Eilandexpeditie

We bekijken de kaart en besluiten om weer een nachtje in Dyvig te gaan liggen. Hiervoor moeten we eerst door Sønderborg, waar de brug open moet. Als we aankomen, gaat de brug net voor ons neus dicht. Ze hebben het hier handig geregeld: op een display staat het tijdstip waarop de brug weer open gaat. We meren tijdelijk af aan de stadskade en gebruiken de wachttijd om wat Pokemons en een lekker ijsje te scoren. Na de brug varen we eerst op de motor door de smalle Als Sund die uitkomt om de bredere Als Fjord. De wind in de Als Fjord staat tegen, maar we zijn actieve zeilers en laveren het hele stuk naar de ingang van de baai van Dyvig. Het resultaat is een aardige dronkemansroute op de track van de AIS. We ankeren dicht bij de plek waar de de vorige keer hebben gelegen.













De volgende ochtend is het windstil. We varen op de motor naar het eiland Barsø. We gaan even ten zuiden van het miniatuurhaventje voor anker en blazen de bijboot weer op. Het is hier een “dayanchorage”, oftewel een mooie stek om overdag een poosje te blijven. We varen naar de wal en maken een leuke wandeling over het eiland. Het wordt hier, conform de weersverachting, lagerwal.




















Als we terugkomen is er al een noorwestelijke wind opgestoken, dus is het tijd om weer ankerop te gaan. We vinden achterin de Genner Bugt een beschutte ankerplek voor de nacht. Twee bruinvissen zorgen nog voor een leuke show in de baai en Joke probeert ze te vlug af te zijn met de camera. Joke en Tim maken later nog een wandeling rond het schiereiland Kalvø.













De volgende dag is het tijd om een haven op te zoeken. We mikken op Årøsund, een kleine haven ten noorden van de Genner Bugt. Onder zeil varen we naar de bestemming in een steeds toenemende vlagerige wind. Met een snelheidsrecord van 7,8 knopen bereiken de de haven waar we een mooie plek vinden aan een kopsteiger. We blijven een extra nacht hier, omdat er veel wind wordt verwacht.










Tim maakt nog wat ritjes op zijn elektrische éénwieler, waarbij hij ook nog een brood weet te scoren bij een supermarktje.
Zondag maken we een wandeling rondom Årøsund, we krijgen nog wat druppels van een overtrekkende bui over ons heen. ’s Avonds is het tijd om de blog bij te werken, we lopen alweer aardig achter.











Het lijkt erop dat de eindeloze zomer toch een beetje gaat aflopen, dus we gaan de komende dagen eens bekijken wat we verder kunnen gaan doen!

Tim ophalen en trouwdag

Vanuit Glücksburg is het niet ver meer naar Flensburg, waar Tim zal aankomen met de trein. Na het onweersgeweld van de vorige avond, was het weer zonnig en er was niet veel wind. Het lukt om de Flensburger Fjord hoog aan de wind in te zeilen, tot aan het einde de wind helemaal wegvalt. Op de motor gaan we het laatste stukje afleggen. Na een rondje door het laatste deel van de doodlopende fjord vinden we een leuk plekje in een kleine clubhaven. Een clublid hielp ons aanmeren en legde uit dat we een sleutel nodig hebben voor het hek dat de steiger afsluit. De vriendelijke havenmeester komt later langs en geeft ons een sleutel, met het verzoek dat we die weer bij vertrek afleveren in een soort brievenbus aan het hek.






Het is weer heel warm en de kok (Johan) stelt voor om uit eten te gaan. Zo’n voorstel is eigenlijk een stakingseis, dus lopen we om de haven heen naar de oude binnenstad en vinden een druk maar gezellig terras waar we een typisch Duitse maaltijd nuttigen.

