hebben wij ons steentje bijgedragen aan het verantwoordelijk omgaan met de oceaan.



Fehmarn, einde en begin

Er staat vrijdag een briesje uit het westen, mooi om op het fokje naar Fehmarn te zeilen. Het is druk in de haven als we uit de box wegvaren, veel zeilers wilen profiteren van een mooie zeildag. Fehmarn is een eiland, dat door een spoorbrug en een autobrug is verbonden met het vasteland. De bruggen zijn 22 meter hoog, dus ruim voldoende voor onze mast (Beluga reikt tot 17,9 meter boven de waterlijn). Nadat we onder de brug door zijn gevaren moeten we nog door een vrij smalle geul naar het zuidoosten, voordat we naar het noorden kunnen afbuigen. Onze bestemming is Burgtiefe, wat aan een soort binnenmeer ligt.










Dit is het einde van de reis, Op Fehmarn zijn diverse werven die winterstalling aanbieden. Op aanraden van bekenden hebben wij de firma Weilandt uitgekozen. Zaterdag melden we ons aan en maken we een afspraak om op woensdag de 30e uit het water gehesen te worden. We krijgen nog een paar mooie zomerse dagen, wat prachtig uitkomt om gelijk aan de slag te gaan om de boot klaar te maken voor de winter. We halen de zeilen van de boot en vouwen die netjes op. De bijboot wordt schoongemaakt, de schroefas gesmeerd, voorraden en kleding gesorteerd, de watertanks worden schoon en leeg gemaakt enzovoort. We hebben meer dan genoeg tijd en kunnen tussentijds nog gezellig met Henk en Marga bijkletsen, want hun boot gaat hier ook de kant op.













Woensdag is het zo ver, we varen naar de overkant van het binnenmeer, naar Burgstaaken. Daar staat de hijskraan waarmee het gaat gebeuren. De achterstag, de kraanlijn en de lazy jacks moeten we wel weghalen, om plaats te bieden aan de hijsinstallatie die boven de boot komt te hangen. Men haalt hier enkele honderden boten per jaar uit het water, dus alles gaat heel professioneel en zorgvuldig. Na korte tijd zweeft onze Beluga hoog boven de grond en wordt op een bok gezet. Deze wordt met een speciale trailer opgetild en met een tractor gaat het hele spul naar het terrein waar alle boten worden neergezet voor de winter.






Wij moeten, nadat het onderwaterschip met een hogedrukreiniger is schoongespoten, meteen aan de slag. Op veel plaatsen zitten pokken (een soort schelpdiertjes) vast aan de boot. Die moeten we met een plamuurmes eraf schrapen. We ruimen de laatste spullen op en pakken onze bagage. Henk en Marga hebben een appartementje geregeld vlak bij het station in Burg (de hoofdstad van Fehmarn). We nemen afscheid en wandelen naar het appartement. We gaan nog een keertje uit eten en proosten op de goede afloop en een mooie zomer in de Baltic.
















Einde van de reis, maar tevens ook het begin van een nieuwe. In de winter gaan we plannen maken en volgend jaar vertrekken we uit Fehmarn voor nieuwe Oostzee-avonturen!

Heiligenhafen

We blijven nog twee extra dagen in Ærøskøbing liggen. De wind blijft hard doorstaan en de beoogde volgende bestemming, Bagenkop, ligt aan lagerwal. Met de gratis bus gaan we naar Marstal, waar we een wandeling maken. Net als Ærøskøbing is het ook hier leuk om alle oude huisjes te bekijken. Het is woensdag als we uiteindelijk vertrekken. In plaats van heel harde wind is het nu windstil, maar wel zonnig, dus dat maakt veel goed. We varen eerst via een aantal geultjes langs diverse eilandjes. Joke ziet een klein zeehondje op een rots en kan hem met de verrekijker goed in beeld krijgen.










Als we Bagenkop naderen bekijkt Johan nog eens de laatste update van het weerbericht. Dat ziet er heel ongunstig uit voor de komende week. Op basis daarvan besluiten we om door te varen en de oversteek te maken naar Duitsland. Eigenlijk vinden we het lastig om dit besluit te nemen, maar op basis van de weersinformatie van dit moment is het wel verstandig om door te gaan. We worden beloond met drie bruinvissen, waarvan er twee samen zwemmen. Ze komen op ongeveer tachtig meter afstand van ons langs, dankzij het vlakke water zijn ze goed zichtbaar.