De volgende dag is het weer zonnig en warm. Joke doet met assistentie van Johan de was in de wasmachine van de haven. ’s Middags gaan we boodschappen doen, het is een aardige wandeling bergop. We bedenken dat het rolkoffertje en een boodschappentas op wieltjes erg handig zijn. Met gemak nemen we vele liters sap, melk en yoghurt mee terug. Tim komt op de geplande tijd aan in Flensburg en op zijn éénwielig electrisch voertuig staat hij korte tijd later beladen met een rugzak en weekendtas voor het hek van onze haven. Nadat we hebben bijgekletst besluiten we om weer uit eten te gaan, dit keer bij een Grieks restaurant.



Op 31 juli varen we weer uit. Het lukt om onder zeil de bochtige Fjord uit de varen en we steken over naar de langwerpige baai boven het eiland Kegnæs, waar we een prima ankerplek vinden.










Één augustus is onze trouwdag, 29 jaar inmiddels, en dat vieren we met een tochtje met de bijboot naar het dorpje Høruphav. Er is daar een haven waar we een plekje voor de bijboot vinden. We maken een leuke wandeling door de omgeving en vinden in het dorpje een glasblazerij. Zij maken prachtige kunstwerken en we besluiten om onszelf een mooie glazen schaal cadeau te doen. De glasblazer geeft speciaal voor ons nog een demonstratie hoe het proces in zijn werk gaat.



























We varen terug en maken het feestje compleet met een lekkere barbeque op de Cobb. Het is weer een zeldzaam mooie avond en we genieten tot ruim na de zonsondergang van de rust om ons heen.



Het Maritieme Hitteplan

Het bevalt ons in Dyvig en de komende twee dagen is het vrijwel windstil. We blijven dus lekker voor anker liggen. We lezen dat in Nederland het Nationale Hitteplan wordt ingesteld. Hier wordt het ook zo heet, dus stellen we ons eigen Maritieme Hitteplan in: met doeken schaduw in de kuip proberen te maken, niets doen, emmers koud water over ons heengooien en ’s avonds nog een bijboot tochtje maken in de noordelijke uitloper van de baai. Het is ruim 32 graden in de boot. We wanen ons weer terug in de Carieb!

Dan wordt ineens weer heel harde wind voorspeld, zo hard, dat we dan toch maar een nachtje in het haventje van Dyvig gaan liggen. We liggen nauwelijks op onze plaats als het weerbericht de voorspelde windstoten van windkracht acht weer heeft ingetrokken. Maar ach, we maken van de nood een deugd en maken de boot van buiten schoon met de beschikbare waterslang en doen een boodschapje in het miniatuur winkeltje. Die avond is het nog lang onrustig door kinderen die urenlang heen en weer racen in hun bijbootje met buitenboordmotor. Een paar honderd mensen in de haven kunnen al die tijd meegenieten van de herrie. De kinderen weten niet beter, maar de ouders zouden toch best een grens kunnen stellen. Een uurtje raggen in je bootje en dan iets anders gaan doen of zo?

Over een aantal dagen komt Tim aan boord. Hij gaat met de trein naar Flensburg. Wij kunnen hem het beste daar ophalen of in Sønderborg. Wij gaan daarom ook maar weer op pad, om acht uur ’s morgens varen we uit. Er staat vandaag een redelijk mooie zuid-oostenwind en we gaan eerst maar eens richting Sønderborg. Dit is niet helemaal bezeild, dus moet de motor nog een stukje helpen. In Sønderborg moet een brug geopend worden. We moeten een minuut of veertig wachten, dus meren we even af aan de kade. Als de brug open gaat zien we dat er wel vrije ligplaatsen zijn aan de stadskade, maar het is daar helemaal uit de wind. We varen door en hijsen de zeilen. We hebben in de Flensburger Fjord een ankerplek op het oog en het is zonde om de mooie oostenwind niet te benutten. Vlak bij de bestemming duikt er een bruinvis naast de boot op. Hij komt vier maal boven en we horen hem ademen. Een leuke show, die altijd weer blijft boeien. In de loop van de middag laten we het anker vallen in vijf meter diep water in een baai aan de noordkant van de fjord. De grens tussen Duitsland en Denemarken ligt halverwege de Flensburger Fjord, dus zitten wij nu nog even aan de Deense kant. ’s Avonds wordt de temperatuur weer wat aangenamer en we zitten tot middernacht met kaarsjes aan te genieten van de stilte.



