We willen nog niet meteen naar Fehmarn, dus kiezen we Heiligenhafen als bestemming. Het gaat vlot, we hebben het grootse deel van de tocht stroom mee. Rond half zes komen we aan en na enig zoeken vinden we een plekje in de grote haven. De jachthaven ligt in een grote natuurlijke haven achter een uitgestekte landtong met een waddenachtig natuurgebied, waar we achter onze boot een mooi uitzicht op hebben. Als we een enorm kabaal van opvliegende vogels horen kijken we verbaasd op. De oorzaak blijkt een soort kruising tussen een zeppelin en een heteluchtballon, met een cabine eronder en een motor die een propellor aandrijft. De vogels denken dat het een soort roofvogel is en met duizenden vliegen ze luid krijsend op. Wij vinden het niet zo verstandig om precies over dit natuurgebied te vliegen. Het duurt lang voordat de rust weerkeert.






We blijven donderdag liggen en maken een wandeling door het leuke stadje. Joke heeft de dop van onze oude en inmiddels zwart geblakerde fluitketel over boord laten vallen, dus hebben we een goede aanleiding om op zoek te gaan naar een nieuwe. Joke vindt ook een kapper en wil onderhand wel weer eens de haren geknipt hebben. ’s Avonds gaan we uit eten om de aankomst in Duitsland te vieren. Het blijkt een heel gezellig restaurant te zijn met eenvoudig eten, maar wel van goede kwaliteit. Het personeel is ook gemotiveerd en vriendelijk. Na de maaltijd wandelen we de pier op die een eind de zee insteekt. Het is een populaire plaats om te trouwen. Aan een muur hangen de namen van de stellen die hier getrouwd zijn in 2016 en 2017, bijgewerkt tot vandaag!






We verwachten morgen door te gaan naar Fehmarn, onze eindbestemming voor deze zomer.

Herfst?

We blijven nog een dag in Lohals, wandelen door het bos aan de noordkant en doen wat boodschappen. Als de volgende dag de wind naar het westen is gedraaid, besluiten we te vertrekken. We kunnen een aardig stuk zuidwaarts zeilen. De bestemming is Svendborg. Het vaarwater tussen de eilanden is daar vrij smal en we moeten dus tussen de boeitjes blijven, omdat het buiten de geul erg ondiep is. Er staat hier vrij veel stroom, gelukkig voor ons in de goede richting. Svendborg is een vrij grote stad en we verwachten er niet veel van. Gelukkig viel het dit keer reuze mee, het ziet er heel aardig uit. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Nakskov en Stubbekøbing is Svendborg levendig en gezellig.













De wind draait naar het zuiden, wat voor het vervolg van onze reis niet gunstig is. Reden genoeg om nog een poosje in Svendborg te blijven. Het wordt ook behoorlijk wisselvallig weer, harde wind en regen beginnen steeds meer in de weerberichten te komen. Na twee dagen is de zuidenwind wat minder geworden en besluiten we om toch maar door te gaan naar Ærøskøbing. Het is 15 mijl op de motor en we komen al vroeg aan. We vinden weer een prima ligplaats in de jachthaven.






Voor weekeinde wordt er veel wind en regen verwacht, dus blijven we weer liggen. Er resteren nog twee niet al te lange dagtochten naar Fehmarn, maar de vooruitzichten lijken, zelfs op de lange termijn niet erg gunstig. We vermaken ons wel op het eiland. Tussen de buien door maken we zaterdag een wandeling door Ærøskøbing. Het dorpje is erg leuk en heeft grotendeels het karakter van vroegere tijden behouden. Je waant je hier zo’n 200 jaar terug in de tijd, het is verbazend dat het zo goed bewaard is gebleven.




