Vrijdag staan we weer bijtijds op en gaan om acht uur ankerop. We gaan nu door naar Glücksburg, waar een leuke haven is van de plaatselijke zeilclub. Met alleen de genua is het hele stuk bezeild en we meren al om elf uur af in de haven. In de loop van de middag gaat het hard waaien, als voorbode van de onweersbuien die voor zaterdag zijn voorspeld. Johan wil wat extra lijnen uitbrengen, omdat er windstoten tot windkracht 10 zijn voorspeld. Voor is dat niet zo moeilijk, maar meerpalen aan de achterzijde zijn wel erg ver weg. Joke is inmiddels specialist in lijnen gooien en slaagt erin om ook daar een extra lijn aan vast te maken. De boot ligt zo veilig.
’s Avonds is het lang wachten op de maansverduistering, omdat we omgeven worden door heuvels en veel bomen. Uiteindelijk hebben we een prima zicht op de maan en genieten van de koele wind tijdens het kijken.





















Zaterdag gaan we eerst naar het dorp om wat boodschappen te doen. De vriendelijke havenmeester heeft ons een kaartje met een leuke route meegegeven. Het is erg warm en klam en we lopen ook nog een beetje om. Maar het lukt ons om de weg naar het dorp terug te vinden. Tegenover de supermarkt is een leuk terrasje waar we van een kopje koffie genieten. Op de terugweg weten we wel de door de havenmeester geadviseerde route te volgen. Het is een leuke wandeling. In de haven nemen we een douche, het is nog steeds moordend heet en klam. In de loop van de middag groeit de lucht dicht met grote aambeeld-vormige onweerswolken. Johan stelt wat losse spullen veilig, Joke zit binnen op de vloer naar de kwalificatie van de Formule 1 race van Hongarije te kijken. Het gaat waaien en flink onweren, maar de meest heftige windstoten blijven uit. Na een paar uur is het heerlijk afgekoeld. Morgen willen we door naar Flensburg, om de komst van Tim af te wachten.
























Fynshav en toch maar niet

Het is inmiddels 20 juli, het is nog steeds prachtig weer, de afgelopen dagen was er wel heel veel wind, maar die is nu wat geluwd. We hebben het naar ons zin gehad in Faaborg en omgeving. Nu is het tijd om eens naar een volgende bestemming uit te kijken. Fynshav op het eiland Als lijkt ons wel wat. Als Joke wat speurt op internet vindt ze uit dat de maximum lengte 12 meter is en maximum breedte 3,5 meter (een andere bron geeft maximaal 4 meter aan). De lengte over alles van Beluga is 13 meter, dus het zal wel wat proppen zijn om een plekje te vinden.



Vol goede moed varen we bijtijds uit en we kunnen op een aandewindse koers Fynshav net bezeilen. Er staat een goede zeilwind, die het de komende dagen juist laat afweten. Als we naar binnen gluren in het haventje lijkt er misschien een plekje aan de enige langssteiger die het haventje rijk is. Maar we willen de volgende dag eigenlijk door naar Dyvig. We zeilen lekker en besluiten om de gelegenheid te pakken en door te varen. Met de wind tegen kruisen we de Kleine Belt over. Pas in de middag neemt de wind af. De laatste mijlen leggen we op de motor af en aan het eind van de middag varen we de baai van Dyvig in. Het is inmiddels behoorlijk windstil en het water is zo glad dat we gemakkelijk de aanwezige bruinvissen boven zien komen, we tellen er acht! De baai ligt geheel beschut en is populair onder de vakantiegangers. De haventjes aan het einde zijn dan ook overvol, maar gelukkig willen we daar helemaal niet in. Wij gaan voor anker.






De volgende dag is het bijna tropisch warm en fabriceert Johan met doeken wat schaduw in de kuip en doen we eigenlijk verder gewoon niets. Zondag de 22e blazen we de bijboot op en varen we eens naar de wal om wat rond te kijken. Joke koopt wat kersen en aardappels uit een stalletje langs de weg. We ontdekken ook dat er een paar keer per dag een gratis bus gaat naar de wat grotere plaats Nordborg. De onvolprezen Google Maps laat ons zien dat daar ook een supermarkt is.




















Maandag leggen we de bijboot aan een steigertje en wandelen we naar Nordborg, dat ligt op een kilometer of vier van Dyvig. We zien onderweg een haas en een egel en genieten van de natuur om ons heen. In Nordborg gaan we op een terrasje zitten en smullen we van koffie met een Belgische wafel en ijs. De supermarkten liggen direct aan het busstation, dus dat is prima geregeld. We kopen verse spullen bij de Kvickly-supermarkt en wachten nog een paar minuten in de schaduw op de bus. Die komt precies op tijd en na een korte rit zijn we weer in Dyvig. ’s Avonds eten we in de kuip. De baai van Dyvig is mooi en er is genoeg te zien. De komende twee dagen wordt er nauwelijks wind voorspeld, dus we vermoeden dat we lekker Caribisch nog een paar dagen blijven liggen. Het wordt vermoedelijk heel warm, dus ook hier blijft de zomer zich van zijn beste kant laten zien voor de vakantiegangers. Onderwijl wordt het voor de boeren en de natuur wel lastig na zo’n lange periode zonder regen. We lezen dat dit in grote delen van Europa zo is, maar ok, wij genieten ervan!




















Lyø – Faaborg

We blijven nog een dag in Lyø, het is zo’n mooi eiland dat we nog een wandeling willen maken rond de westelijke kant. Hier is de natuur weer heel anders, de heersende wind is aanlandig en dat zie je terug in de natuur. Het ziet er veel ruiger uit. Het wandelpad is niet overal even duidelijk. Het gaat een heel eind gewoon over het kiezelstrand. We prijzen ons gelukkig met de stevige wandelschoenen, waarmee we over de losse stenen nog aardig vooruit komen. Onderweg zien we veel vogels en we beginnen sommige al te herkennen. Een langgerekte uitloper is tot 15 juli verboden gebied. Er zijn nog veel jonge meeuwen, die met rust gelaten moeten worden. Al met al lopen we ruim 10 kilometer.



























Zondag willen we richting Faaborg. Er zijn daar goede ankermogelijkheden en er zijn twee havens. Het is maar een mijl of vijf, maar we willen zo veel mogelijk zeilen. Er is nauwelijks wind en de snelheid loopt terug naar 0,2 knopen, maar we houden hardnekkig vol. Uiteindelijk komen we bij de eerste ankermogelijkheid aan, maar die bevalt ons niet. Het is erg diep en er is weinig zwaairuimte als de wind zou draaien. We varen door, dieper de baai in en tegenover de stad vinden we een prima ankerplek. Het is nog steeds prachtig weer en we vieren het die avond in de kuip met een lekkere maaltijd op de Cobb (een soort bbq).



















Na een rustig dagje breien en niets doen varen we daags daarna de haven in. We moeten wat boodschappen doen en er is heel veel wind voorspeld. We gebruiken die dag voor huishoudelijke klussen, het lukt Joke om de haven-wasmachine een paar keer te gebruiken. Johan doen onderwijl wat controles en onderhoud aan de boot en maakt binnen weer eens schoon schip.









Faaborg is een erg leuke en authentiek stadje. Er zijn heel oude karakteristieke huizen en straatjes. De bloemrijke voortuintjes met stokrozen maken het beeld compleet. Tijdens het boodschappen doen ontdekken we dat een jaren-50 treinrit van Faaborg naar Korinth gaat. Dat lijkt ons wel wat.

















Donderdag is een dag waarop de trein rijdt, dus dat komt mooi uit. Het is een leuke ervaring en in Korinth maken we een leuke wandeling van een kilometer of 6. Onderweg stoppen we in de buurt van het prachtige kasteel Brahetrolleborg, niets vermoedend gaan we in het gras zitten en zien op nog geen 5 meter van ons een damhert wegspringen.
Weer een prachtige ontmoeting met de natuur. We zijn op tijd op het stationnetje om eerst nog een ijsje te eten, voordat we weer terug naar Faaborg reizen.


