Er rijd hier elk uur een gratis bus over het eiland Ærø die de belangrijkste plaatsen verbind: Ærøskøbing, Marstal en Søby. Zondag is er weer veel wind en regen, dus besluiten we een rondje eiland met de bus te doen. De bus gaat eerst naar Marstal aan de zuidoost punt van het eiland en vervolgens naar Søby aan de noordwestelijke kant. We stappen daar uit en wandelen wat rond. Als de regen weer los barst vinden we een bakker waar we van een kop koffie en een croissant genieten. Om drie uur melden we ons weer bij de bushalte. We hadden echter over het hoofd gezien dat de volgende bus pas een uur later rijdt, na een middagpauze, dus gaan we te voet langs de busroute om een paar kilometer verderop weer op te stappen. Gelukkig hebben we onze paraplu’s bij ons, want we krijgen behoorlijke plensbuien over ons heen. Halverwege het stuk wat we willen wandelen is er ook een bushalte. Het was even droog, maar dan begint het nog eens extra hard te regenen. Johan heeft er genoeg van en we gaan in de bushalte schuilen en wachten een half uurtje op de volgende bus. Achter ons is een weide met schapen, die allemaal in een hok schuilen. Ook lopen er Alpaca’s (een soort mini Lama’s), die heel stoer gewoon in de regen blijven staan.













We zijn blij dat we naar buiten zijn gegaan en onze portie beweging weer hebben gehad. Het weer lijkt de komende dagen tijdelijk op te knappen, maar voor maandag geldt eerst nog een stormwaarschuwing, west-noordwest 7. Wellicht kunnen we dan toch nog richting Marstal varen.



Change of plan

De volgende ochtend zijn we een poosje zoet alles wat we van sloten hebben voorzien weer toegankelijk te maken en alle lijnen stuk voor stuk los te maken. Na een uurtje kunnen we uitvaren. Er is nauwelijks wind, dus de motor moet het meeste werk doen. We gaan naar Agersø, waar we Henk en Marga ontmoeten met de Seeryp! Johan ziet ze in de verte varen en zij liggen al in de haven als wij daar ook arriveren. Er is plaats genoeg aan de langssteiger, wat in de kleine haven wel fijn is, omdat onze boten naar Deense begrippen vrij groot zijn.






Het is een mooie avond, dus kunnen we gezamelijk genieten van een lekkere maaltijd op de Cobb. Bijna alle Deense havens hebben daar picknick plaatsen voor ingericht. Onderwijl kletsen we bij met Henk en Marga. Bijzonder om ze hier te ontmoeten!






De volgende dag doen we boodschappen en rommelen wat aan boord. ’s Avonds eten we met zijn vieren aan boord van de Seeryp. Marga vroeg gisteren waarom we eigenlijk weer terug naar Nederland willen gaan. We hebben daar niet echt een antwoord op. Het Oostzeegebied is zo groot en we zijn hier nog lang niet uitgekeken. Overdag hebben Joke en Johan er nog eens uitgebreid over gesproken en zijn tot de conclusie gekomen dat we de boot hier willen laten overwinteren. Volgend jaar biedt dat weer mogelijkheden voor nieuwe zwerftochten! Vanuit Nederland is er altijd de onzekere overtocht door de Duitse Bocht, waar het onstuimige weer vaak voor vertraging zorgt.



We kiezen voor de “Winterlager” van de firma Weilandt op het Duitse schiereiland Fehmarn. Zij zijn daarin gespecialiseerd en we hebben onderweg ook meerdere Nederlanders ontmoet die daar al jaren de boot elke winter stallen. Als Henk en Marga verder varen, blijven wij nog een dagje liggen in Agersø. We sturen mails naar Weilandt, de watersportvereniging en naar Kempers, waar we eigenlijk een Nederlandse winterplek hebben. Hopelijk gaat het allemaal lukken! We moeten nog wel wennen aan de verandering.