Lyø

Donderdag gaan we vroeg ankerop en is de bestemming het eilandje Lyø. De wind staat tegen en begint heel zwak. Toch hijsen we de zeilen, we hebben nog alle tijd en laveren door de bochtige geulen. De wind neemt steeds verder toe en Beluga gaat er met een flinke vaart vandoor. Het water is vrij breed, maar er zijn grote ondieptes waar je omheen moet om niet aan de grond te lopen. Uiteindelijk hebben we het hele stuk kunnen opkruisen en onze armspieren hebben hun training ook weer gehad. Om een uur of één varen we het haventje in en blijkt alles al bezet te zijn. Gelukkig gebaart een Deen dat hij zo weggaat en houdt Johan de boot in de stevige wind op zijn plaats. De boot past maar net tussen de twee palen, maar de aanlegmanoeuvre verloopt vlekkeloos. We willen twee nachten blijven, omdat Lyø de moeite waard is om te bekijken.
















Vrijdag maken we een wandeling over de oostelijke helft van het eiland. Het waait heel hard, toch is zonnig en warm weer. Onderweg zien we een haas en enkele konijnen door de velden huppelen. Het is interessant om te zien hoe elk eiland weer zijn eigen sfeer heeft. Het pad loopt langs wilde begroeing en open zandplaten waar veel vogels te zien zijn. De geschiedenis van de bewoning van Lyø gaat heel ver terug en de oorspronkelijke huisjes in het dorpje zijn heel goed bewaard gebleven. Tevreden komen we aan het eind van de middag weer aan boord.
























Voor zaterdag wordt er weer veel wind verwacht, dus het is nog niet zeker of we dan verder kunnen varen, of nog een dagje blijven liggen.

Wereldkampioenschappen

We wonen nu een paar weken aan boord, dus ook wij ontkomen niet aan de normale huishoudelijke taken. Daar besteden we de maandag aan, nu er toch heel veel wind staat. Er is iets gaande in de stad, maar we komen er nog niet precies achter wat het is. Er waren zwemmers in de haven aan het trainen. We krijgen weer een boot langszij en onze buurman waarschuwt ons dat dinsdag vanaf zeven uur ’s morgens de haven gesloten is voor de scheepvaart. Joke speurt eens op het internet en vindt uit dat de wereldkampioenschappen “Multisport” hier plaatsvinden. Het gaat om triathlon, duathlon, en dergelijke, combinaties van zwemmen, fietsen en hardlopen die deze week plaatsvinden verspreidt over het eiland Fyn. In Svendborg gaat het dinsdag om de cross triathlon: 1 km zwemmen, 27 km fietsen op mountain bikes en 10 km hardlopen offroad (voor de junioren en senioren zijn de afstanden wat korter).

Via de geluidsinstallatie horen we hoe de deelnemers in de verschillende categorieën worden voorgesteld: jeugd, dames en heren in diverse leeftijdsgroepen. Ze komen uit allerlei landen, waaronder Nederland. In de loop van de ochtend gaan steeds groepen zwemmers te water en zitten we op de eerste rang. We willen nog wat boodschappen doen en wandelen langs het parcours de stad in. Als we terugkomen horen we hoe de winnaars worden bekendgemaakt. In een paar categorieën vallen Nederlanders in de prijzen! Tegen een uur of één is de haven weer vrij en varen we uit.

















We hebben weer een ankerplekje op het oog bij een eilandje dat Lille Store heet, aan de zuidkant van Fyn. We krijgen flinke wind mee en varen een poosje ruim boven de 6 knopen.
We duiken diep de baai in en vinden een plekje dat goed beschut is tegen de noordelijke windrichtingen die we komende dagen worden verwacht.






Op het eilandje is één boerderij en we vragen ons af hoe deze bevoorraad wordt. Op de tweede dag wordt dit beantwoord. Het geluid van een dieselmotor trekt onze aandacht. Met verbazing zien we een tractor met een volgeladen aanhanger het water inrijden. Er loopt kennelijk een ondiepe richel naar het eiland. Het is verder heel rustig en de zonsondergang op de windstille avond is heel mooi.