We hebben ineens geen haast meer en dat voelt ook wel weer als een opluchting. We besluiten om het nog een poosje rustig aan te doen in het vaargebied tussen Langeland en Fyn en willen de laatste week van augustus bij Fehmarn zijn. De afstand is niet meer zo groot, dus dat zou moeten lukken! Op 14 augustus varen we weer eens verder naar Lohals. Het is windstil en op de motor steken we de scheepvaartroute over die door de Grote Belt loopt. Het is rustig en de oversteek verloopt probleemloos. Bijna alle zeiljachten liggen in de vissershaven, maar wij meren af in de stille marina. Het is een mooie avond, maar wel vrij kil. Aan onze steiger zijn picknickplaatsen ingericht en we kunnen het niet laten om met de Cobb nog eens lekker te genieten van een maaltijd met uitzicht over het water en op de ondergaande zon!










Kopenhagen

Met de boot stevig vastgelegd in een spinneweb van landvasten gaan we met een gerust hart op weg naar de bushalte. De buren hebben ook beloofd een oogje in het zeil te houden. Met de bus gaan we naar het station van Slagelse, waar we de trein naar Kopenhagen nemen. Het is even zoeken op welk spoor we moeten zijn, maar uiteindelijk ploffen we neer in de coupé. Er is WiFi en we kunnen zelfs de mobieltjes opladen. Het is nog een aardig stukje treinen naar Kopenhagen, na ruim anderhalf uur arriveren we op het centraal station.

We gaan meteen in “tourist mode” en bekijken de mooie stad met de vele oude gebouwen. Nyhavn is een plek waar je heen “moet”. Er is een straat met leuke kleurrijke gebouwen, vele terrasjes en in het havenkanaal liggen diverse oude schepen afgemeerd. Hier vertrekken ook de rondvaartboten voor een tocht door de havens en langs de vele bijzondere gebouwen en plaatsen van Kopenhagen. Het wordt tijd om afscheid te nemen van Bas. Hij gaat van hieruit met de metro naar het vliegveld en dan weer naar huis.






Joke en Johan besluiten de rondvaart te gaan maken. Als de boot achteruit wegvaart komt er een grote drijvende doos tegen de achterkant van de boot, wat voor een storing in het stuursysteem zorgt. We krijgen waar voor ons geld, want we doen een extra haven aan, waar een onderhoudsmonteur probeert de storing op te lossen. De tocht verloopt verder probleemloos en de reisleidster vertelt vele interessante wetenswaardigheden. We komen onder andere langs de koninklijke gebouwen en door een grachtje, waar tegenwoordig veel bezoekende jachten een plekje proberen te vinden.






De reisleidster moet met een vaarboom te hulp schieten als de boot een haakse bocht moet maken, direct na een lage en smalle brug. Dat zorgt nog voor wat hilariteit. Al met al hebben we ons prima vermaakt en in iets minder dan anderhalf uur veel geleerd over Kopenhagen.






Joke en Johan gaan via het drukke centrum met trendy en luxe winkels naar het hotel. We vinden het heerlijk om weer eens in een breed bed te slapen en de volgende ochtend hebben we een lekker ontbijt.






Joke heeft een aantal winkels waar ze naar toe wil en er zijn nog een aantal bezienswaardigheden om te bekijken. We stippelen een wandelroute uit met als einddoel het beroemde beeld van de zeemeermin. We beklimmen de “Round Tower”, wandelen door het nog altijd in gebruik zijnde fort “Kastelet” en stappen bij het station Østerport weer op de trein. De boot ligt er nog steeds prima bij, ons spinneweb van landvasten heeft het goed gedaan. Vol energie stappen we weer aan boord, wij hebben van twee heerlijke dagen genoten. Op naar de volgende avonturen, nu weer met z’n tweetjes.



























Vastgeplakt in Stubbekøbing

Op twee augustus varen we weer uit met bestemming Stubbekøbing op het eiland Falster. We moeten eerst een flink eind naar het zuidwesten en daarna naar het noordoosten een smalle geul in. De wind is iets westelijk van zuid, dus het eerste stuk is niet bezeild. Met de motor bij leggen we de 10 mijl af naar het begin van de geul. Vanaf dat moment is het bezeild en gaandeweg neemt de wind flink toe. We varen uiteindelijk met dubbel gereefd grootzeil, grotendeels ingerolde genua en de kotterfok. Tot onze verrassing loopt de boot met deze zeilvoering zo hoog aan de wind, dat we de hele route naar Stubbekøbing verder kunnen zeilen.