Lundeborg en aanmeersukkels

Er wordt voor de komende dagen veel wind verwacht, we willen een aantal dagen “schuilen” in een haven. Om die reden gaan we naar een plaats waar we nog niet eerder geweest zijn, zodat we weer wat nieuws kunnen bekijken. Lundeborg ligt op een mijl of tien naar het noorden, aan de oostkust van Fyn. Veel Deense havens zijn erg klein en er zijn weinig plaatsen voor grotere boten, een categorie waar Beluga ook onder valt hier in Denemarken. De vakantieperiode breekt langzamerhand aan, dus worden de havens ook steeds drukker. Het is onze tactiek om vroeg te vertrekken, zodat we rond het middaguur al aankomen in een volgende haven. Lundeborg heeft een haven die uit meerdere kleine delen bestaat, in de noordelijke havenkommen kunnen we niet of nauwelijks keren, dus richten we ons op de zuidelijke havenkom. We vinden een plaats langzij een ruwe kade met grote autobanden. Over het geheel is een mooie houten steiger gemaakt, dus het ziet er verder goed uit.



In de loop van de dag wordt het steeds drukker en uiteindelijk ontkomen ook wij niet aan een boot die langszij ons wil komen. Dat is normaal gesproken geen probleem, maar hij gaat met de boeg naar de steiger voor ons liggen (die steiger maakt een bocht direct voor ons) en met alleen een achterlijn aan onze boot. Hij trekt Beluga stevig naar voren, zodat onze achterlijnen en de stootwillen aan de voorkant zwaar worden belast. Johan geeft aan dat het de volgende dag hard zal gaan waaien, zodat het onzeker is of deze situatie kan worden gehandhaafd. Het lijkt allemaal wel mee te vallen als ook een Deen weer langszij onze buurman gaat. Ook hij brengt lijnen uit naar voren en trekt, via onze buurman, Beluga nog harder naar voren. Om te ontspannen maken we nog een avondwandeling door het dorp. Het bestaat voornamelijk uit wat luxere huizen. Winkels zijn er niet.



De volgende ochtend is de wind inderdaad flink aangetrokken en waait vanuit het noorden. Onze buurman poogt met lijnen op zijn fokkelier zijn boeg vrij van de steiger te houden, zodat wij nu helemaal klem komen te liggen. De voorste stootwillen zijn zo plat als een dubbeltje. Johan geeft aan de buurman te kennen dat dit zo niet langer kan. Waarom niet gewoon langszij? Dat is kennelijk geen optie, maar onze buurman zegt dat hij het probleem wel inziet en zal verkassen. De Deen die de situatie alleen maar heeft verergerd komt zich ermee bemoeien en vind dat wij moeten verplaatsen. Dat is onmogelijk, zonder schade aan de twee boegen van onze buren, alle naar achter gerichte lijnen staan als vioolsnaren gespannen. Hij beweert ook dat het niet de twee boten zijn die aan onze boot hangen, maar dat de winddruk op onze boot het probleem is. Johan wordt boos en zegt dat hij niet lijdzaam gaat toekijken hoe onze boot beschadigd gaat worden. De Deen druipt beledigd af, nadat hij ons nog heeft toegebeten dat wij een “guest in this country” zijn. Gelukkig vertrok hij een half uurtje later, zodat onze buurman ook kon verkassen. We waren weer bevrijd. Behalve wat flinke zwarte vlekken van de autobanden hebben wij verder geen schade opgelopen, maar het scheelde niet veel of het was behoorlijk fout gelopen.

Er zijn festiviteiten in Lundeborg: een wielerwedstrijd, een mini-kermis, live muziek. Het is best gezellig en we maken nog een wandeling door de bossen en tracteren onszelf op een ijsje en frietjes als diner.













We blijven drie dagen en doen ook diverse klussen. Joke maakt de boot schoon van al het zout. Mooi weer zonder regen is leuk, maar de boot komt steeds meer onder het zeezout te zitten. Johan splitst ogen in de nieuwe landvasten, die de langzamerhand versleten oude exemplaren moeten gaan vervangen. Er klinkt een “pok-pok-pok” geluid van een oude scheepsmotor. Een mooi gerestaureerd oud houten vrachtscheepje komt de haven binnenvaren. Daar verwacht je een oude schipper aan het roer met pet, pijp en 80 jaar ervaring. Dat viel tegen. De boot voer eerst met een flinke gang tegen de kade aan, gelukkig precies op een plek waar een autoband hing. Daarna draaide de boot langs de kade. Lijnen vastmaken en klaar is kees zou je denken. De schipper zette de motor echter weer in zijn vooruit en de boot ramde de eerste paal die onderdeel uitmaakt van een rij palen met houten balken. Twee houten balken braken met een hoop gekraak. Het duurde nog een hele tijd voor het arme oude scheepje eindelijk was afgemeerd.










Wij krijgen nog twee boten langszij, maar deze keer meerden ze normaal af en ging het verder helemaal goed. Vooruitkijkend naar de weersverwachtingen lijkt de wind minder geschikt om verder naar het noorden te gaan en we besluiten het gebied met eilandjes en ankerplekjes ten zuiden van Fyn weer op te zoeken, dus varen we zondag weer terug naar Svendborg. Maandag staat er windkracht zeven, wij blijven lekker liggen!



Lunkebugten en wilde dieren

Zuid-oost van Svendborg ligt een grote baai genaamd Lunkebugten. Je kan daar bij veel windrichtingen redelijk beschut ankeren. Dat lijkt ons wel wat, dus varen we weg uit Svendborg. Er staat regelmatig veel stroom in het bochtige betonde vaarwater langs Svendborg, wat voornamelijk van de windrichting lijkt af te hangen. Er is hier nauwelijks sprake van eb en vloed. We hebben geluk en het stroomt voor ons in de goede richting. Er is nauwelijks wind, dus het tochtje gaat op de motor. Het is even opletten hier, want de betonningsrichting verandert halverwege het vaarwater. Dat houdt in dat je eerst de groene tonnen aan de stuurboordkant moet houden en later juist de rode. Het gaat allemaal voorspoedig en na een uur of twee gaan we voor anker in ongeveer 3,5 meter water.



De volgende dag blazen we de bijboot op en varen naar de wal. Er zijn hier flinke bossen en een stukje noordelijk ligt een soort kasteel, Valdemars Slot. Het is een leuke wandeling door de natuur en bij het Valdemars Slot is een terras waar we op Tim zijn verjaardag proosten met thee en gebak. Het is een bijzonder soort slot met een groot hoofdgebouw waarin tevens de kerk is geïntegreerd. Samen met diverse bijgebouwen functioneert het tegenwoordig als een idyllische omgeving waar vanalles georganiseerd wordt, opera’s in de zomer, kerstmarkt, trouwpartijen en er zijn zelfs een paar vakantieappartementen in de oorspronkelijke gebouwen ondergebracht.
Het kasteel werd in 1639-44 gebouwd door Christian de 4e voor zijn zoon Valdemar Christian, kosten nog moeite werden gespaard. De huidige bewoners zijn de 12e generatie, behoorlijk uniek vinden wij.

















We wandelen via een omweg rond een meer terug door de bossen. Tot onze verrassing zien we een hert een eindje verder op ons pad. Het heeft ons in de gaten en verdwijnt in de begroeiing aan de rechterkant. We zien het nog een paar keer verder huppelen. We hadden dit helemaal niet verwacht en zijn behoorlijk opgetogen. Even later zien we een fazant en een bijzonder vogeltje, zwart-wit met een rode vlek aan de voorkant. Later identificeert Joke het met hulp van het onvolprezen internet. Het is een Roodborstkardinaal. Deze soort komt hier niet veel voor. Ook zien we een roofvogel boven de velden vliegen. Even verderop zien we zien tot onze verrassing een gigantische boom. Het blijkt een “Giant Sequoia” te zijn, die oorspronkelijk voorkomt in Califorië.

