Voor de volgende dag is er een stormwaarschuwing, dus we hopen daarna weer verder te kunnen gaan. De stormwaarschuwingen blijven echter komen. De wind is west, wat voor het vervolg van de route pal tegen is. De westenwind veroorzaakt ook een sterke stroming. De stroom en de wind en de korte golven tegen zouden ervoor zorgen dat we bijna geen voortgang kunnen maken. We hebben geen keuze om te wachten tot het weer wat rustiger wordt. We vermaken ons met uitslapen, af en toe een wandeling, film kijken en breien. De oplaadbare batterijen van het fototoestel worden vervangen, die waren na het maken van 2 foto’s alweer leeg. Uiteindelijk moeten we nog vier dagen wachten.










Pas op zeven augustus kunnen we verder. De wind draait voor één dag naar het zuidwesten, zodat we de afstand van 41 mijl naar Skaelskør zeilend kunnen afleggen. Bovendien is de stroom gedraaid en krijgen we die nu mee. Het wachten wordt beloond met een mooie zeiltocht. Bas spot onderweg nog een bruinvis, die ook gezien wordt door Joke.










Skaelskør is de bestemming, omdat van daaruit een redelijke openbaar vervoer verbinding is naar Kopenhagen. Het is nog flink zoeken naar een ligplaats, maar uiteindelijk vinden we een goede plek. We maken de boot stevig vast met ruim 13 lijnen, omdat er morgen windkracht zeven is voorspeld.



Bas vliegt op acht augustus naar Nederland en Johan en Joke hebben voor hun 28’ste trouwdag een hotelovernachting in Kopenhagen cadeau gekregen van Tim en Bas. We willen met een gerust gevoel in Kopenhagen kunnen overnachten. Joke heeft uitgezocht hoe de verbinding met Kopenhagen is, welke bus naar het station, waar de bushalte is, welke trein, de vertrektijden. De reisorganisatie heeft weer overuren gedraaid.

We gaan nog een keer uit eten bij het verrassend goede haven restaurantje en gaan moe maar voldaan weer naar de boot. Morgen bijtijds opstaan om de bus te halen!



28 Jaar getrouwd

We blijven 1 augustus nog een dag liggen, Joke en Johan zijn op deze dag 28 jaar getrouwd! De pizza van gisteren was alvast een tractatie voor onszelf.

We hebben zo veel interessante dingen gezien bij Møns Klint dat we meer van de ontstaansgeschiedenis willen weten en ook enkele steentjes met fossiele afdrukken willen laten bekijken. We nemen de bus weer naar het Geo-Center. Daar gaan we eerst het hoogste punt bezoeken een paar honderd meter verderop langs de kliffen. Het is alweer een behoorlijke klauterpartij, maar de beloning is een prachtig uitzicht. Joke en Bas willen nog een keer naar beneden. Nadat we terug zijn gewandeld nemen we dus weer de trap naar beneden. Ze scharrelen nog een tijd lang door de stenen onderaan en vinden een paar leuke stukjes steen. We gaan weer hijgend en puffend omhoog, een klim die Joke en Johan in een kleine 20 minuten doen (Bas deed er later 7 minuten over).













We kopen de toegangskaartjes voor het Geo-Center en bezichtigen de interessante tentoonstellingen die in beeld brengen hoe de kliffen door de werking van het ijs in de IJstijd over een periode van zo’n 120.000 jaar zijn ontstaan. De laatste keer trok het ijs 11.500 jaar geleden terug en liet de omhoog gestuwde krijtrotsen achter.
We zien een 3D-film over hoe het leven van dinosaurussen er moet hebben uitgezien en nog een documentaire over de hedendaagse afname van het zee- en landijs en de mogelijke gevolgen voor het klimaat en de zeespiegel.
Rond vijf uur gaan we naar buiten en weet Joke nog net de buschauffer aan te roepen. De volgende bus gaat pas over een uur. Het was een zeer interessante dag en weer een prima opsteker voor onze wandel- en traploop conditie.



We kopen nog wat lekkers bij de supermarkt en aan boord proosten we op onze 28’ste trouwdag. Morgen gaan we weer een stukje verder varen.