Na deze leuke ontdekkingstocht gaan we met de bijboot naar Beluga en ruimen alles weer op en genieten in de avond nog na van de leuke dag.






Drejø

Het blijft mooi weer met een noord-oostelijke wind. We besluiten om het gebied ten zuiden van Fyn op te zoeken. Er zijn daar diverse eilandjes en heel wat ankerplaatsen. We varen langs Marstal en navigeren door de diverse geultjes naar een eilandje dat Drejø heet en vinden daar een prima ankerplek. We moeten weer even wennen om met zijn tweetjes de ankerprocedure te doorlopen, maar uiteindelijk lukt het goed. We bevestigen de “Duivelsklauw” aan de ankerketting. Dit is een speciaal gevormde haak die we aan de ketting hangen. Met twee lijnen naar de bolders op het voordek fungeert dit als een schokdemper, zodat de ankerlier niet wordt belast en de ketting minder schokken te verduren krijgt als de windvlagen overkomen.



Aan de wal zien we naast een boerderij, half verscholen onder bomen, een vliegtuigje staan. We vermoeden dat het een oud vliegtuigje is dat er zijn laatste dagen slijt. Tot onze verbazing horen we een poos later gebrom van een vliegtuigmotor en taxiet het over het eiland. Kennelijk is hier een airstrip. Even later stijgt het op, landt weer na een minuut of 15 en stijgt even later weer op. Wij dopen het daarom “Drejø International Airport”.










De volgende dag bombarderen we tot pyjamadag en we luieren aan boord. Het is een populaire ankerplaats, er komen nog een tiental jachten in de baai liggen. De baai is heel ruim, dus er is plaats in overvloed. We houden de windverwachting goed in de gaten, maar tegen de verwachtingen in blijkt heel vroeg in de volgende ochtend een stevige zuidenwind op te steken, die ervoor zorgt dat we aan lager wal liggen. De boot beweegt behoorlijk op de golven en is nu met de achterkant naar het eiland gekeerd. We houden het anker alarm op de GPS goed in de gaten, ons anker geeft geen krimp en houdt de boot perfect op zijn plaats. In de Carieb heeft het wel voor hetere vuren gestaan! Diverse boten om ons heen houden het wel voor gezien en er blijven nog maar een paar die-hards over. De wind gaat na een paar uur weer liggen en gaat die dag helemaal rond alle kompasstreken. De plot van het ankeralarm op de GPS laat een keurige cirkel zien. Uiteindelijk keert de rust weer en wordt het weer kalm.

We vatten moed en zijn ervan overtuigd dat de boot wel blijft liggen als we van boord gaan. De bijboot wordt opgeblazen en ons buitenboordmotortje van stal gehaald. Johan maakt zich op voor een forse partij touwtrekken om het motortje te starten, maar tot zijn verbazing start het in één keer. We nemen in een rugzak wat drinken mee en varen naar de wal. Na een leuke wandeling over het pittoreske eiland komen we in het dorpje, waar we zowaar een ijsje kunnen scoren. Max Verstappen scoort ook, want hij wint de Grand Prix van Oostenrijk. Wij zijn fan en het lukt om op één van de telefoons de wedstrijd in beeld te krijgen. We zitten in de schaduw op een soort mini dorpspleintje. Voldaan wandelen we weer terug en varen met de bijboot terug naar Beluga.













We hebben deze dagen ook benut om ons reisplan nog eens onder de loupe te nemen. De conclusie is, dat we geen zin hebben om “verplicht” veel mijlen te maken, dus blazen we het plan om door het Götakanal te gaan af. We blijven genieten van het mooie weer dat nog een tijdje aanhoudt en gaan lekker rond Fyn scharrelen. Er zijn hier vele leuke ankerplekken en havenstadjes. Voorlopig genoeg om ons te vemaken. Het is tijd voor wat boodschappen, dus varen we de volgende ochtend naar Svendborg en overnachten in de leuke haven.